FACA AAC AC-SIMILE LE - Nilfisk PARTS - Nilfisk-Advance
FACA AAC AC-SIMILE LE - Nilfisk PARTS - Nilfisk-Advance
FACA AAC AC-SIMILE LE - Nilfisk PARTS - Nilfisk-Advance
Erfolgreiche ePaper selbst erstellen
Machen Sie aus Ihren PDF Publikationen ein blätterbares Flipbook mit unserer einzigartigen Google optimierten e-Paper Software.
Stoppen van de dieselmotor<br />
1. Zet de gashendel van de motor (16, Afb. E) in de<br />
minimale stand en laat de hendel enkele minuten in deze<br />
stand staan om het systeem te stabiliseren.<br />
2. Draai de contactsleutel (17, Afb. D) tot het einde tegen<br />
de klok in en verwijder de sleutel.<br />
3. Trek de parkeerrem met de hendel (7, Afb. E) aan.<br />
DE M<strong>AC</strong>HINE STARTEN EN STOPPEN<br />
De machine mag worden gestart om te worden opgesteld:<br />
– in verplaatsingmodus<br />
– in werkmodus<br />
Hierna worden de betreffende werkzaamheden beschreven.<br />
De machine opstellen in de verplaatsingmodus<br />
Bij het verplaatsen van de machine (zonder<br />
veegwerkzaamheden) is het noodzakelijk de<br />
verplaatsingmodus op te stellen door als volgt te werk te<br />
gaan:<br />
1. Start de dieselmotor zoals werd beschreven in het vorige<br />
deel.<br />
2. Controleer of de afvalcontainer (12, Afb. G) omlaag staat<br />
en dat het betreffende controlelampje (26, Afb. D) uit is.<br />
3. Controleer of de aanzuigventilator uit is, zie de hendel<br />
(14, Afb. E).<br />
4. Breng de veiligheidsflens (24, Afb. E) omhoog en breng<br />
met de hendel (12) de aanzuigmond en de zijborstels<br />
omhoog.<br />
5. De gashendel van de motor (16, Afb. E) geleidelijk naar<br />
voren zetten en het toerental op de display (11, Afb. D)<br />
afstellen op 2.500 toeren/min.<br />
6. Start de verplaatsing door de machine met de handen op<br />
het stuur (2, Afb. E) te bewegen. Druk geleidelijk op het<br />
voorste deel van het pedaal (4) om de machine<br />
voorwaarts te bewegen of op het achterste deel om de<br />
machine achterwaarts te bewegen.<br />
De bewegingssnelheid is instelbaar van nul tot de<br />
maximale waarde via de druk op het pedaal.<br />
<strong>LE</strong>T OP!<br />
Vergeet niet dat de achteras wordt<br />
aangedreven. Controleer altijd in de spiegels<br />
of er voldoende ruimte is om te manoeuvreren.<br />
<strong>LE</strong>T OP!<br />
Voordat u over een obstakel (bijvoorbeeld<br />
trottoirs) rijdt, moet u de aanzuigmond<br />
omhoog brengen.<br />
De machine stoppen in de verplaatsingmodus<br />
1. Laat het pedaal (4, Afb. E) los om de machine te<br />
stoppen.<br />
Als u de machine snel tot stilstand wilt brengen, drukt u<br />
ook het pedaal van de servicerem (5) in.<br />
2. Zet de gashendel van de motor (16, Afb. E) in de<br />
minimale stand en laat de hendel enkele minuten in deze<br />
stand staan om het systeem te stabiliseren.<br />
3. Doe de motor uit door de contactsleutel (17, Afb. D) tot<br />
het einde tegen de klok in te draaien en de sleutel te<br />
verwijderen.<br />
4. Trek de parkeerrem met de hendel (7, Afb. E) aan.<br />
GEBRUIKSAANWIJZING<br />
De machine opstellen in de werkmodus<br />
Ga voor het opstellen van de machine in werkmodus als volgt<br />
te werk:<br />
1. Start de dieselmotor zoals werd beschreven in de<br />
specifieke paragraaf.<br />
2. Controleer of de afvalcontainer (12, Afb. G) omlaag staat<br />
en dat het betreffende controlelampje (26, Afb. D) uit is.<br />
3. De gashendel van de motor (16, Afb. E) geleidelijk naar<br />
voren zetten en het toerental op de display (11, Afb. D)<br />
afstellen op 2.500 toeren/min.<br />
4. Start de aanzuigventilator met de hendel (14, Afb. E).<br />
5. Breng de veiligheidsflens (23, Afb. E) omhoog en breng<br />
met de hendel (12) de aanzuigmond en de zijborstels<br />
omlaag om het draaien van de borstels te starten.<br />
OPMERKING<br />
De zijborstels draaien alleen wanneer de<br />
aanzuigmond omlaag staat.<br />
6. Doe indien nodig de kraantjes van het water van de<br />
installatie voor stofbestrijding (8 en 9, Afb. E) aan met<br />
inachtneming van de volgende aanwijzingen:<br />
– Kraantje (8, Afb. E) van de spuitmonden van de<br />
aanzuigmond: altijd aandoen, behalve als het te<br />
reinigen wegdek nat is.<br />
– Kraantje (9, Afb. E) van de spuitmonden van de<br />
zijborstels: aandoen wanneer het wegdek droog en<br />
stoffig is.<br />
7. Schakel de waterpomp van de installatie voor<br />
stofbestrijding in met de schakelaar (19, Afb. D).<br />
8. Trek de handrem met de hendel (7, Afb. E) uit.<br />
9. Start het veegwerk door de machine met de handen op<br />
het stuur (2, Afb. E) te bewegen. Druk geleidelijk op het<br />
voorste deel van het pedaal (4) om de machine<br />
voorwaarts te bewegen of op het achterste deel om de<br />
machine achterwaarts te bewegen.<br />
De bewegingssnelheid is instelbaar van nul tot de<br />
maximale waarde via de druk op het pedaal.<br />
Tijdens de werkzaamheden verzamelt de machine licht<br />
materiaal (zoals stof, papier, bladeren, enz.) en<br />
zwaarder materiaal (steentjes, flessen, enz.).<br />
OPMERKING<br />
De aanzuigmond (10, Afb. G) en de borstels (8<br />
en 9) kunnen ook omhoog en omlaag worden<br />
gebracht met de machine in werking.<br />
De borstels draaien niet als ze omhoog staan.<br />
33014085(3)2006-06 A 13