Kriebelbeestjes kleuters - Sardes
Kriebelbeestjes kleuters - Sardes
Kriebelbeestjes kleuters - Sardes
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Fase 4 Werken met leervragen<br />
In deze fase voeren de leerlingen verschillende onderzoeken uit aan de hand van<br />
leervragen, met als doel het uitbreiden en verdiepen van het thema. De<br />
moeilijkheidsgraad van de activiteiten varieert. De kinderen doen zelf onderzoek in vijf<br />
stappen:<br />
Stap 1: Observeren, beschrijven en vastleggen<br />
Stap 2: Leervragen bedenken<br />
Stap 3: Antwoorden zoeken<br />
Stap 4: Resultaten van het onderzoek vastleggen<br />
Stap 5: Onderzoek voortzetten in onderzoekshoek<br />
In deze fase komen mondelinge taal, woordenschat, beginnende geletterdheid en kennis<br />
van de wereld geïntegreerd aan bod in een functionele context.<br />
Startactiviteit<br />
Beestjesschema maken<br />
Verwerkingsactiviteiten<br />
1. Leervragen over beestjes<br />
2. Slakkenrace<br />
3. Bezoek aan een imker<br />
4. Natuurfilm bekijken<br />
5. Honingwentelteefjes maken<br />
6. Antwoorden zoeken in het beestjeslaboratorium<br />
7. Letters boetseren met bijenwas<br />
8. Woorddelen hakken en plakken<br />
9. Onderzoek voortzetten in onderzoekshoek<br />
Startactiviteit<br />
Beestjesschema maken (Stap 1)<br />
Aan de hand van de foto’s die tijdens de zoektocht naar beestjes zijn gemaakt en de<br />
woordspinnen die daarna over beestjes zijn gemaakt, bespreekt de leerkracht de<br />
zoektocht naar beestjes nogmaals met de kinderen. Ze praten over wat ze allemaal<br />
gezien en ontdekt hebben.<br />
De leerkracht gaat met een klein groepje kinderen aan de slag in het<br />
beestjeslaboratorium om meer nauwkeurige ontdekkingen te doen aan de beestjes. Na<br />
de gezamenlijke ontdekactiviteit waarbij de leerkracht aandacht besteedt aan diverse<br />
waarnemingsvormen zoals kijken (met een loep), voelen of luisteren, wordt samen<br />
gewerkt aan een schema waarin overzichtelijk wordt gepresenteerd waar de beestjes<br />
wonen, wat deze beestjes eten, wat ze doen, en dergelijke. Met de kinderen ontstaat er<br />
een gesprek over wat er in het schema komt. De leerkracht probeert hierbij de inbreng<br />
van de kinderen zo groot mogelijk te laten zijn.<br />
Voor het schema wordt een bord of een groot vel papier onderverdeeld in vakken. In elke<br />
kolom komen verschillende kenmerken van de beestjes. In elke rij komt een ander<br />
beestje. De vakjes waarbij de kinderen het antwoord (nog) niet weten, blijven voorlopig<br />
leeg.<br />
Een voorbeeld van zo’n schema is het volgende:<br />
De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2<br />
Activiteitencyclus <strong>Kriebelbeestjes</strong>! Versie 1<br />
EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 32