2024-07 Cruise

26 maart 2024
9
“Modal shift is kansrijk bij
alledaagse ladingen”
Jaarlijks zijn 300.000 tot 760.000 vrachtwagenritten minder nodig als de lading
naar het water verschuift. Die potentie is er volgens het rapport Supply Chain
re-design, dat 14 maart werd gepresenteerd tijdens de Multimodal Transport Expo
in Breda.
Het rapport is opgesteld op verzoek
van onder andere het ministerie van
Infrastructuur en Waterstaat, Topsector
Logistiek en de binnenvaartcoöperaties
NPRC, PTC en ELV.
Auteur en onderzoeker is logistiek
adviseur Wilco Volker, voormalig
directeur van Bureau Voorlichting
Binnenvaart en business development
manager bij de NPRC.
Financiële prikkel
Het gaat bij die vrachtwagenbewegingen
bijvoorbeeld om trailers vol met
huishoudelijk afval, oud papier, staal
maar ook tarwe en prefab bouwmaterialen.
“Het zijn die alledaagse ladingen
die dagelijks de rechterbaan van
Nederland verstoppen”, staat in het
adviesrapport. “Kennis over de mogelijkheden
van vervoer over water en
een financiële prikkel zijn nodig om
het Nederlandse bedrijfsleven de strategische
switch naar het water te laten
maken.”
Een optimale combinatie van vervoer
over water, aangevuld met korteafstandsvervoer
over de weg, levert volgens
het rapport strategische kostenbesparingen
op voor het Nederlands
bedrijfsleven Het draagt ook bij aan de
CO 2
-reductie, gemiddeld 30 procent.
Bovendien sorteren bedrijven ermee
voor op de toenemende drukte op de
weg en chauffeurstekorten. Dat wordt
in het rapport aangetoond met enkele
casestudies. Het zijn voorbeelden van
Cosun Beet en het Zeeuwse Verbrugge
die de afgelopen jaren 10.000 vrachtwagenladingen
extra via het water
vervoerden.
Voor de overheid levert meer inzet
van vervoer over water netto een
besparing van 67 tot 150 miljoen euro
op in infrastructuurkosten. Dat zorgt
zodoende voor een win-win-situatie,
stellen de coöperaties. Zij pleiten ervoor
om naast containers ook voor
bulkstromen vaker het water te kiezen.
“De keuze voor vervoer over water is
een strategische keuze die weliswaar
in de praktijk vaak bij de planner ligt,
maar eigenlijk in de directiekamer
hoort”, aldus Wilco Volker.
Samen met de Topsector Logistiek
gaan de coöperaties binnen het
Joint Corridors off-Roadprogramma
de komende jaren op directieniveau
bij bedrijven de modal shift van
droge bulk onder de aandacht brengen.
Waar nodig begeleiden ze de
herinrichting van de logistieke keten.
“Meer inzet van vervoer over water is
een bewezen oplossingsrichting bij
grote strategische vraagstukken op
het gebied van CO 2
-reductie, leverbetrouwbaarheid
en kostenefficiëntie”,
aldus Volker.
Droge-bulkterminals
De overheid stimuleert het vervoer
over water met subsidieregelingen.
Naast deze prijsprikkel zou de overheid
meer kunnen doen, wordt in het
rapport geadviseerd. Zoals structureler
investeren in de ontwikkeling van
haventerreinen in het achterland waar
droge bulk wordt overgeslagen.
Deze droge-bulkterminals kunnen
dan de toegangspoorten vormen tot
het water, zo stelt het rapport. Investeringen
in die haveninfrastructuur
zijn volgens Volker en de coöperaties
nu nog te vaak een horde die beter
gebruik van de vaarwegen in de weg
staat.
Sluis Fürstenwalde wordt vervangen
door een grotere
De Duitse overheid laat de oude sluis
in Fürstenwalde vervangen. Het is de
enige sluis tussen de Rijn en de Oder
waar schepen tot slechts 67 meter
doorheen kunnen. In 2031 moet er
een nieuwe, 115 meter lange sluis zijn.
Daarmee wil men voorkomen dat
het vervoer op het Oder-Spreekanaal
helemaal stilvalt. Via de sluis in
Fürstenwalde wordt jaarlijks zo’n
300.000 tot 500.000 ton geschut. De
tonnages nemen af doordat steeds
meer kleine binnenschepen naar de
sloop verdwijnen. Hierdoor verschuift
lading naar de weg om vervolgens op
het Mittellandkanaal op grotere binnenschepen
te worden overgeslagen.
