Jaarverslag 20063MB - Essent

Essent Jaarverslag 20068 Verslag van de Raad van BestuurA. Externe ontwikkelingen 2006In het verslagjaar heeft een aantal (externe) ontwikkelingensubstantiële invloed gehad op de operationele gang vanzaken en resultaten van Essent. Ook zijn er specifiekeaandachtspunten voor de organisatie geweest, mede inhet kader van de verdere invulling van de strategie.Wet Onafhankelijk NetbeheerOp 21 november heeft de Eerste Kamer goedkeuringgegeven aan het ‘Voorstel van wet tot wijziging van deElektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband metnadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer’,kortweg De Wet Onafhankelijk Netbeheer. De wet die devorm heeft van amendementen op de Elektriciteitswet 1998en de Gaswet en uiteenlopende overgangs- en preventievebepalingen bevat, is eerder door de Tweede Kamergoedgekeurd op 27 april 2006.De wet is op 7 december 2006 gepubliceerd in hetStaatsblad. Op 11 januari 2007 volgde een publicatie in hetStaatsblad van een Koninklijk Besluit dat onder meer dedata bevat waarop de onderscheiden bepalingen van dewet van kracht werden. Verder bevat het de overgangsbepalingenen amendementen op de Elektriciteitswet 1998en de Gaswet, zoals die eerder waren geïntroduceerd in2004; de ‘gerelateerde amendementen’. Alle bepalingenworden hierna tezamen aangeduid als de ‘Wet op hetOnafhankelijk Netbeheer’.De uitkomst van de behandeling in de Eerste Kamer washet resultaat van een langdurig parlementair debat enhoorzittingen. Het debat ging over de wenselijkheid vanverplichte eigendomssplitsing van de Nederlandseenergiesector, en nam een aanvang met het voorstel van deminister van Economische Zaken in het begin van 2004.Gedurende deze debatten en hoorzittingen, heeft detoenmalige minister van Economische Zaken te kennengegeven dat eigendomssplitsing tot doel had ‘een efficiënte,betrouwbare en duurzame energievoorziening tegen zo laagmogelijke maatschappelijke kosten’. Essent heeft voortdurendonder de aandacht gebracht dat eigendomssplitsingdeze doelen niet nader zou brengen, dit in de overtuigingdat de huidige geïntegreerde ondernemingsvorm de bestegarantie vormde voor een veilige, efficiënte en duurzameproductie, distributie en levering van energie. In aanvullingdaarop heeft Essent ook bij voortduring onder de aandachtgebracht dat verplichte splitsing zou leiden tot eenaanzienlijke nadelige positie van de Nederlandseenergiebedrijven in vergelijking met hun concurrenten inde omliggende landen. Elk daarvan zou op grond van detoepasselijke wettelijke kaders in die landen de voordelenvan het grote geïntegreerde ondernemingsmodel behouden.Als gevolg van deze debatten en hoorzittingen is in hetdebat in de Eerste Kamer een motie aangenomen dieertoe heeft geleid dat de bepalingen over gedwongeneigendomssplitsing van de Nederlandse energiebedrijvennog niet van kracht worden. Op basis van diezelfde motieis geregeld dat niet wordt overgegaan tot gedwongensplitsing, totdat een Europese richtlijn terzake van krachtis geworden én er voorzieningen zijn getroffen ter dekkingvan materiële risico’s die voortvloeien uit de cross borderlease transacties die eerder zijn aangegaan door deNederlandse energiebedrijven, tenzij het publieke belangvan een onafhankelijk netbeheer in gevaar wordt gebracht.Er is tevens in voorzien dat de Nederlandse regeringtenminste éénmaal per jaar aan het parlement, voor heteerst niet later dan 1 november 2007, rapporteert over dieaangelegenheden. De minister van Economische Zakenheeft toegezegd dat de Nederlandse regering de motieaanvaardt en dienovereenkomstig zal handelen.De uiteindelijke uitkomst van de parlementaire behandelingkan gezien worden als het resultaat van een aanzienlijkesectorbrede inspanning om veilig te stellen dat alleaspecten van een mogelijk gedwongen splitsing werdengehoord en in overweging genomen. Met de steun van deaandeelhouders van Essent en andere belanghebbendenheeft de argumentatie tegen gedwongen eigendomssplitsingde benodigde aandacht en erkenning gekregenin de breedste zin van het woord.Daarmee is de dreiging van een gedwongen splitsingechter nog niet weggenomen. Indien Europese regelgevingtot stand komt welke splitsing van netwerkactiviteiten encommerciële energieactiviteiten eist, dan worden debepalingen met betrekking tot gedwongen eigendomssplitsingalsnog van kracht. Evenzo, als een energiebedrijfin Nederland niet handelt conform de wet, onvoldoendetransparant is, geen gelijke toegang verschaft tot de netten,of via buitenlandse activiteiten en/of allianties hetonafhankelijke netbeheer in gevaar brengt, kan de splitsingalsnog versneld worden doorgevoerd. De minister heefttoegezegd dat, indien zich een dergelijke situatie zouvoordoen, hij voorafgaand beide kamers van het parlementzal consulteren.37