HET TWEEDE GEZICHT - Braak, Menno ter

More documents

Recommendations

Info

orang letjo aan den orang oetan dan wel aan den graaf Coudenhove Calergi is verwant; en niettemin vereischt het dringend oplossing. Want als men prof. Revesz niet in een vakje kan duwen, blijkt de psychologie universeeler dan de Universiteit; dan begint zij weer verdacht veel te gelijken op die onserieuze liefhebberij van Montaigne, die men ook een passie kan noemen; en dit zou, nu men nog wel de eenigszins verdachte diepte voor het zeer onverdachte experiment heeft laten schieten, een uitermate bevreemdenden indruk maken. Liever deponeere men Revesz' hoofd bij de wiskunde, zijn romp bij de letteren en zijn beenen bij de geneeskunde, dan dat men hem zoo vrij in de lucht late hangen; Bever hakke men de psychologie nu definitief in Brie stukken, dan dat men haar zou erkennen als een discipline, waarvoor de Hoogere Vakschool geen etiquet zou kunnen vinden! ECKERMANN'S GESPRACHE MIT ECKERMANN Wat zou er geschied zijn, wanneer Eckerman niet met Goethe, maar met een collega van zijn eigen proporties had gesproken? Men kan het thans bevroeden, nu Emil Ludwig zich niet met Goethe, maar met Mussolini in verbinding heeft gesteld, om met dezen dictator eenige „Plauderstiindchen" door te brengen, en daarna deze gesprekken met een uiterst gewichtige inleiding heeft laten drukken (Mussolinis Gesprdche mit Emil Ludwig). Want het wonderbaarlijkste blijkt waarheid: als men twee menschen, zoo verschillend als den habielen superjournalist Ludwig en den donderenden daadmensch Mussolini, met elkaar in een kamer op- 198
sluit, bieden zij tegen elkaar op in de daverendste banaliteiten. Zij kunnen het opperbest vinden bij hun dialectische oefeningen, jongleeren samen allergenoelijkst met Goethe en Nietzsche, voegen elkaar de onmogelijkste uitspraken toe en worden nooit boos, behalve Mussolini eenmaal, om zijn reputatie te handhaven. Ludwig vraagt bijv. vriendelijk aan Mussolini: „ Waren Sie aufder Reise Hach Rom in der Stimmung eines Kiinstlers, der sein Werk beginnt, oder eines Propheten, der berufen wird?" — en Mussolini antwoordt prompt: „Kiinstler". Wat zou hij anders antwoorden? Profeet? Had ook gekund, maar men kan Been twee dingen tegelijk antwoorden .. . „In all diesen Standen wurde kein. uberflussiges Wort gesprochen," beweert Ludwig koelbloedig. Het heeft mij joist getroffen, dat ieder woord in deze dialogen zoo niet overbodig, dan toch zinledig is. Het is jammer van de groote ensceneering, die door Ludwig met veel vertoon Haar voren wordt gebracht: maar om van Mussolini een „philosophischer Geist", een herrezene Cesare Borgia, zelfs een „Schuler Nietzsches" te maken, daarvoor is nog meer boerenbedrog noodig, dan zelfs een Emil Ludwig in 23o pagina's kan op-. brengen. De task, ik moet het erkennen, is niet gering. De sentimentaliteit der massa wil, dat de groote man van de Daad ook de groote man van de Gedachte zal zijn. Men kan het niet verdragen, dat men door banale individuen bij den neus wordt rondgeleid; men wil intelligent bedrogen zijn; en daarom vraagt men van Emil Ludwig, dat hij den dictator zal opvijzelen tot denker. De Gedachte moet de Daad kleeden; haalt 199
Page 1:
MENNO TER BRAAK HET TWEEDE GEZICHT
Page 9 and 10:
MENNO TER BRAAK HET TWEEDE GEZICHT
Page 11 and 12:
Aan M. van Crevel op Voensdagmiddag
Page 13 and 14:
lk de betrekkelRe waarde van m#n on
Page 15:
met hem deelen. Kunnen begr/pen; wa
Page 18 and 19:
