11.07.2015 Views

Nationale Drug Monitor; jaarbericht 2009 - Trimbos-instituut

Nationale Drug Monitor; jaarbericht 2009 - Trimbos-instituut

Nationale Drug Monitor; jaarbericht 2009 - Trimbos-instituut

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

• In 2008 was injecterend drugsgebruik bij 2 (0,3 procent) van de 851 nieuw aangemeldepersonen met een hiv infectie de meest waarschijnlijke oorzaak van besmetting(Koedijk et al., <strong>2009</strong>). Het ging in beide gevallen om mannen.• Tot en met 2008 was van de totale groep van 15 225 geregistreerde hiv-geïnfecteerdepersonen bij 665 (4 procent) injecterend drugsgebruik de meest waarschijnlijk transmissieroute. Zowel het absolute als het relatieve aantal nieuwe hiv-infecties onderinjecterende drugsgebruikers in de hiv behandelcentra is echter sinds een aantal jaaraan het dalen. Van alle tot en met 2000 nieuw aangemelde met hiv geïnfecteerdenwas 8 procent geassocieerd met injecterend drugsgebruik. De laatste jaren is debijdrage van injecterend drugsgebruik onder de nieuwe meldingen minder dan 2%.• Ook de absolute aantallen zijn beperkt, namelijk 18 (2001); 15 (2002); 23 (2003); 10(2004), 10 (2005), 8 (2006) en 5 (2007).• Enkele kanttekeningen bij de hierboven beschreven positieve ontwikkeling betreffendehet geringe aantal nieuw geregistreerde infecties onder injecterend drugsgebruikerszijn hier echter op hun plaats. Zo is het aannemelijk dat het werkelijk aantal hiv-infectiesonder drugsgebruikers hoger ligt dan de geregistreerde aantallen (Van Empelen et al.,<strong>2009</strong>). In een vragenlijstonderzoek onder 125 druggebruikers meldde een derde nognooitwgetest te zijn op hiv. Van de druggebruikers die wel eerder waren getest bleekde test bij driekwart een half jaar of langer geleden te zijn geweest.• Ook al is de sterfte onder hiv-geïnfecteerden sinds de introductie van de zeer effectievebehandeling HAART (highly active anti-retro-viral treatment) fors afgenomen,injecterend drugsgebruik blijft nog een sterke voorspeller voor een dodelijke afloopvan hiv-infectie. Dit komt onder meer door de relatief frequente co-infectie met hepatitisC en door leefstijlfactoren, zoals overmatig alcoholgebruik (Gras et al., 2007).Bijna de helft van de problematisch heroïnegebruikers houdt de strikte eisen aande leefstijl (zoals dieetrichtlijnen, strakke tijden waarop de verschillende medicijnenmoeten worden ingenomen) niet vol (Witteveeen, 2008).In opdracht van VWS tracht het RIVM beter zicht te krijgen op de reguliere screeningvan infectieziekten onder drugsgebruikers in de verslavingszorg, inclusief enkeleGGDen die actieve zorgverlening aan drugsgebruikers aanbieden (Van Veen, <strong>2009</strong>).Uit Amsterdam, Rotterdam en Heerlen worden hieronder enkele resultaten beschreven.Omdat in de praktijk de screening op infectieziekten verschillend is vormgegeven, zijnde cijfers onderling niet vergelijkbaar.• In Amsterdam is ongeveer de helft van de circa 2500 methadongebruikers onderbehandeling op de methadonposten of buitenpoliklinieken van de GGD. Tussen 2004en 2008 zijn bij hen 1140 testen afgenomen, waarvan 28 een positieve testuitslaghadden. Aangenomen dat elke patiënt slechts eenmalig is getest, zou dat een hivprevalentievan 2,5 procent betekenen in deze over het algemeen “zwaardere” groepheroïneverslaafden.• In Rotterdam heeft in 2007 en 2008 het proefproject Actief Testen plaatsgevonden.Van de geteste drugsgebruikers was 2,4 procent besmet met hiv (Breemer et al.,<strong>2009</strong>).4 Opiaten95

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!