BODEMBREED INTERREG - Louis Bolk Institute
BODEMBREED INTERREG - Louis Bolk Institute
BODEMBREED INTERREG - Louis Bolk Institute
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
5.3 Ecosysteemfuncties<br />
Nutriëntenbeschikbaarheid Potwormen zijn een sleutelgroep binnen de organismen die zorgen<br />
voor de primaire en secundaire afbraak van organisch materiaal. Ze zijn sterk regulerend in<br />
processen zoals de afbraak van organische stof en C- en N-mineralisatie. Van Eekeren (2010) vond<br />
op grasland dat potwormen een belangrijke indicator waren die de respons van de N opbrengst van<br />
grasland na bemesting met (minerale) stikstof konden verklaren. Mogelijk zijn hoge aantallen<br />
potwormen een goede indicator voor een gebalanceerde afbraak van organisch materiaal in de<br />
bodem, waardoor er ook een betere benutting van (minerale) stikstof als reactie op bemesting<br />
ontstaat. Lagerlof et al. (1989) maakten een schatting van het aandeel van potwormen op de<br />
respiratie in landbouwbodems onder 4 verschillende gewassen en schatten deze op 1.2-2.6 g<br />
C/m 2 /jr, en op 0.5-1.6% van de totale bodemrespiratie. De consumptie van C (16-34 g ds/m 2 /jr) komt<br />
overeen met 3-12% van de organische stof input in de bodem.<br />
Ziektewerendheid Hoewel bekend is dat potwormen naast de microflora op dood organisch<br />
materiaal, ook schimmels en draadvormige bacteriën (actinomyceten) consumeren, is er weinig<br />
bekend over het effect van potwormen op pathogene bodemschimmels of schimmels die<br />
antagonistisch werken tegen plant-pathogene schimmels of nematoden. In een experiment van<br />
Jaffee et al. (1997) consumeerde de soort Enchytraeus crypticus de nematofage schimmel Hirsutella<br />
rhossiliensis en de nematoden-vangende schimmels Monacrosporium gephyropagum, Arthrobotrys<br />
thaumasia en A. haptotyla in de vorm van gepelletteerde schimmelhyphen. De potwormen aantallen<br />
in de bodem namen snel toe na het toevoegen van schimmelkorrels aan de bodem, waaruit<br />
geconcludeerd kan worden dat de potwormen de schimmelkorrels niet alleen opnemen maar ook<br />
verteren. Jaffee et al. (1997) concludeerden voorzichtig dat de potwormen waarschijnlijk interfereren<br />
met het ziekte-onderdrukkende effect van deze nematoden-etende schimmels op Meloidogyne<br />
javanica. Omdat de schimmelkorrels echter ook geblenderde schimmeldraden bevatten, kan het zijn<br />
dat de potwormen zich met beschadigde in plaats van intacte hyphen gevoed hebben.<br />
Bodemstructuurvorming en erosiebestrijding Didden (1990) concludeert dat potwormen een<br />
significante bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van de bodemstructuur in<br />
landbouwsystemen. De invloed van actief graven van gangen is waarschijnlijk van minder belang,<br />
omdat potwormen relatief kleine hoeveelheden grond transporteren. Ze zorgen echter wel voor een<br />
grotere continuïteit van de poriën, een groter volume van de poriën, door hun lichaamsomvang, en<br />
een grotere hoeveelheid aggregaten door hun uitwerpselen. Hierdoor verbetert de<br />
doorwortelbaarheid van de bodem, de beluchting en vermindert de slempgevoeligheid. Door de<br />
activiteit van potwormen ontstaat er in de bovengrond een fijne kruimelstructuur. De effecten zijn<br />
sterker als de potwormen geconcentreerd in de bovenste bodemlaag zitten. Verschillende<br />
onderzoeken naar de relatie tussen grondbewerking en potwormen laten zien dat potwormen juist<br />
meer in de bovenste laag van de bodem zitten in het geval van minimale of niet-kerende<br />
grondbewerking. De (verticale) verdeling van potwormen in het bodemprofiel wordt sterk beïnvloed<br />
door het vochtgehalte. Bij dalende vochtgehalten kunnen potwormen snel migreren naar diepere<br />
bodemlagen. Didden (1991) vergeleek de verdeling van de populatie potwormen in minimale en<br />
gangbare grondbewerking. Na gangbare grondbewerking was er een gelijkmatigere verdeling van<br />
Potwormen 73