Johannes Marcus – Auteur van het Johannes ... - JesusKing.info
Johannes Marcus – Auteur van het Johannes ... - JesusKing.info
Johannes Marcus – Auteur van het Johannes ... - JesusKing.info
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
10<br />
begrafenis. 17 De rijke jonge overste spreekt Jezus aan met ‘Rabbi’ (in <strong>het</strong> Grieks ‘didaskalos’ =<br />
‘Meester’/‘Leraar’), net zoals Nicodemus doet. 18 De rijke jonge overste geloofde al in <strong>het</strong> bestaan<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> eeuwig leven nog voordat hij met Jezus sprak en daarom kan hij tot de Farizeeën behoord<br />
hebben, die geloofden in de opstanding <strong>van</strong> de doden. 19 Hierin lijkt hij weer op Nicodemus, die een<br />
Farizeeër was. Bovendien had Jezus al met Nicodemus gesproken over de gave <strong>van</strong> <strong>het</strong> eeuwig<br />
leven en de rijke jonge overste vraagt Jezus hoe dit leven te “beërven” (Joh 3,15-16 cf. Joh 17,2;<br />
<strong>Marcus</strong> 10,17). Om al deze redenen is <strong>het</strong> mogelijk dat de rijke jonge overste een erfgenaam <strong>van</strong><br />
Nicodemus was. Toen Jezus de rijke jongeman vertelde dat hij de geboden moest onderhouden<br />
(God’s wet zoals gegeven aan Mozes), antwoordde hij “Meester, dat alles heb ik in acht genomen<br />
<strong>van</strong> mijn jeugd af”, wat waarschijnlijk te danken was aan zijn opvoeding in <strong>het</strong> huis <strong>van</strong><br />
Nicodemus, die “de leraar <strong>van</strong> Israel” was. 20 Nicodemus was een geheime leerling <strong>van</strong> Jezus <strong>–</strong> hij<br />
“kwam ... in de nacht bij Hem” (Joh 3,1-2) <strong>–</strong>, en veel andere oversten geloofden in Hem:<br />
“En toch geloofden zelfs uit de oversten velen in Hem, maar ter wille <strong>van</strong> de Farizeeen kwamen zij er niet<br />
voor uit, om niet uit de synagoge te worden gebannen” Joh 12,42 (NBG51).<br />
Het Cenakel in <strong>het</strong> huis <strong>van</strong> Nicodemus en <strong>Johannes</strong> <strong>Marcus</strong><br />
Zoals al gezegd, zelfs Jezus regelt de voorbereiding <strong>van</strong> zijn laatste Paasmaal op zo’n manier dat<br />
niemand <strong>van</strong> de omstanders toen, of <strong>van</strong> de lezers <strong>van</strong> <strong>het</strong> e<strong>van</strong>gelie later, zou weten naar wiens<br />
huis Jezus zou gaan voor dit Paasmaal: <strong>het</strong> huis <strong>van</strong> zijn geheime leerlingen Nicodemus en<br />
<strong>Johannes</strong> <strong>Marcus</strong>. 21 Ook in Hand 12,12 is de heer des huizes <strong>van</strong> <strong>het</strong> Cenakel anoniem, want <strong>het</strong><br />
huis wordt beschreven als “<strong>het</strong> huis <strong>van</strong> Maria, de moeder <strong>van</strong> <strong>Johannes</strong>, bijgenaamd <strong>Marcus</strong>”<br />
(NBG51), en in Jezus dagen was “Maria”de populairste vrouwennaam: 25% <strong>van</strong> al de Hebreeuwse<br />
vrouwen heette Maria. 22 En <strong>het</strong> feit dat de twee leerlingen die uitgezonden waren voor de<br />
voorbereiding <strong>van</strong> de maaltijd en die bevolen waren om tegen de heer des huizes te zeggen: “De<br />
Meester laat vragen: Waar is de zaal voor Mij, waar Ik met mijn leerlingen <strong>het</strong> paasmaal kan<br />
houden?” (<strong>Marcus</strong> 14,14), een anonieme man moesten volgen die een kruik water droeg <strong>–</strong> in<br />
Bijbelse tijden droegen alleen vrouwen water voor hun huishouden <strong>–</strong>, doet denken aan wat de<br />
Talmoed zegt over Nicodemus (die Jezus “Meester” noemde en dus zou begrijpen wat werd<br />
bedoeld met “de Meester laat vragen” 23 ): dat hij verantwoordelijk was (of zich voelde) voor de<br />
watervoorziening voor de mensen die naar Jeruzalem kwamen voor <strong>het</strong> feest in de tempel, en dat hij<br />
zelf wilde betalen voor <strong>het</strong> water dat hij leende voor dat doel. 24 Jezus vertelde Nicodemus, tijdens<br />
hun eerste geheime nachtelijke gesprek (Joh 3,1-21), “als iemand niet geboren wordt uit water en<br />
geest, kan hij <strong>het</strong> Rijk Gods niet binnengaan” en “de wind blaast waarheen hij wil; gij hoort wel zijn<br />
gesuis, maar weet niet waar hij <strong>van</strong>daan komt en waar hij heen gaat; zo is <strong>het</strong> met ieder die geboren<br />
is uit de Geest” 25 : in <strong>het</strong> Cenakel, tijdens <strong>het</strong> Laatste Avondmaal, waste Jezus de voeten <strong>van</strong> zijn<br />
leerlingen met water, wat de vergeving <strong>van</strong> hun zonden door Jezus’ offerdienstwerk symboliseert,<br />
en later blies Hij de Heilige Geest over hen, en gaf hun zo <strong>het</strong> vermogen om andermans zonden te<br />
17 Joh 19,39; een Romeins pond was <strong>het</strong> equivalent <strong>van</strong> ongeveer 0,33 kilogram<br />
(http://en.wikipedia.org/wiki/Ancient_Roman_units_of_measurement#Mass_and_Coins), dus Nicodemus bracht<br />
ongeveer 30 kilo <strong>van</strong> dit uiterste kostbare mengsel.<br />
18 <strong>Marcus</strong> 10,20 Joh 3,2<br />
19 Lucas 18,18 Hand 23,8<br />
20 <strong>Marcus</strong> 10,20-21 Joh 3,10 NBG51<br />
21 <strong>Marcus</strong> 14,12-16<br />
22 R. Reich, Caiaphas name inscribed on bone boxes, Biblical Archeology Review 18/5 (1992)<br />
38-44<br />
23 Joh 3,2<br />
24 John Lightfoot, A Commentary on the New Testament from the Talmud and Hebraica, Matthew <strong>–</strong> 1Corinth,<br />
Hendrickson Publishers, herdruk <strong>van</strong> de uitgave <strong>van</strong> 1859, over Joh 3,1 (Taanith, fol. 20.I Avoth R. Nathan, c.7). De<br />
titel <strong>van</strong> deze priesterfunctionaris was “puttengraver” (Lightfoot over John 3,1).<br />
25 Joh 3,5.8