19.09.2013 Views

Wetenschapskatern 2005-2006 - Stichting MS Research

Wetenschapskatern 2005-2006 - Stichting MS Research

Wetenschapskatern 2005-2006 - Stichting MS Research

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Elektronenmicroscopische<br />

opname van een bundel<br />

zenuwvezels naar een<br />

groep zenuwcellen.<br />

De opname laat zien dat<br />

verschillende zenuwvezels<br />

contact maken met<br />

verschillende zenuwcellen.<br />

(Illustratie: prof. dr. E. Marani,<br />

Laboratorium voor Fysiologie,<br />

Leids Universitair Medisch<br />

Centrum.)<br />

10. Onderzoek naar beschadiging van zenuwvezels<br />

10.1 Inleiding<br />

Naast verlies van myeline treedt er bij <strong>MS</strong> ook beschadiging op van de zenuwvezels en de<br />

zenuwcellen zelf. Waarschijnlijk spelen deze beschadigingen een belangrijke rol in het ontstaan van<br />

blijvende schade en invaliditeit door <strong>MS</strong>. Om deze reden vindt er onderzoek plaats naar de rol van<br />

beschadigingen aan zenuwcellen in het voortschrijden van <strong>MS</strong>, de wijze waarop de zenuwcellen<br />

worden beschadigd en hoe men dit eventueel zou kunnen voorkomen.<br />

Onderzoek naar beschadiging en afsterven van cellen van het centrale zenuwstelsel kan in levende<br />

mensen alleen plaatsvinden door het maken van een beeld van de hersenen met behulp van<br />

magnetische velden (MRI). Voor het maken van een MRI-scan bestaan verschillende technieken. Elke<br />

techniek levert een ander beeld op met andere informatie over wat er in de hersenen misgaat. U kunt<br />

dit min of meer vergelijken met de verschillende beelden die u krijgt als u iets zonder bril, door een<br />

gekleurde bril of met een nachtkijker bekijkt.<br />

Bij het <strong>MS</strong>-MRI Centrum in Amsterdam wordt voortdurend gewerkt aan het ontwikkelen en<br />

verbeteren van MRI-technieken waarmee schade aan de zenuwvezels kan worden waargenomen<br />

(ofwel door meting van het volume dat het hersenweefsel inneemt ofwel door meting van een stof<br />

(NAA) die alleen in intacte zenuwcellen aanwezig is) (zie paragraaf 3.2).<br />

In paragraaf 10.2 wordt onderzoek beschreven naar het afnemen van het aantal zenuwcellen bij<br />

mensen met <strong>MS</strong>. Onder andere zijn hierbij concentraties van stofwisselingsproducten zoals het<br />

reeds genoemde NAA gemeten, waarbij de resultaten nieuw licht werpen op de vraag of ook buiten<br />

de <strong>MS</strong>-ontstekingen (de laesies) verlies van zenuwcellen optreedt. In dit onderzoek is daarvoor, in<br />

tegenspraak met enkele eerdere studies van andere instituten, geen bewijs gevonden. Er zijn echter<br />

wel enkele andere veranderingen in de normaal uitziende gebieden tussen deze laesies gevonden.<br />

In paragraaf 10.3 wordt onderzoek beschreven naar de beschadiging van zenuwvezels (axonen) bij<br />

<strong>MS</strong>-achtige ziektes in muizen. Hierbij is gevonden, dat reacties van het afweersysteem tegen<br />

bestanddelen van zenuwvezels ziekte kunnen veroorzaken. Deze resultaten zijn van belang voor <strong>MS</strong><br />

omdat in patiënten antistoffen tegen een zenuwvezeleiwit - neurofilament - gevonden zijn. Deze<br />

zouden dus een rol kunnen spelen in het ontstaan van schade aan zenuwvezels bij <strong>MS</strong>.<br />

Aanvullend onderzoek naar de beschadiging van zenuwvezels wordt binnen het Eras<strong>MS</strong> verricht door<br />

dr. Sandra Amor en Anwar Jagessar (zie paragraaf 3.3).<br />

10.2 Normaal-Ogende-Witte-Stof in multiple sclerose: wat gebeurt er<br />

tussen de laesies? (98-371 <strong>MS</strong>)<br />

Doel van het onderzoek:<br />

Systematisch onderzoek van de Normaal-Ogende-Witte-Stof met behulp van geavanceerde MRItechnieken.<br />

Het uiteindelijke doel is om meer informatie te krijgen over de verschillende typen<br />

beschadigingen in de hersenen bij <strong>MS</strong> en om het verband tussen het MRI-beeld en de door de patiënt<br />

ervaren ernst van <strong>MS</strong> te verbeteren. Om deze reden worden er relaties gezocht tussen de verschillende<br />

MRI-beelden en tussen de MRI-gegevens en bevindingen uit onderzoek van hersenweefsel van<br />

overleden mensen met <strong>MS</strong>, het type <strong>MS</strong> en de klinische gegevens over de symptomen van de ziekte.<br />

Achtergrond van het onderzoek:<br />

De meeste studies in <strong>MS</strong> bestuderen typisch focale laesies, laesies die heel klein zijn. MRI is erg gevoelig<br />

in het opsporen van zulke focale afwijkingen, maar het verband met de ernst van de ziekte bij de patiënt<br />

is niet optimaal, zelfs niet met gebruik van meer specifieke MRIgegevens zoals “black holes” (donkere<br />

vlekken waargenomen met een bepaalde MRI-techniek, die vaak wijzen op blijvende schade) en<br />

MT-ratio. Deels kan dit verklaard worden door afwijkingen in de Normaal-Ogende-Witte-Stof, die zich<br />

tussen deze laesies bevinden en indirect waargenomen kunnen worden met nieuwe MRI-technieken.<br />

MRI toont aan dat in <strong>MS</strong>-patiënten het aantal hersencellen geleidelijk afneemt zonder het optreden<br />

van nieuwe focale laesies of aankleuring met de contraststof gadolinium, in het bijzonder in de<br />

progressieve fase van de ziekte. In deze fase treedt dus afname van de hersencellen op zonder dat<br />

er sprake is van (meetbare) nieuwe ontstekingen in de hersenen. In de Normaal-Ogende-Witte-Stof<br />

hebben wij en ook anderen, afwijkende MRI-gegevens gevonden (abnormale relaxatieparameters,<br />

lagere MT-ratio’s en diffuse signaalveranderingen). Daarnaast bleek eveneens met MRI dat de<br />

hoeveelheid van het stofje NAA, dat in zenuwcellen voorkomt, verlaagd is.<br />

56

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!