BODEMBREED INTERREG - Louis Bolk Institute
BODEMBREED INTERREG - Louis Bolk Institute
BODEMBREED INTERREG - Louis Bolk Institute
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
3 Protozoën<br />
Belangrijkste functies van protozoën<br />
Het beschikbaar maken van nutriënten voor de plant door het ‘grazen’ op micro-<br />
organismen.<br />
3.1 Algemeen<br />
Uiterlijk en afmetingen Protozoën zijn eencellige micro-organismen die een celkern bevatten<br />
(eukaryoten). Protozoën zijn een stuk groter dan bacteriën: de meeste soorten zijn circa 10-50 µm<br />
groot, maar sommige ciliaten kunnen wel 2 mm groot worden. De protozoën vormen zowel<br />
taxonomisch als ecologisch een enorm diverse groep. In de bodem worden vier functionele groepen<br />
onderscheiden: de heterotrofe flagellaten (zweephaardiertjes), naakte amoeben, geschaalde<br />
amoeben en ciliaten (trilhaardiertjes). In landbouwbodems komen vooral heterotrofe flagellaten en<br />
naakte amoeben voor. Hoe groter het soort protozoën, hoe minder er van in de bodem voorkomen<br />
(Finlay et al., 2000).<br />
Activiteit van protozoën De activiteit van protozoën is sterk afhankelijk van de aanwezigheid van<br />
vocht in de bodem, omdat ze een onbeschermd stukje celmembraan nodig hebben voor hun<br />
voedselopname. Hun actieradius in de bodem beperkt zich dan ook tot waterfilms en watergevulde<br />
poriën. Kleine poriën kunnen bacteriën tegen grazen door protozoën beschermen. De meeste<br />
protozoën in de bodem verkrijgen hun voedsel ofwel door er actief naartoe te bewegen, of door een<br />
stroming te veroorzaken waardoor voedseldeeltjes gevangen kunnen worden (Rønn et al., 2002).<br />
Uitdroging remt de voedselopname door protozoën en zorgt ervoor dat protozoën inactieve cysten<br />
vormen, die een aantal jaren kunnen overleven. De celwand van de cysten van protozoën bestaat uit<br />
verschillende lagen, die eiwitten, polysaccharides en chitine bevatten (Calvo et al., 2003). In een<br />
droge bodem kunnen alle protozoën overgaan in een inactieve ingekapselde vorm (Bryant et al.,<br />
1982). Wanneer de bodem weer vochtig wordt, kunnen ze snel actief worden, maar zelfs onder<br />
optimale omstandigheden kan nog een groot gedeelte van de populatie in ingekapselde vorm<br />
aanwezig zijn. Er is nog weinig bekend over de factoren die ervoor zorgen dat protozoën inkapselen<br />
en weer actief worden (Ekelund et al., 2002).<br />
Flagellaten (zweephaardiertjes) Flagellaten zijn protozoën met één of meer zweepachtige<br />
organellen, de flagellen. Flagellaten zijn belangrijke bacterie-grazers in de bodem. Flagellaten<br />
concurreren onder andere met bacterie-etende nematoden om voedsel en kunnen wederzijds<br />
elkaars populatiegrootte beïnvloeden. Veel van de gewone heterotrofe flagellaten voeden zich met<br />
bacteriën die op de oppervlakte van bodemdeeltjes gehecht zitten. Sommige kleine flagellaten<br />
voeden zich met bacteriën die zich in het vrije bodemvocht bevinden door ze direct te vangen.<br />
Wanneer er grote aantallen flagellaten in de bodem aanwezig zijn, kunnen ze zich aan de veel<br />
grotere nematoden vasthechten, en deze daardoor doden. Bij lage aantallen flagellaten worden deze<br />
Protozoën 63