DOET pakt door met professionalisering en ziet ledenaantal fors toenemen:‘Mening van branchevereniging enondernemer telt steeds meer’De ‘Dutch Organisation for Electric Transport’, afgekort tot DOET, zag in 2009 het levenslichtals branchevereniging die zich volledig inzet voor het van de grond krijgen van elektrischrijden in Nederland. Sindsdien hebben zo’n veertig bedrijven zich aangesloten bij DOET.2011 is het jaar van de definitieve doorbraak van de branchevereniging. ‘Wij wordeninmiddels zowel door de markt, als de (Rijks)overheid erkent als hét aanspreekpunt voorelektrisch vervoer’, stelt Roland Steinmetz, bestuurslid van DOET.Met het aantrekken van een nieuwe directeur in de persoonvan Serge van Dam aan het eind van afgelopen kalenderjaar,luidde DOET een nieuwe periode in. 2009 en 2010 stondenvoor DOET, net als voor alle bedrijven die zich bezighouden metelektrische mobiliteit, in het teken van pionieren. De kritischegeluiden die de afgelopen jaren links en rechts hoorbaar warenrond elektrisch vervoer, zijn minder geworden. Nu ook degrote autofabrikanten zich op elektrische voertuigen storten,Nederland zo’n honderd tot honderdvijftig start-ups kent diezich bezighouden met elektrisch vervoer en tal van anderebedrijven vanuit verschillende sectoren acteren in het speelveld,wordt de invloed van DOET steeds groter.KernactiviteitenZoals gezegd telt DOET inmiddels veertig leden. De ledenzijn onder meer actief als mobility service provider,oplaadpuntleverancier, professionele ombouwer of autoimporteur.Het ledenaantal zal dit kalenderjaar nog forstoenemen. ‘Het doel is om eind 2011 zo’n vijfenzeventig ledente hebben’, stelt Steinmetz. ‘Met een toenemend ledenaantalin het achterhoofd, trachten wij ondertussen de bekendheidvan elektrisch vervoer te vergroten, kennisuitwisseling tussenondernemingen, onderwijsinstellingen en overheden tebevorderen en regelgeving te beïnvloeden. Hierdoor stimulerenwij marktafname. Cruciaal voor een brancheorganisatie is hetconcreet verwoorden van je activiteiten en je meerwaarde.Wij slagen daar steeds beter in. Daardoor worden we serieusgenomen en telt onze mening in het veld.’‘DOET kent drie kernactiviteiten: lobby, promotie enkennisdeling’, vervolgt Steinmetz. ‘Een gezamenlijk lobby iskrachtiger, effectiever en goedkoper. Het vergroot de taartvoor de individuele bedrijven. Een succesvol voorbeeld vanonze inzet is de gunstige belastingwetgeving voor elektrischevoertuigen. Recent is met de Autobrief – waarin elektrischevoertuigen fiscaal worden bevoordeeld – een stap in de goederichting gezet. Een andere lobby die ons momenteel bezighoudtis die van liberalisering van de energiewetgeving. Wij pleitenvoor meer ruimte voor nieuwe businessmodellen voor het ladenvan elektrische voertuigen. De wetgeving is nu te ingewikkeldvoor nieuwe toetreders.’WetgevingInmiddels fungeert DOET bij deze specifieke activiteiten alsvolwaardige gesprekspartner van Netbeheer Nederlanden het ministerie van Economische Zaken, Landbouw &Innovatie (EL&I). Steinmetz: ‘Wij geven gezamenlijk vorm aanhet marktmodel voor het laden van elektrische voertuigen,inclusief de vereenvoudiging van de energiewetgeving.Interoperabiliteit – met één pas bij elke laadpaal ‘tanken’ – isin dit dossier de al gezette eerste stap, een volgende stapis de bijbehorende (onderlinge) verrekening. Wij werkenmomenteel aan een position paper waarin de knelpunten vande energiewetgeving worden belicht. Tevens onderhouden wemet de NMA en het ministerie van EL&I contact om de wetteneenvoudiger en zo de markt makkelijker toegankelijk te makenvoor start-ups. Vergelijk het maar met de overgang van vastenaar mobiele telefonie. De wetgeving was toen niet toegespitstop de mogelijkheden van mobiele technologie en is daarvooraangepast. Hetzelfde zal gebeuren bij elektrisch vervoer.’De tweede en derde pijler van DOET – promotie en kennisdeling– genieten op dit moment evenwel veel aandacht. Steinmetz:‘Zo werken wij met TNO aan een technologiecluster. Ditgaat uiteindelijk leiden tot een keurmerk voor elektrischetweewielers. Daarnaast creëren we met het AutomotiveTechnology Centre (ATC) een IPC-cluster. Midden- enkleinbedrijven kunnen gezamenlijk innoveren en hiervoorsubsidie krijgen. Daarmee fungeren wij voor ondernemers alsmatchmaker, wat de branche als geheel vooruit helpt.’Steinmetz besluit met een krachtige oproep: ‘Daarnaast zijn wijserieus in gesprek – met het Rijk en andere stakeholders zoalsD-Incert, PEM, HTAS en vele anderen – over het belang van hetcreëren van een stevige projectenorganisatie. Een publiekprivatesamenwerking is de komende drie jaar nodig om detransitie naar elektrisch vervoer mogelijk te maken.’‘Publiek-privatesamenwerking noodzaakom de komende drie jaartransitie naar elektrischvervoer te maken’16
