Download PDF - Theater Instituut Nederland
Download PDF - Theater Instituut Nederland
Download PDF - Theater Instituut Nederland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
20<br />
ß Om de aansluiting tussen dansvakonderwijs en beroepspraktijk te verstevigen, dringt de sector<br />
aan op een sterkere profilering van de verschillende opleidingen. Bij onderlinge<br />
positionering speelt naast de <strong>Nederland</strong>se ook de Europese danscontext een rol.<br />
Aanknopingspunten voor een betere aansluiting worden gezien in het curriculum<br />
van opleidingen voor uitvoerende dans en choreografie, in- en uitstroomprofielen<br />
van opleidingen, uitwisselingsmogelijkheden zoals werkervaringsplaatsen en<br />
artist-in-residence programma’s. Ook in het verbreden van de instroom, bijvoorbeeld<br />
door een nauwere samenwerking met amateurdans, liggen kansen.<br />
Daarnaast is het met het oog op kwalitatieve impulsen in de beroepspraktijk<br />
wenselijk dat meer aandacht wordt besteed aan het opbouwen van historisch<br />
besef. Naast de ontwikkeling van nieuw, eigen werk, behoeft de ontwikkeling van<br />
een eigen artistieke visie op bestaand werk stimulans binnen de opleidingen. In<br />
de randvoorwaardelijke sfeer vragen onder meer de HBO-onderwijssystematiek,<br />
de financieringsstructuur, en flexibiliteit in contracten met docenten, aandacht.<br />
3. Blikverruiming<br />
ß In de subsidiëringsmogelijkheden voor internationale projecten, is meer aandacht<br />
gewenst voor de import van buitenlandse voorstellingen. De danssector beveelt<br />
aan om naast toonaangevende internationale dansfestivals, ook een aantal podia<br />
te faciliteren voor de specifieke functie van internationale programmering.<br />
ß Er is een sterkere beleidsmatige, praktische en financiële ondersteuning nodig voor groepen<br />
en danskunstenaars die in het buitenland spelen en voor internationale uitwisseling,<br />
onder meer bij het aanboren en onderhouden van contacten.<br />
ß Instellingen en choreografen moeten meer mogelijkheden aanboren voor internationale<br />
uitwisseling en samenwerking: in-residence-programma’s, docentschappen<br />
voor choreografen, coproducties, samenwerking van <strong>Nederland</strong>se groepen met<br />
buitenlandse choreografen, internationaal dansonderzoek, publicaties en seminars.<br />
Ook is het wenselijk om een aantal festivals, productiehuizen en/of gezelschappen<br />
toe te rusten voor de functie van talentontwikkeling in internationaal<br />
verband. Van subsidiënten wordt daarbij een integraal internationaal beleid gevraagd,<br />
dat niet alleen export ondersteunt, maar gericht is op een daadwerkelijke<br />
kruisbestuiving van artistieke visies en praktijken.<br />
4. Betere bemiddeling voor meer publiek<br />
ß Het is van belang dat de sector nieuwe modellen ontwikkelt, en succesvolle<br />
modellen uitbreidt, voor een intensievere samenwerking tussen podia en producenten.<br />
Dergelijke modellen berusten op gelijkwaardige inzet, en bij voorkeur op een integrale<br />
benadering van programmering en marketing. Doel ervan is enerzijds om