te grijpen dan het axioma van de ve
Page 20 and 21:
en ordentelijke menschen te zijn, m
Page 22 and 23:
lijke allure, Fedor Vergin, . . . o
Page 24 and 25:
gen: hoe kwam deze man er toe, de p
Page 26 and 27:
lige schaduwspel der inconsequentie
Page 28 and 29:
Spengler is een excuus, voor het ge
Page 30 and 31:
scherven (het onbewuste Europa!) da
Page 32 and 33:
iemand, Wiens woorden met zijn geda
Page 34 and 35:
gevolgd te worden! Na tien bladzijd
Page 36 and 37:
Het tweede gezicht van Vergin is, n
Page 38 and 39:
Tocht van Arij Prins wel geeerbiedi
Page 40 and 41:
als men een roman aan zijn uitgever
Page 42 and 43:
plaats voor het personeel met het c
Page 44 and 45:
ik bij voorbaat; een auteur, die, o
Page 46 and 47:
schwarze Vollbart", „kurze, hOrba
Page 48 and 49:
met gepaster middelen den vrijen te
Page 50 and 51:
te halen, om zich aldus zijn pictur
Page 52 and 53:
umstandlich und tOricht. Die Manner
Page 54 and 55:
neer zijn houvast in gevaar komt, l
Page 56 and 57:
Huxley's Point Counter Point, waari
Page 58 and 59:
ij excessen, zelfs regelrecht Leide
Page 60 and 61:
lijft, ook onder het nieuwe aspect,
Page 62 and 63:
anderen als truc gaat doorzien, ver
Page 64 and 65:
haren gaan uitvallen en zijn inspir
Page 66 and 67:
kent als nijver, speurend, neuzend,
Page 68 and 69:
sequenties, zooals een ander op een
Page 70 and 71:
zal" zegt Donker in ditzelfde opste
Page 72 and 73:
een groep, die zich op grond van sc
Page 74 and 75:
hoewel hij zelf dikwijls de man is
Page 76 and 77:
PAAPSCHE SYMPATHIEEN D E schrijvers
Page 78 and 79:
oozen droom der cynische cultuurloo
Page 80 and 81:
litteratuurtradities opgewarmden vr
Page 82 and 83:
„Seine Bertihmtheit erlangte Herr
Page 84 and 85:
tijds eenigen opgang als roman a cl
Page 86 and 87:
terwiji hij natuurlijk (waarom? vol
Page 88 and 89:
en, dat wij Vincent Haman, en de ou
Page 90 and 91:
der artistenrevolutie, alsof er nie
Page 92 and 93:
groepen wasfiguren in een panopticu
Page 94 and 95:
NAAR EEN „CONCERTGEBOUW" VOOR DE
Page 96 and 97:
wij beschikten toen ter tijd nog ni
Page 98 and 99:
gaan bekijken. Wat hebben wij gevon
Page 100 and 101:
men ondergaat slechts den „filmdr
Page 102 and 103:
doorloopend over naar de sentimenta
Page 104 and 105:
estaan! Zou het niet om te gieren v
Page 106 and 107:
pair Sieyes een gewillig werktuig v
Page 108 and 109:
het lied dat van liefde en lijden z
Page 110 and 111:
BIJ HET GRAF VAN DEN „CINEAST" EN
Page 112 and 113:
telaren meer noodig heeft. Nu wil d
Page 114 and 115:
geen probleem meer is; want straks
Page 116 and 117:
jagen op paradoxen kan zelfs een be
Page 118 and 119:
tallisatie" te laten vallen, wannee
Page 120 and 121:
andere kategorie, waarvan zij niets
Page 122 and 123:
nu maar niet eens van het wetenscha
Page 124 and 125:
praat met alles, wanneer het maar n
Page 126 and 127:
DIONYSOS EN PENTHEUS H. V. Brann, N
Page 128 and 129:
ijzondere aandacht, wanneer hij pel
Page 130 and 131:
schrijven zonder zich te geneeren,
Page 132 and 133:
ken, dat deze feiten het werk aan a
Page 134 and 135:
de betere snort, met wat al te veel
Page 136 and 137:
„Hurra, wieder der pikante Anknup
Page 138 and 139:
gaarne wijzen op den pathologischen
Page 140 and 141:
de aandacht ontsnapt. Overal, waar
Page 142 and 143:
len zwar Geist haben, aber der Geis
Page 144 and 145:
aren" te verstaan heeft; want barba
Page 146 and 147:
tuigd, hoofdzakelijk (zij het dan o
Page 148 and 149:
ook. Ongetwijfeld echter denkt zoow
Page 150 and 151:
