Toelichting - Gemeente Rucphen

2. Provincie Noord-Brabant, ‘s-Hertogenbosch
4
Korte inhoud ingediende reactie:
a. In de toelichting wordt nog gerefereerd aan provinciaal beleid dat niet meer van
kracht is.
b. De principes van zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit en kwaliteitsverbetering van
het landschap zijn in zijn algemeenheid in het bestemmingsplan niet als
uitgangspunt betrokken.
c. Een aantal bedrijven hebben ruime bouwblokken, dit is in strijd met het provinciale
beleid voor zuinig ruimtegebruik. Deze bouwblokken moeten een bouwblok op maat
krijgen.
d. Een retrospectieve toets ontbreekt.
e. De indruk bestaat dat er veel vrijkomende agrarische bedrijven in het plangebied
liggen. Duidelijk moet worden gemaakt dat alle overtollige bebouwnig op deze
percelen is gesloopt.
f. Binnen het plangebied zijn enkele nieuwe horecabestemmingen opgenomen.
g. Er zijn enkele nieuwe solitaire recreatiewoningen opgenomen.
h. De EHS is over het algemeen correct opgenomen.
i. Bij de detailbestemmingen Bos, Natuur, Groen-LE, AW-N en bij de
dubbelbestemmingen ontbreken werken en/of werkzaamheden die vallen onder
‘strijdig gebruik’.
j. In artikel 14.2.1. en in artikel 34.4.1. ontbreken de afwegingscriteria voor de
omgevingsvergunningsplichtige werken.
k. Ten behoeve van het behoud van de natuurwaarden dient in artikel 5 een
beschermingsregime in de vorm van een omgevingsvergunning te worden
opgenomen.
l. In de plantoelichting dient een ontwikkelingsperspectief voor het agrarisch gebied
te worden opgenomen.
m. In diverse bepalingen van de planregels staat dat nevenactiviteiten ook in
voormalige agrarische bedrijfsgebouwen mogen worden uitgevoerd. Er is dan geen
sprake meer van een nevenactiviteit.
n. De opmerking ‘paarden’ als nevenactiviteit in bepaalde artikelen behoeft
verduidelijking.
o. Uitbreiding van teeltondersteunend glas tot 1,5 ha. is slechts toegestaan binnen de
in de VR hiervoor aangeduide gebieden en binnen het bouwblok en niet in het
gehele agrarisch gebied, zoals in de voorschriften van het voorontwerp
bestemmingsplan is opgenomen.
p. De functie akkerbouw binnen de bestemming woning dient nader te worden
toegelicht.
q. De groenblauwe mantel is niet correct in het voorontwerp bestemmingsplan
verwerkt.
r. Het voorontwerp bestemmingsplan bevat mogelijkheden voor omschakiling naar
een overig niet-grondgebonden agrarisch bedrijf binnen de groenblauwe mantel.
s. De omschrijving ‘de bebouwing dient zoveel mogelijk worden geconcentreerd
binnen het agrarisch bouwblok’ bij de wijzigingsbevoegdheid van grondgebonden
naar niet-grondgebonden in het agrarisch gebied, dient te worden gewijzigd naar
‘in zijn geheel te worden geconcentreerd…’.
t. De wijzigingsbevoegdheid naar manege en productiegerichte paardenhouderij dient
in overeenstemming te worden gebracht met de VR.
u. Verzocht wordt om een maximale maatvoering op te nemen voor de omvang van
tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwblok.
v. Verzocht wordt om voorschriften op te nemen die de landschappelijke waarden
beschermen.
w. Voor het bouwen van bedrijfswoningen dient door middel van een onderbouwing de
noodzaak te worden aangetoond en tevens dient voldaan te worden aan de
voorwaarden voor een goede landschappelijke inpassing.
x. Verzocht wordt om artikel 6.11 sub aa te verduidelijken, om uit te sluiten dat er
meerder bedrijsfwoningen per een bedrijf worden toegestaan.
y. In de wijzigingsbevoegdheid naar wonen en de woningsplitsing van een
karakteristieke boerderij, dient de sloop van alle overbodige bebouwing in de
voroschriften te worden geregeld.
z. Om wonen in een waardevol bijgebouw van een karakteristieke boerderij, of
woningsplitsing van een karakteristieke boerderij mogelijk tem aken dient in de
4