01.09.2015 Views

environment

environment

environment

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Ingeokring Newsletter<br />

omgewerkt naar de op de figuren genoemde legendaeenheden.<br />

In de profielen vallen de volgende zaken op:<br />

- Profiel C-C’, het meest zuidelijke dwarsprofiel:<br />

opvallend is de afwezigheid van het keileempakket<br />

ondanks de hoogte van de Hondsrug op deze<br />

dwarsdoorsnede. Dit betekent dat regenwater hier<br />

ook goed kan infiltreren. Daarnaast is het aandeel<br />

lemig/siltig zand en klei beduidend geringer dan in<br />

de noordelijke profielen. Hoewel ook hier van enige<br />

beperkingen ten aanzien van vrije<br />

grondwaterstroming sprake zal zijn.<br />

- Profiel D-D’, het profiel in de lengterichting van de<br />

Hondsrug: dit profiel illustreert duidelijk een sterke<br />

isolatie van het dal van het Voorste Diep (met WNP1<br />

centraal daarin) voor wat betreft water toestroom.<br />

In het noorden, onder Drouwenerzand, is het dal<br />

volledig geïsoleerd. Ook van onderen uit is het dal<br />

geïsoleerd. Vanuit het zuiden is het dal in mindere<br />

mate geïsoleerd. In het dal zelf bestaat het sediment<br />

tot een diepte van circa 30 m (- NAP) uit fijn en grof<br />

zand, een voorkomen van relatief beperkte omvang.<br />

kennis van zaken gebruikt en geïnterpreteerd moeten<br />

worden.<br />

- Het gebruik van een stratigrafisch, of<br />

geologische, eenheden niet altijd de oplossing biedt.<br />

5 Referenties<br />

- Assen West en Oost (12 W + O), Toelichtingen<br />

bij de Geologische kaart van Nederland 1:50.000. Door:<br />

J.H.A. Bosch, Rijks Geologische Dienst, 1990.<br />

- De lithostratigrafische indeling van Nederland -<br />

Formaties uit het Tertiair en Kwartair, versie 2000. Door:<br />

Weerts, H.J.T., Cleveringa, P., Ebbing, J.H.J., de Lang<br />

F.P. en Westerhoff, W.E., TNO-NITG, april 2000, No. 00-<br />

95-A.<br />

Met deze beschrijvingen en constateringen is voor het<br />

atypische kwelgedrag van het dal van het Voorste Diep<br />

een aannemelijke oorzaak aan te wijzen. Namelijk een<br />

grotendeels geïsoleerde geohydrologische positie van<br />

dit dal ten gevolge van slecht doorlatende<br />

sedimentpakketten in haar directe omgeving.<br />

Uit het gegenereerde ruimtelijk ondergrondmodel is, ter<br />

illustratie van het onderzoeksgebied en de mogelijke<br />

oorzaak van het afwijkende kwelgedrag van het dal het<br />

Voorste Diep, ook nog een ruimtelijke overzichtsfiguur<br />

gedistilleerd, weergegeven in figuur 3. In deze figuur is<br />

getracht de isolatie van het dal ruimtelijk weer te geven.<br />

Hiertoe zijn alle fijn en grof zandpakketten uit het<br />

ruimtelijk model weggelaten, tevens is het keileempakket<br />

weggelaten, teneinde een vrije inkijk in de ondergrond<br />

met haar storende lagen te garanderen.<br />

4 Belangrijkste conclusies<br />

Het doel van het onderzoek was om een verklaring voor<br />

het, ten opzichte van het model, afwijkende kwelgedrag<br />

van het dal van het Voorste Diep te vinden. Waarbij de<br />

afwijking bestaat uit een veel te droog dal in<br />

tegenstelling tot de modelvoorspelling van een nat,<br />

kwelrijk, dal.<br />

Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat:<br />

- Het dal feitelijk voornamelijk omgeven is door<br />

slecht doorlatende sedimentpakketten, waardoor de<br />

toestroom van water naar het potentiële kwelgebied sterk<br />

gehinderd wordt.<br />

- De ligging van de storende pakketten ruimtelijk<br />

redelijk goed gemodelleerd kan worden ondanks de<br />

heterogene dataset.<br />

- Het gebruik van gegevens uit spoelboringen met<br />

42

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!