BODEMBREED INTERREG - Louis Bolk Institute
BODEMBREED INTERREG - Louis Bolk Institute
BODEMBREED INTERREG - Louis Bolk Institute
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
snelle populatiegroei en dus vooral geschikt voor het woelige bestaan in akkers. Grauwe wormen<br />
gaan in diapauze bij droogte. Ze eten zich een weg door de grond en verbeteren daarmee de<br />
bodemstructuur. In Nederland is Aporrectodea calliginosa de meest voorkomende grauwe worm.<br />
Pendelaars zijn grote, beweeglijke wormen met vaak een platte staart. Ze leven in verticale gangen<br />
tot wel 3 meter diep. ’s Nachts kunnen ze zich aan de oppervlakte over grote afstanden (>10 m)<br />
verplaatsen. Pendelaars trekken grof organische materiaal hun gang in naar diepere grondlagen.<br />
Pendelaars dragen met hun verticale gangen vooral bij aan een goede bodemstructuur, beluchting<br />
en waterinfiltratie. Lumbricus terrestris en Aporrectodea longa zijn de meest vormkomende soorten.<br />
Figuur 6-1: v.l.n.r: rode worm en strooiselbewoner Lumbricus rubellus, grauwe worm en<br />
bodembewoner Aporrectodea calliginosa en pendelaar Lumbricus terrestris (foto’s LBI).<br />
6.2 Eten en gegeten worden: plek in het voedselweb<br />
Regenwormen hebben een ecologische sleutelrol en hun activiteit komt het hele voedselweb ten<br />
goede. Tussen regenwormen en micro-organismen bestaan verschillende soorten relaties.<br />
Regenwormen zijn afhankelijk van micro-organismen als belangrijkste voedingsbron (Edwards and<br />
Bohlen, 1996), terwijl ze micro-organismen stimuleren door het fragmenteren van organische stof.<br />
Regenwormen transporteren micro-organismen door de bodem door opname in hun maag-<br />
darmkanaal en aanhechting aan hun lichaam. Micro-organismen in het maag-darmkanaal van<br />
regenwormen zijn voor het grootste gedeelte gelijk aan de omringende bodem en het is<br />
waarschijnlijk dat regenwormen geen eigen darmflora hebben. Wel produceren regenwormen zelf de<br />
enzymen die noodzakelijk zijn voor de afbraak van plantaardige organische stof, zoals cellulose, of<br />
de afbraak van schimmelcellen, zoals chitinase. In het maag-darmkanaal van regenwormen neemt<br />
de concentratie aan micro-organismen exponentieel toe van het begin naar het eind. In hun maag-<br />
darmkanaal scheiden regenwormen ook slijmachtige stoffen uit, die een goede voedingsbron vormen<br />
voor de micro-organismen. De uitwerpselen van regenwormen bevatten hierdoor veel grotere<br />
populaties aan micro-organismen dan de omringende bodem. Een aantal micro-organismen wordt<br />
selectief gestimuleerd gedurende passage door het maag-darmkanaal, waaronder de draadvormige<br />
bacteriën (actinomyceten) Nocardia en Streptomyces. Omdat het ook zo kan zijn dat sommige micro-<br />
organismen in de bodem onderdrukt worden en alleen in het maag-darmkanaal van regenwormen in<br />
grote hoeveelheden aanwezig zijn, is het discutabel of regenwormen wel of geen eigen darmflora<br />
hebben. In het algemeen lijkt het erop dat de aantallen soorten bacteriën en schimmels afnemen<br />
tijdens passage door het maag-darmkanaal. Sporen en schimmeldraden van een aantal donker<br />
76 Deel 2: Bodemleven