29.08.2013 Views

BODEMBREED INTERREG - Louis Bolk Institute

BODEMBREED INTERREG - Louis Bolk Institute

BODEMBREED INTERREG - Louis Bolk Institute

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

de grond gestoomd wordt, duurt het veel langer voordat ze weer in het ecosysteem teruggekeerd<br />

zijn. Tenslotte zijn er nog omnivore nematoden. Deze kunnen zowel van protozoën als van<br />

schimmels, bacteriën en van andere nematoden leven. Afhankelijk van het aanbod passen ze hun<br />

voedingspatroon aan.<br />

Overlevingsstrategie Behalve naar voedselstrategie, worden de niet-plant-pathogene nematoden<br />

ook vaak ingedeeld naar overlevingsstrategie. Hierbij wordt globaal onderscheid gemaakt in twee<br />

strategieën: die van de ‘kolonisten’ (‘colonizers’) en die van de ‘overlevers’ (‘persisters’). In een<br />

pionier-omgeving met weinig concurrentie en veel verstoringen, is het belangrijk om een snelle<br />

voortplantingsstrategie te hebben die relatief weinig energie kost. Het is niet nodig om heel goed te<br />

kunnen concurreren om voedsel door specialisatie. Dit is de strategie van de ‘kolonisten’.<br />

‘Overlevers’ hebben een andere strategie. Ze moeten juist goed kunnen concurreren, hebben een<br />

langzamere groei en voortplanting en doen het goed in een omgeving die meer richting een ‘climax’<br />

stadium gaat. De verhouding tussen die twee groepen nematoden wordt vaak gebruikt om de<br />

ontwikkelingsfase van het ecosysteem te karakteriseren. Bij nematoden heeft dat tot een<br />

‘meetwaarde’ of ‘indicator’ geleid: de zogenaamde Maturity Index (Bongers, 1990). Hoe hogere de<br />

‘Maturity Index’, hoe stabieler het systeem.<br />

Negatieve aspecten Het meest bekend zijn de negatieve effecten van plant-pathogene aaltjes. Bij<br />

plant-pathogene aaltjes moet er onderscheid gemaakt worden tussen aaltjes die direct schade<br />

kunnen opleveren in het gewas en de zogenaamde waardplantstatus van het gewas. De<br />

waardplantstatus bepaalt of het aaltje zich kan vermeerderen op het gewas of dat het gedurende de<br />

teelt van het gewas juist geen voedselaanbod heeft. Bij het beheersen van plant-pathogene aaltjes<br />

moet de hele vruchtwisseling inclusief groenbemesters onder de loep worden genomen. Hieronder<br />

wordt als voorbeeld alleen maïs besproken. In maïs kan bijvoorbeeld het wortelknobbelaaltje<br />

Meloidogyne chitwoodi een lichte schade in het gewas geven. Meer schade kan veroorzaakt worden<br />

door het wortellesie-aaltje Pratylenchus penetrans, het stengelaaltje Ditylenchus dipsaci en de<br />

vrijlevende wortelaaltjes Trichodorus similis en Paratrichodorus teres (PPO-AGV, 2008). Daarnaast<br />

kan maïs een sterke vermeerdering veroorzaken van het graanwortellesie-aaltje Pratylenchus<br />

crenatus, hoewel dit aaltje geen schade aan de maïs zelf geeft. Omgekeerd is bekend dat<br />

Pratylenchus penetrans door een aantal groenbemesters (Bladrammenas, Gele mosterd, Facelia,<br />

Witte klaver, Rogge) en door Engels Raaigras zich sterk kan vermeerderen. Het soort<br />

groenbemesters en de plaats in de vruchtwisseling is dan ook cruciaal voor de ontwikkeling en<br />

overlevingskans van plant-pathogene soorten in de bodem.<br />

Nematoden 67

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!