Dirk Toeters van Peec-Power over ontwikkeling range extender:‘2013 fier overeind als jaar waarin de serieproductie start’‘Range Extender Innovations’ is de naam van het innovatieproject waarbinnen de’s-Gravendeelse onderneming Peec-Power met een consortium werkt aan de realisatie vaneen range extender. Het project wordt uitgevoerd binnen het nationale innovatieprogrammaHigh Tech Automotive Systems in de projectlijn Electric Vehicle Technology.Op het snijden van de kalenderjaren 2008 en 2009 starttePeec-Power met de ontwikkeling van een dertig kilowatt rangeextender. Het bedrijf besefte toen al dat een dergelijke toepassingniet alleen de range van elektrische voertuigen kan vergroten,maar ook de zogenaamde range anxiety – angst om te strandenmet een lege accu – kan wegnemen. ‘Het principe van een rangeextender is eigenlijk zeer eenvoudig’, legt algemeen directeurvan Peec-Power Dirk Toeters uit. ‘Het is in feite niks anders daneen brandstofgenerator. Een kleine verbrandingsmotor wordtgekoppeld aan de accu en dient als generator wanneer de acculeeg raakt. Er wordt dus elektriciteit opgewekt met behulp vanbrandstof.’RendementDe verbrandingsmotor in de range extender van Peec-Powerheeft één cilinder en werkt met twee zuigers. ‘Wij hebbengekozen voor een model met één cilinder omdat deze het bestethermodynamische rendement heeft, oftewel het meeste energieuit de brandstof haalt. De zuigers nemen de onbalans weg dieeen één cilinder motor met zich meebrengt. De verbrandingvindt tussen deze zuigers plaats en de lineaire beweging wordtmet een sinusbaan naar een rotatie omgezet. Met magnetenwordt tenslotte de elektriciteit gegenereerd.’ De ontwikkelingvan de range extender loopt voor Peec-Power volgens schema.In het voorjaar van 2010 kreeg het bedrijf een stevige duw inde rug doordat HTAS bekendmaakt subsidie te verlenen aan hetinnovatieproject ‘Range Extender Innovations’. Naast Peec-Powerhebben TNO, de technische universiteiten van Delft en Eindhoven,MTT, AllGreenVehicles en ProDrive zitting in het innovatieprojectdat geleid wordt door Peec-Power. ‘Met dit project is het voorons mogelijk om meer gedegen te werk te gaan en te zorgen datvanaf het eerste moment de basis van het product perfect staat.’Mechanisme‘Waar de meeste autofabrikanten bij de ontwikkeling van eenrange extender voor bestaande technologie kiezen – en zomotoren met meerdere cilinders gebruiken – zijn wij vanaf nulbegonnen’, vervolgt Toeters. ‘Ons concept bevat minder cilindersen kent een geïntegreerde generator. Het aantal bewegendeonderdelen is beperkt tot drie. Zodoende zijn wij niet alleen lichteren goedkoper, maar is de slijtage ook vele malen lager.’Doordat de grote autofabrikanten alleen proven technology toewillen passen in hun voertuigen, is de pilotfase voor Peec-Power’srange extender volgens Toeters van groot belang. ‘Voordeel is datdeze technologie al wordt toegepast in de lucht- en scheepvaarten wij zodoende weten wat technologisch mogelijk is. Desondanksmoeten wij wel laten zien dat de range extender probleemloos50.000 kilometer of 5.000 uur actief kan zijn.’ Eind dit jaarhopen Toeters en zijn collega’s klaar te zijn voor de productie vande eerste honderd testexemplaren. Deze moeten vervolgens in2012 ingebouwd worden in diverse testplatforms: van personenvoertuigentot lichte bedrijfswagens. Na deze pilotfase moet in2013 de serieproductie in samenwerking met nader te bepalenpartners van startgaan. ‘Wij hopen in de periode die volgt met onslow cost concept voet aan de grond te krijgen bij de grote OEM’s’,besluit Toeters. ‘Daarbij mikken wij op een productieaantal van50.000 tot 100.000 exemplaren per jaar.’OP ZOEKNAAR...‘Om onze range extender uiteindelijk succesvolin de markt te kunnen zetten zijn wijop zoek naar marktpartijen die ons productin licentie of als partner kunnen producerenen vermarkten’, aldus Dirk Toeters. ‘Wij zijneen ingenieursbureau en onze kracht zitlogischerwijs niet in de productie.’17