19.09.2013 Views

Wetenschapskatern 2005-2006 - Stichting MS Research

Wetenschapskatern 2005-2006 - Stichting MS Research

Wetenschapskatern 2005-2006 - Stichting MS Research

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

In het <strong>MS</strong>-centrum wordt uitgebreid onderzoek gedaan naar de samenhang tussen de vier<br />

bovengenoemde meetinstrumenten op één tijdstip en naar de veranderingen in de verschillende<br />

metingen in de loop van de tijd. Zo worden klinische veranderingen op de korte termijn onderzocht<br />

m.b.v. vragenlijsten: patiënten die een prednisonkuur krijgen tijdens een schub (= opleving van<br />

neurologische <strong>MS</strong>-gerelateerde klachten) worden zowel voor als na de kuur getest. Voor<br />

veranderingen op de lange termijn worden zowel patiënten met schubs als patiënten met de meer<br />

progressieve vorm van <strong>MS</strong> onderzocht. Ook wordt de relatie tussen klinische meetinstrumenten en<br />

MRI bekeken. Ten slotte is er uitgebreid onderzoek gedaan bij partners van patiënten, waarbij hen<br />

gevraagd is een inschatting te geven van de invloed van <strong>MS</strong> op het dagelijks leven van de patiënt.<br />

Hierbij werd tevens aandacht besteed aan de invloed van cognitieve achteruitgang (achteruitgang van<br />

het denk- en leervermogen) enerzijds en de aanwezigheid van depressieve klachten anderzijds op<br />

het invullen van de vragenlijsten. Er is gebleken dat partners goed kunnen aangeven wat de invloed<br />

van <strong>MS</strong> op het dagelijks leven voor de patiënt is. Dit is zowel met behulp van traditionele<br />

analysemethoden als met een nieuwere techniek (de zogenaamde Rash-analyse) aangetoond. In het<br />

komende jaar zijn er plannen dit onderzoek uit te gaan breiden. Zo gaat er onderzocht worden of<br />

hulpverleners (bv <strong>MS</strong>-verpleegkundigen, neurologen) ook een juiste inschatting kunnen geven van<br />

de impact van <strong>MS</strong> op het dagelijks leven. Daarnaast gaat er meer onderzoek worden gedaan naar het<br />

invullen van vragenlijsten via Internet. Om deze toekomstplannen tot uitvoer te brengen is een<br />

hechte samenwerking met zowel <strong>MS</strong>-centra in Engeland als in België tot stand gekomen.<br />

7. Biomarkers en zenuwschade, Charlotte Teunissen, Rob Veldman, Elly Vereyken<br />

<strong>MS</strong> gaat gepaard met schade aan zenuwcellen en ontstekingsprocessen in de aangedane<br />

hersengebieden. Het blijkt dat schade aan zenuwcellen, de prikkelgeleidende cellen van de hersenen,<br />

bepalend is voor de mate van neurologische achteruitgang. Voor het volgen van de schade aan<br />

zenuwcellen kan de MRI van nut zijn, maar het zou prettig zijn als bepalingen in bloed of hersenvloeistof<br />

als maat voor zenuwschade gebruikt konden worden. Dergelijke bepalingen kunnen de inzichten in het<br />

ontstaansproces van <strong>MS</strong> vergroten en aanknopingspunten voor nieuwe therapieën geven.<br />

Een van de onderzoeksonderwerpen is het ontwikkelen van tests in lichaamsvloeistoffen voor het<br />

voorspellen van het ziekteverloop. Hiervoor heeft dr. Charlotte Teunissen, in samenwerking met<br />

relevante stafleden, de NeuroUnit Biomarkers voor Inflammatie en Neurodegeneratie (NUBIN)<br />

opgericht. Het doel van het NUBIN is om biologische merkerstoffen te identificeren in<br />

lichaamsvloeistoffen van patiënten met <strong>MS</strong>, de ziekte van Alzheimer en andere aandoeningen waarbij<br />

ontstekingen en beschadiging van zenuwweefsel optreden. In het afgelopen jaar is zij begonnen met<br />

het opzetten van Europese netwerken om optimaal samen te werken binnen het biomarkeronderzoek.<br />

Daarnaast heeft zij verschillende merkerstoffen onderzocht in bloed en hersenvloeistof van<br />

patiënten met <strong>MS</strong> (homocysteine, cholesterol, N-acetylaspartaat). Ze heeft ook nieuwe bepalingen<br />

opgezet (neurofilamenten, macrofaagmarkers) en die zullen in het komende jaar gebruikt worden<br />

om de lichaamsvloeistoffen te analyseren.<br />

Tevens onderzoekt Charlotte met behulp van celkweeksystemen het mechanisme achter de schade<br />

aan de zenuwvezels. Wanneer het mechanisme achter deze schade bekend is, zal er gerichter naar<br />

merkerstoffen voor vroege schade gezocht kunnen worden. De hypothese is dat bepaalde witte<br />

bloedcellen, macrofagen, een tweeledige rol kunnen spelen in het ontstaan van deze schade aan<br />

zenuwcellen. Enerzijds kunnen deze ontstekingscellen schade veroorzaken, maar ze kunnen ook<br />

bijdragen aan herstel van zenuwcellen. Voor dit onderzoek gebruikt zij een driedimensionaal<br />

celkweeksysteem van verschillende hersencellen. Ze heeft hiermee een model ontwikkeld waarin<br />

naast afbraak ook herstel van myeline bestudeerd kan worden. Tevens heeft zij ervaring opgedaan<br />

met een nieuw celkweekmodel waarin zenuwvezels zeer goed bestudeerd kunnen worden. Dit model<br />

zet zij nu op in haar eigen werkplek.<br />

In <strong>2005</strong> is Charlotte Teunissen op een door haar verworven subsidie gaan werken. Haar plaats in de<br />

programmasubsidie wordt nu ingenomen door een aio, die door Charlotte begeleid wordt.<br />

8. Verbeterde detectie van <strong>MS</strong>-afwijkingen m.b.v. nieuwe MRI-technieken, Bastiaan Moraal, Ronald<br />

van Schijndel, Hugo Vrenken en Petra Pouwels<br />

Behalve voor diagnostiek wordt MRI in toenemende mate gebruikt om op een objectieve manier het<br />

verloop van <strong>MS</strong> te volgen. Dit gebeurt bijvoorbeeld steeds meer in het kader van geneesmiddelenstudies.<br />

<strong>MS</strong>-patiënten krijgen in zo’n geval om de paar maanden een MRI-scan om de afwijkingen in hun<br />

hersenen in kaart te brengen. Op elk tijdspunt worden alle afwijkingen vastgelegd en de volumes van<br />

deze afwijkingen worden gemeten. Vervolgens worden deze volumes “van elkaar afgetrokken” om het<br />

verschil in afwijkingen tussen opeenvolgende scans te bepalen. Hiermee kan dan vervolgens het effect<br />

van een nieuw medicijn worden bepaald. Dit proces is erg arbeidsintensief en de resultaten zijn niet<br />

optimaal. Er zou groot voordeel behaald kunnen worden met MRI-technieken die in staat zijn op<br />

12

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!