DP december 2002 - Chiro

akwi
Sjoepap goes
“De laatste dag van het kamp, iedereen is tussen het valiezen pakken door
druk bezig met het instuderen van een dansje, een toneeltje, een weddenschap,
enz. voor het vrij podium van die avond, dat afgesloten wordt met
een reuzenkampvuur. De gebruikelijke ruzies blijven niet uit! Wie nu op
welk liedje mag dansen, wie met wie mag toneelspelen,…”
Iedereen heeft wel eens een dergelijk scenario meegemaakt. Was het niet op
kamp, dan toch wel zeker op een zondagnamiddag of een groepsfeest. Welnu,
misschien is het tijd om eens een namiddag tot een waar expressief festijn te
maken. Een paar ideetjes.
Het mooie van een vrij podium is – what’s in a name – dat de rakwi’s vrij kunnen
kiezen. Rakwi’s met meer ritmische aanleg kunnen zich daarop gaan uitleven,
voor rakwi’s die liever toneelspelen is er ook zeker een plaatsje vrij, en diegenen
die zich niet zo goed voelen op een podium, vinden al snel hun plezier in
het opstellen van het decor. Geef hen een leuk thema voor de inkleding, dan
zijn ze zo vertrokken. Bijvoorbeeld: circus, perronperikelen, tv, draken en ridders,…
Je kan ook met de hele groep aan expressie doen. Zorg daarbij voor voldoende
psychische veiligheid en maak de overgangen niet te groot. Begin niet direct
met instaptheater, maar bouw dit rustig op – kwestie van je groep aan te voelen.
Niets is erger dan expressie met mensen die niet expressief willen zijn.
EERST EEN PAAR OPWARMERS:
De “Woosh”: dat is een kringspel,
waarbij de woosh wordt doorgegeven
zoals bij een mexican wave. Oefen
dat eerst een beetje in, en doe er dan
een paar bewegingen bij:
x de “hooow”: je houdt de woosh
tegen, zodat die van richting moet
veranderen;
x de “zap”: je zapt de “woosh” van de
ene kant van de kring naar de andere.
Doe hierbij
armbewegingen,
en
gebruik
toonvariaties.
16 DUBBELPUNT • December 2002
TCHE TCHE COLE
Iedereen staat in een kring en de
begeleider zingt/zegt/fluistert/… zinnetje
per zinnetje voor. Het is de
bedoeling dat de groep het herhaalt,
op dezelfde manier. Het wijsje gaat
als volgt:
Che Che Kole (2x)
Che Che Kofisa (2x)
Kofisa Langa (2x)
Kaka Shilanga (2x)
Daarmee kun je ook nog
gebaren doen en variatie
in stem gebruiken.
EN DE KROKODIL, EN DE …
Ook hier is het de bedoeling om te
werken met ons meest dierbaarste
instrument, onze stem. De gebaren
geven een extra cachet aan het liedje:
En de krokodil, en de oerang-oetang,
en de vogels in de lucht
en de slangen op de grond.
De muis, de kat, de olifant
iedereen doet mee,
alleen de kleine visjes,
die zwemmen in de zee.
En de krokodil, …
Je kan er een mega-lied van maken
als je de dieren uitbeeldt met zo groot
mogelijke gebaren. Of een mini-lied,
met zo klein mogelijke gebaren. Of je
zingt de dierennamen niet, maar doet
wel de gebaren.