Toelichting - Gemeente Rucphen

85
70. Gastelsebaan 16a, IA11/00530
Korte inhoud ingediende reactie:
a. Verwezen wordt naar een gesprek met behandelend ambtenaar. Ter plaatse van de
Gastelsebaan 16a wordt een tuinbouwbedrijf geëxploiteerd met voornamelijk
vollegrond aardbeien. Reclamant wil graag de mogelijkheid hebben om indien
noodzakelijk over te kunnen schakelen op stellingteelt met overkapping. Paragraaf
3.6 van de regels van het voorontwerp geeft aan dat grondgebonden maximaal 1,5
hectare en maximaal 2,5 meter hoogte mag bedragen. Reclamant geeft aan dat
voor het behoud van een volwaardig agrarisch bedrijf een verruiming met
teeltondersteunende stellingen mogelijk moet zijn van minimaal 2 hectare buiten
het bouwvlak om. Tevens is de hoogte niet toereikend en is hiervoor in de praktijk
3 meter nodig. Verzoek is om dit gewijzigd mee te nemen in het nieuwe plan.
Inhoudelijke reactie:
a. Het verzoek heeft betrekking op paragraaf 3.2.2.b.3 en paragraaf 3.6.12. Hierin
wordt aangegeven dat de hoogte van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen
maximaal 2,5 meter hoog mag zijn en voor maximaal 6 maanden. Voor
teeltondersteunend glas wordt een maximale hoogte aangegeven van 8 meter en
het bouwvlak mag met 1,5 ha uitgebreid mag worden.
Stellingenteelt wordt gezien als een vorm van permanente teeltondersteunende
voorzieningen welke binnen het bouwvlak opgericht dienen te worden. In het
voorontwerpbestemmingsplan ‘Buitengebied 2011’ is een omissie gelet op het feit
dat er geen differentiatievlakken of mogelijkheden hiertoe zijn opgenomen. Dit zal
worden aangepast.
Tijdens de inventarisatie ten behoeve van de herziening van het bestemmingsplan
Buitengebied medio 2009 is de mogelijkheid geboden om eventuele ontwikkelingen
kenbaar te maken aan het college. Gelet op de voortgang van het traject, alsmede
het feit dat het bij deze herziening overwegend om een conserverend plan gaat,
heeft deze mogelijkheid tot 1 mei 2010 gelopen. Vanaf dat moment heeft het
college besloten geen nieuwe verzoeken meer mee te nemen in de herziening van
het plan, om de voortgang van het plan te kunnen waarborgen. Opgemerkt moet
worden dat de verzoeken ingediend vóór 1 mei 2010 wél zijn beoordeeld en
getoetst aan de bestaande voorwaarden, alsmede aan het vigerende beleid. Door
het college is derhalve een gedegen afweging gemaakt of al dan niet medewerking
verleend kon worden.
Het betreft hier een nieuw verzoek welke nog niet concreet is. Op het moment dat
het overschakelen naar stellingenteelt wenselijk is en hier concrete plannen voor
zijn kan het verzoek hiertoe worden ingediend. Deze zal dan getoetst worden aan
de vigerende wet- en regelgeving.
Conclusie:
a. De verbeelding en de regels zullen worden aangepast.
85