Toelichting - Gemeente Rucphen

7. Rucphensebaan, Perceel U223, IA11/00838
9
Korte inhoud ingediende reactie:
a. In het voorontwerp bestemmingsplan heeft het perceel U 223 de bestemming
‘Water’ gekregen. Tot heden heeft het perceel altijd een agrarische bestemming
gehad. Uit de voorschriften behorende bij de bestemming ‘Water’ blijkt dat het
huidige gebruik in strijd is met hetgeen hier beschreven wordt. Verzoek is om de
bestemming ‘Water’ te wijzigen in ‘Agrarisch’. De bestemming ‘Water’ betekent,
door verminderde gebruiksmogelijkheden, een waardevermindering van het
perceel.
Inhoudelijke reactie:
a. In het bestemmingsplan ‘Buitengebied 1998’ heeft het perceel de bestemming
‘Agrarisch gebied’ en is er tevens een landschapselement opgenomen. In het
voorontwerpbestemmingsplan ‘Buitengebied 2011’ is op een gedeelte van het
betreffende perceel en het naastgelegen perceel de bestemming ‘Water’
opgenomen.
Het betreft een voorkeurslocatie die bepaald is op basis van de studie
"waterberging Nijverhei en Binnentuin" d.d. 11 oktober 2010. Deze studie is
uitgevoerd in samenwerking met het waterschap als vervolg op de Integrale
Gebieds Analyse (IGA). Dit is overigens geen vastgesteld beleidstuk. Schuiven met
deze waterberging is momenteel geen optie gelet op de uitkomst van de studie. De
gemeente is bezig met grondverwerving op vrijwillige basis. Er is nog geen
zekerheid dat deze gronden gebruikt kunnen worden voor de waterberging.
Door de gronden in het voorontwerpbestemmingsplan ‘Buitengebied 2011’ de
bestemming ‘Water’ te geven is de gemeente wat voorbarig geweest. Gelet op het
feit dat het gaat om grondverwerving op vrijwillige basis kan het opleggen van de
bestemming ‘Water’ gezien worden als een middel om de verkoop af te dwingen
hetgeen niet de bedoeling is. De gronden zullen daarom ook aangepast worden en
de bestemming ‘Agrarisch’ krijgen, zoals de rest van het perceel. Bij de
bestemming ‘Agrarisch’ zal in de regels de mogelijkheid opgenomen worden om de
gronden te wijzigen in de bestemming ‘Water’ ten behoeve van waterberging.
Conclusie:
a. De verbeelding en planregels worden aangepast.
9