Het spoor is geen optie vanwege
capaciteitstekorten. Het gaat vooral
om landbouwproducten en bouwmateriaal.
In de regio zitten ook veel
machinebouwers die hun projectlading
via het water willen vervoeren.
Verder geven staalbedrijven en papierfabrieken
in Frankfurt (Oder) en Eisenhüttenstadt
aan meer gebruik van
de binnenvaart te willen gaan maken.
BLANKENBURG VAART WEER
Autoveer Blankenburg is officieel terug in bedrijf. Sinds
15 maart vaart het autoveer weer tussen Maassluis en
Rozenburg. Het pendelt dagelijks tussen 06.00 en 19.00
uur. Aanvullend vaart fiets-/voetveer Jorina van 19.00 tot
00.00 uur.
Met de (her)ingebruikname van de Blankenburg is een
eind gekomen aan een periode van ongeveer anderhalf
jaar, waarin inwoners van Rozenburg, Maassluis en omstreken
het moesten stellen zonder een veer voor auto’s.
Damen exploiteert het veer voortaan, in ieder geval tot de
zomer van 2025. Zuid-Holland kan de overeenkomst twee
keer met een jaar verlengen. Na opening van de nieuwe
Maasdeltatunnel eind 2024 onderzoekt de provincie wat
nodig is voor de veerverbinding Maassluis-Rozenburg.
(foto Media-TV)
OP DRIFT GERAAKTE WOONBOOT
IS LOS VAN BRUG
De woonboot die begin januari op drift raakte op de Maas
nabij de Maastrichtse wijk Bosscherveld, is eindelijk losgemaakt
van de brug over de Stuwweg. Vrijdag 15 maart
werd de na een dijkdoorbraak vastgelopen woonboot op
het droge getrokken. Het was een bijzondere, bijna specialistische
bergingsoperatie, waarvoor Rijkswaterstaat de
hulp inriep van een aannemer Idverde en zwaartransportbedrijf
Mammoet.
Aan de woonboot werden hijs- en lierpunten bevestigd,
die aan stalen buizen in de grond vastzaten, zodat de
boot naar boven kon worden gerold. De brug, waaronder
de woonboot vast zat, is een paar dagen eerder gestabiliseerd
met ijzeren leggers. Begin maart was al gestart met
het bouwen van een tijdelijke brug. Die verbinding is er
voor de bewoners van 32 andere woonboten. Die maakten
de afgelopen tijd gebruik van een veerpont.
Zonder boeggolf
DOOR: CEES DE KEIJZER
De Kirsten Maersk ligt bijna op haar
merk en is met gezwinde spoed
onder weg naar zee. Toch is er nauwelijks
een boeggolf te zien, wat erop
wijst dat de Kirsten Maersk een bulbsteven
heeft.
Met zo’n min of meer bolvormige
uitstulping aan de onderkant van de
voorsteven wordt door interferentie
de stroming rond de boeg gunstig
beïnvloed. Hierdoor wordt de boeggolf
genivelleerd en vermindert de
weerstand. Dat geeft een hogere snelheid
en tegelijkertijd toch brandstofbesparing.
Het is een extra investering
bij de nieuwbouw, maar blijft de
gehele levensduur effectief en wordt
dubbel en dwars terugverdiend.
Maersk profileert zich vooral met een
enorme containervloot; de op een
na grootste ter wereld. Maar het bedrijf
managet tevens een omvangrijke
tankervloot van 160 eenheden. Hieronder
52 Maersk Product Tankers.
De chemicaliën-/productentanker
Kirsten Maersk van 39.729 DWT meet
183 meter bij 27,40 meter. Naast
containerrederij Maersk Line is
Maersk Product Tankers een van de
onderdelen van de A.P. Møller-Maersk
Group. APM exploiteert ook containerterminals,
is actief in de offshore
en heeft met Svitzer een omvangrijke
sleepbootdivisie.
Thuishaven van zowel de Kirsten
Maersk als zusterschip Karen Maersk
is Kopenhagen. Karen opereert in het
Verre Oosten, Kirsten tussen Middellandse
Zee en Noordwest-Europese
havens.
Ze meert regelmatig af in Rotterdam
en krijgt dan assistentie van Svitzerboten,
wat echter wel beperkt blijft
door gebruik te maken van de boegschroef
van 750 kW. De Deense B&W
hoofdmotor van 9.480 kW is goed
voor een dienstvaart van 15 knopen
(krap 28 kilometer per uur).
(foto Peet de Rouw)
Wereldschepen
Deze rubriek wordt verzorgd door leden van de
Rotterdam Branch, een afdeling van de World Ship
Society. www.wssrotterdam.nl