23.08.2015 Views

Provincie Noord-Holland Ruimtelijke onderbouwing reconstructie N235-N247

Bijlage 6 Goede Ruimtelijke Onderbouwing - Gemeente Waterland

Bijlage 6 Goede Ruimtelijke Onderbouwing - Gemeente Waterland

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

IDDS Archeologie rapport 1376Versie 1.4 (concept)4. Conclusie en aanbevelingenIn opdracht van Witteveen+Bos zijn in april 2012 een archeologisch bureauonderzoek en eeninventariserend veldonderzoek (IVO), verkennende fase, uitgevoerd in verband met de geplande(her)ontwikkeling van het plangebied aan de <strong>N235</strong>-<strong>N247</strong> in Amsterdam-<strong>Noord</strong>, gemeenteAmsterdam.Het onderzoek heeft uitgewezen dat het plangebied is gelegen op een opgebracht pakket zand dateen talud vormt vanaf de Slochterweg naar de brug over de Broekervaart. De oude route liep langshet <strong>Noord</strong>-<strong>Holland</strong>s Kanaal maar is in de loop van de eerste helft van de 20 ste eeuw verlegd naar dehuidige loop, waarbij het talud is opgebracht. De geplande werkzaamheden zullen plaatsvinden in dittalud, bestaande uit opgebracht zand. Naar verwachting worden daarom geen archeologische restenverstoord.4.1. Beantwoording vraagstellingWat is de fysiek-landschappelijke ligging van de locatie?Het plangebied ligt in het westelijk veengebied dat vanaf de Late Middeleeuwen is ontgonnen.Hoe is de bodemopbouw in het plangebied en in welke mate is deze nog als intact tebeschouwen?De bodemopbouw in het plangebied bestaat vrijwel volledig uit opgebracht en omgewerkt materiaal.De uitzondering hierop is het voormalige maaiveld dat is aangetroffen onderin boring 5.Bevinden zich archeologisch relevante afzettingen in het plangebied? En zo ja, op welke diepteten opzichte van het maaiveld en het NAP?Het plangebied is opgebouwd uit opgebracht materiaal dat daarom geen archeologische verwachtingheeft. In het oude maaiveld onderin boring 5 is het wel mogelijk om archeologische resten aan detreffen, maar op basis van het bureauonderzoek is de verwachting laag. Dit niveau bevindt zich opcirca -2,25 m NAP.Wat is de specifieke archeologische verwachting van het plangebied en wordt deze bij hetveldonderzoek bevestigd?Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek wordt verwacht dat de ondergrond van dewegen vrijwel volledig bestaat uit een opgehoogd talud uit de 20 ste eeuw. De omgeving van het taludheeft een lage verwachting voor archeologische resten op basis van de ontginningsgeschiedenis inde Late Middeleeuwen. Voor resten vóór de ontginning geldt een lage verwachting, eveneens voorresten vanaf de ontginning.Het veldonderzoek heeft uitgewezen dat het talud inderdaad bestaat uit opgebracht materiaal. Hierinworden geen archeologische resten in situ verwacht. Buiten het talud is een boring gezet om hieronderzoek te doen voor de aanleg van de toegang van de bushalte. Vanwege de beperkte toegangvan dit gebied is hier een boring noodgedwongen in de dijk langs de Broekervaart gezet. Hetoorspronkelijke maaiveld dat is aangetroffen onderin boring 5 op een niveau van circa -2,25 m NAPbevat mogelijk resten vanaf de ontginning in de Late Middeleeuwen, maar de verwachting hiervoor islaag.Hoewel niet het doel van een verkennend booronderzoek, kunnen er toch archeologischeindicatoren worden aangetroffen. Indien deze worden aangetroffen, dan gelden tevens devolgende vragen: wat is de verticale en horizontale ligging van de aangetroffen indicatoren, wat isde datering en wat is de invloed van deze vondsten op de archeologische verwachting van hetplangebied?Er zijn geen archeologische resten aangetroffen in het plangebied.In hoeverre worden eventueel aanwezige archeologische waarden bedreigd door devoorgenomen bodemverstorende werkzaamheden?13

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!