02.09.2013 Views

Johannes Marcus – Auteur van het Johannes ... - JesusKing.info

Johannes Marcus – Auteur van het Johannes ... - JesusKing.info

Johannes Marcus – Auteur van het Johannes ... - JesusKing.info

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Be<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> angst<br />

Toen <strong>Johannes</strong> <strong>Marcus</strong> werd gegrepen door de ‘hypēretai’(= tempelofficieren, tempelpersoneel) die<br />

Jezus arresteerden (Joh 18,3.12 NA 27 ), natuurlijk omdat zij dachten dat de jongeman die hen volgde<br />

een leerling <strong>van</strong> Jezus was, vluchtte hij naakt, natuurlijk omdat hij niet behandeld wilde worden als<br />

een leerling <strong>van</strong> Jezus, die nu ge<strong>van</strong>gen genomen en vastgebonden was. En <strong>het</strong> is ook<br />

<strong>van</strong>zelfsprekend dat hij, aangezien de overste <strong>Johannes</strong> <strong>Marcus</strong>, net als Jozef <strong>van</strong> Arimathea en<br />

Nicodemus, een wel bekend en gerespecteerd persoon was, zelfs niet herkend wilde worden door de<br />

‘hypēretai’, want dan zouden zij weten of vermoeden dat hij een geheime leerling <strong>van</strong> Jezus was,<br />

aangezien hij niet samen met hun naar de Olijfberg was gekomen, maar hoogst waarschijnlijk<br />

samen met Jezus. Desalniettemin rende hij na zijn vlucht mogelijk naakt naar huis, trok hij wat<br />

kleren aan, en rende hij naar <strong>het</strong> paleis <strong>van</strong> de hogepriester in Antonia <strong>–</strong> zo weer Jezus en Simon<br />

Petrus volgend, die wilde “zien hoe <strong>het</strong> af zou lopen” (Matt 26,58) <strong>–</strong> en stond hij daar naast Jezus,<br />

toen de hogepriester Annas Hem vroeg naar “zijn leerlingen en zijn leer” (Joh 18,19). Daar wees<br />

Jezus met zijn vinger naar de ‘hypēretai’ die erbij stonden en die zijn leer kenden uit zijn toespraken<br />

in de tempel <strong>–</strong> Hij had tegen hun gezegd “Dagelijks zat ik in de tempel te onderrichten, en toch hebt<br />

gij Mij niet gegrepen” (Matt 21,23 26,55) en “Toen dan ook de dienaars (‘hypēretai’) bij de<br />

hogepriesters en Farizeeën terugkwamen, vroegen dezen hun: ‘Waarom hebt gij Hem niet<br />

meegebracht?’ De dienaars (‘hypēretai’) antwoordden: ‘Nooit heeft iemand zo gesproken als die<br />

man” (Joh 7,45-46) <strong>–</strong>, en Hij zei tegen Annas “zie, dezen weten, wat Ik gezegd heb” (Joh 18,19-22).<br />

Misschien had de rijke jonge overste, de beminde leerling, de vluchtende jongeman, <strong>het</strong> gevoel dat<br />

hij zelf, als een (geheime) leerling, werd aangewezen door Jezus, of aangewezen zou worden, als<br />

iemand die wist wat Hij had gezegd, en, had hij, aangezien hij net ternauwernood was ontkomen<br />

aan ge<strong>van</strong>gen genomen te worden als leerling, nog steeds <strong>het</strong> gevoel dat hij elke verdenking <strong>van</strong><br />

zich af moest schudden, en was hij daarom degene <strong>–</strong> “één <strong>van</strong> de dienaars (‘hypēretai’) die naast<br />

Hem stond” <strong>–</strong> die “Jezus een klap in <strong>het</strong> gezicht” gaf, zeggende “Antwoordt Gij zo de<br />

hogepriester?” (Joh 18,22). Want <strong>Johannes</strong> <strong>Marcus</strong> was zelf een ‘hypēretēs’, zoals Handelingen<br />

13,5 ons vertelt, en daarom waarschijnlijk nog steeds be<strong>van</strong>gen in zijn angst om herkend te worden<br />

door de overige erbij staande officieren (<strong>van</strong> lager rang), als de leerling die hun zojuist in de<br />

duisternis <strong>van</strong> de Hof was ontsnapt, en vreesde hij nu ook door Jezus aan de hogepriester verraden<br />

te worden als één <strong>van</strong> zijn geheime leerlingen.<br />

Maar, hoewel alleen Annas, Jezus en de ‘hypēretai’ aanwezig waren, kon <strong>Johannes</strong> <strong>het</strong> toch niet<br />

nalaten om dit incident in <strong>het</strong> Vierde E<strong>van</strong>gelie te rapporteren.<br />

4. <strong>Johannes</strong> <strong>Marcus</strong> een beambte (‘hypēretēs’)<br />

In dit hoodstuk zullen enige mogelijkheden voor de specificatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> Joodse ambt <strong>van</strong> de<br />

“overste” <strong>Johannes</strong> <strong>Marcus</strong> worden onderzocht.<br />

4.1. Lagere officier <strong>van</strong> de tempel ge<strong>van</strong>genis<br />

De dienaren <strong>van</strong> de hogepriesters, die Jezus ge<strong>van</strong>gennamen, worden door <strong>Marcus</strong> allen beschreven<br />

als “jongemannen” (‘neaniskoi’ <strong>Marcus</strong> 14,43.52). Maar <strong>het</strong> E<strong>van</strong>gelie volgens <strong>Johannes</strong> verheldert<br />

dat deze jongemannen “‘hypēretai’ (meervoud <strong>van</strong> ‘hypēretēs’) <strong>van</strong> de hogepriesters (meervoud) en<br />

Farizeeën” waren, en “‘hypēretai’ <strong>van</strong> de Joden” (Joh 18,3.12): zij waren de ‘hypēretai’ die eens<br />

bevolen waren om Jezus te arresteren, toen Hij aan <strong>het</strong> onderwijzen was in de tempel, maar die dit<br />

aan<strong>van</strong>kelijk niet deden omdat zij zijn onderrichtingen hoorden en respecteerden en zeiden “Nooit<br />

heeft iemand gesproken zoals die man!” (Joh 7,14-37.45-46). Later, evenwel, waren zij de<br />

‘hypēretai’ bij de arrestatie <strong>van</strong> Jezus in Gethsemane (Joh 18,3.12) en de ‘hypēretai’ die ’s nachts in<br />

de binnenhof <strong>van</strong> de hogepriester zaten (Matt 26,58 <strong>Marcus</strong> 14,54 Joh 18,18). Nadat Jezus in zijn<br />

gezicht was geslagen toen Annas Hem vroeg naar zijn leerlingen en leer (Joh 18,22), sloegen en<br />

18

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!