FACA AAC AC-SIMILE LE - Nilfisk PARTS - Nilfisk-Advance

CONTROLE VAN HET REMOLIEPEIL
1. Schakel de parkeerrem (7, Afb. E) in.
2. Doe de motor uit door de contactsleutel (17, Afb. D) tot
het einde tegen de klok in te draaien en de sleutel te
verwijderen.
3. Open de klep rechts (16, Afb. G) door de stoppen (17)
los te halen met de meegeleverde sleutel.
4. Controleer of het oliepeil in het reservoir (15, Afb. F)
tussen de markeringen minimum en maximum staat. Vul
indien nodig bij met dezelfde olie als in het circuit.
Meestal gebruikte olie: DOT4.
5. Sluit de onderste klep rechts (16, Afb. G) door de
stoppen (17) vast te maken met de meegeleverde
sleutel.
CONTROLE VAN DE WERKING VAN HET
GELUIDSSIGNAAL VAN DE ACHTERUIT
1. Controleer of het geluidssignaal aangaat als de machine
in z’n achteruit wordt gezet.
Stel de activeringsensor indien nodig af zoals
beschreven in de Werkplaatshandleiding.
CONTROLE VAN DE BANDENSPANNING
1. Schakel de parkeerrem (7, Afb. E) in.
2. Doe de motor uit door de contactsleutel (17, Afb. D) tot
het einde tegen de klok in te draaien en de sleutel te
verwijderen.
3. De bandenspanning moet als volgt zijn:
– voorbanden: 4,0 Bar
– achterbanden: 4,0 Bar
LET OP!
Respecteer de waarden voor de
bandenspanning op de betreffende stickers.
De waarden op de banden verwijzen naar
standaardbelastingen en -snelheden, maar
komen niet overeen met de
bedrijfsomstandigheden van de machine.
CONTROLE VAN DE HOOGTE EN WERKING
VAN DE AANZUIGMOND EN DE FLAP
Voorbereidende handelingen
1. Schakel de parkeerrem (7, Afb. E) in.
2. Breng de aanzuigmond (10, Afb. G) omhoog, ga te werk
zoals beschreven in het specifieke deel.
3. Doe de motor uit door de contactsleutel (17, Afb. D) tot
het einde tegen de klok in te draaien en de sleutel te
verwijderen.
Controle van de wielen van de aanzuigmond
4. Controleer of de drie wielen (1, Afb. Z) van de
aanzuigmond in goede staat zijn en vrij draaien (of ze
niet gevouwen/verbogen zijn door botsingen of hoge
druk enz.). Controleer bovendien of de banddikte (2) niet
minder is dan enkele millimeters.
Vervang indien nodig de banden (1) (zie de procedure in
de Werkplaatshandleiding).
GEBRUIKSAANWIJZING
Controle van de sledes
5. Controleer of de hoofdslede (3, Afb. Z) en de voorsledes
(4) en (5) in goede staat zijn en dat de dikte (6) niet
minder is dan 5 mm, vervang ze anders (zie de
procedure in de Werkplaatshandleiding).
Het is belangrijk om de sledes (3), (4), (5) te vervangen
wanneer ze nog niet helemaal zijn opgebruikt om geen
schade te veroorzaken aan de betreffende
bevestigingsschroeven waardoor de demontage van die
schroeven bemoeilijkt zou worden.
Het is raadzaam de sledes (3), (4), (5) tegelijk te
vervangen zodat er geen onregelmatigheden optreden
bij de naden (7) door de verschillende gebruiksniveaus
van de afzonderlijke sledes.
Controle van de flap en van de stand van de wielen
van de mond
6. Controleer of de flap (8, Afb. Z) intact is en er geen grote
uitrukkingen (10) of breuken (11) zijn die de normale
aanzuigcapaciteit van de mond kunnen benadelen.
Vervang indien nodig de flap (8) (zie de procedure in de
Werkplaatshandleiding).
7. Zet de machine op een vlakke ondergrond en laat de
aanzuigmond (10, Afb. G) zakken, zie de procedure in
het betreffende deel.
8. Doe de motor uit door de contactsleutel (17, Afb. D) tot
het einde tegen de klok in te draaien en de sleutel te
verwijderen.
9. Controleer of de afstand (11, Afb. Z) van de flap tot de
grond niet groter is dan 1 cm. Grotere afstanden kunnen
de normale aanzuigcapaciteit van de mond benadelen.
Vervang indien nodig de flap (11) (zie de procedure in de
Werkplaatshandleiding).
10. Controleer ook of met de drie wielen (1, Afb. Z) steunend
op het wegdek, de sledes (3), (4), (5) het wegdek niet
raken. Vervang als dit het geval is de banden (1) om een
extreem verbruik van de sledes te vermijden (zie de
procedure in de Werkplaatshandleiding).
11. Start volgens de procedure in het betreffende deel, de
machine en doe de flap (8, Afb. Z) omhoog en controleer
of deze eenvoudig omhoog gaat. Controleer of deze ook
omhoog gaat bij een druk van enkele kilo’s (simulatie
van het verplaatsen van flessen of andere objecten die
moeten worden opgezogen). Indien nodig de
openingskracht van de flap (8) als volgt afstellen:
– Zet de machine uit.
– Verwijder de schroeven en het rechterpaneel (20,
Afb. E) van de cabine.
– Draai de contramoer (1, Afb. Y) van de regelklep los
en draai de schroeven (2) zoveel als nodig,
overwegende dat:
– losschroeven vermindert de openingskracht;
– vastschroeven verhoogt de openingskracht.
– Als de afstelling is uitgevoerd, moet u de contramoer
(1) weer aandraaien.
– Zet het rechterpaneel (20, Afb. E) van de cabine
terug en haal de schroeven aan.
12. Monteer de verwijderde onderdelen in de omgekeerde
volgorde van de demontage.
33014085(3)2006-06 A 23