des siekehnten Jahrhunderts onze go
Page 152 and 153:
HITLER, EBENBILD DES HER RN WAT men
Page 154 and 155:
van de verkiezings-campagne, maar o
Page 156 and 157:
wondering voor de Joden; voor Hitle
Page 158 and 159:
NATIONALISME, GEOPENBAARD EN VERLOO
Page 160 and 161:
politischen Attentate des Nachkrieg
Page 162 and 163:
twijfeld niet in de eerste plaats;
Page 164 and 165: moord zelf. Geen fanfares, geen vul
Page 166 and 167: we, of hij gouwleider is geworden,
Page 168 and 169: EINSTEIN " • • • es besteht e
Page 170 and 171: zins mee weg. Liever benader ik Ein
Page 172 and 173: langstelling voor de rest van het L
Page 174 and 175: een belang hebben analoog aan dat v
Page 176 and 177: zijn „stark bestrittene" relativi
Page 178 and 179: woorden heeft verminderd, dan is he
Page 180 and 181: hem op grond van vroegere uitsprake
Page 182 and 183: zelfs de „knotting van de geestes
Page 184 and 185: wij geen afzonderlijk machtsproblee
Page 186 and 187: poses, waarom men tegenwoordig gevo
Page 188 and 189: iiberhaupt mogelijk te maken. Zij v
Page 190 and 191: exempelen van den schoolmeester, di
Page 192 and 193: verre een nieuw phaenomeen, dat hij
Page 194 and 195: was hij toch nooit de man om daarva
Page 196 and 197: sche bespiegelingen; in veel gevall
Page 198 and 199: JOURNAAL VAN HET TWEEDE GEZICHT (19
Page 200 and 201: tivist om zijn publiek wijs te make
Page 202 and 203: lijke verschijningsvorm van den „
Page 204 and 205: der Middelbare Scholen en der Hoofd
Page 206 and 207: Point Counter Point, maakt misschie
Page 208 and 209: Dit proza is onderteekend door beid
Page 210 and 211: Een vraag: zou het geen aanbeveling
Page 212 and 213: eens instrument gevoeld hebben, tot
Page 216 and 217: dus den tailleur, die den daadmensc
Page 218 and 219: had dan de Duce zulke eerlijke en o
Page 220 and 221: met deze dame weinig van opinie zal
Page 222 and 223: Volgen de gewone verlegenheidsargum
Page 224 and 225: het bekende werk van den modekoning
Page 226 and 227: SANCTA SIMPLICITAS Naar men in de d
Page 228 and 229: allures om niet een daverenden lack
Page 230 and 231: ij wijze van spreken, altijd Zondag
Page 232 and 233: litho" (ik noem het luciferspuzzle,
Page 234 and 235: met een gedegenereerden puntschedel
Page 236 and 237: elle", het symbool, de werkelijkhei
Page 238 and 239: „Het talent van De Graaff heeft z
Page 240 and 241: Ik beweer allerminst, dat mijn verk
Page 242 and 243: Voortreffelijke en altijd lezenswaa
Page 244 and 245: maar met „onderdrukking van leers
Page 246 and 247: Winkel blijft, voor mij althans, te
Page 248 and 249: vrome kitsch dreigde te triomfeeren
Page 250 and 251: draagt meer epigonisme, omdat het g
Page 252 and 253: hij had daarvoor natuurlijk eenige
Page 254 and 255: kelijke bekentenissen Pages de Jour
Page 256 and 257: nisme dreef; juist de machinale gem
Page 258 and 259: lijve op dezen feestdag in het midd
Page 260 and 261: c. de goedgekleede kooplieden, die
Page 262 and 263: engen, in beter welstand verkeert d
Page 264 and 265:
kabinetscrisis. Enkele hoogwaardigh
Page 266 and 267:
iswaar in andere gemeenplaatsen dan
Page 269 and 270:
BIBLIOGRAPHIE
Page 271 and 272:
TIJDSCHRIFTEN DE VRIJE BLADEN Jaarg
Page 273 and 274:
5 Grondslagen der filmaesthetiek.*
Page 275 and 276:
Jaargang III 1929/31 Afl. 7 De nede
Page 277:
Jaargang IV 1935 Afl. 4 Thea ter Br
Page 280:
Deze uitgave van MENNO TER BRAAK :
show all

HET TWEEDE GEZICHT - Braak, Menno ter

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?