19.09.2013 Views

Wetenschapskatern 2005-2006 - Stichting MS Research

Wetenschapskatern 2005-2006 - Stichting MS Research

Wetenschapskatern 2005-2006 - Stichting MS Research

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Instituut: Vrije Universiteit medisch centrum, Amsterdam<br />

Looptijd van het onderzoek: 5 sept. <strong>2005</strong> - 5 sept. 2009<br />

Subsidie: € 42.075,- voor 4 jaar<br />

6. Onderzoek naar omgevings- en erfelijke factoren<br />

6.1 Inleiding<br />

Hoewel bekend is dat <strong>MS</strong> een auto-immuunziekte is, is helaas nog niet bekend waarom en op welke<br />

wijze het afweersysteem ontregeld wordt. Wel is door bestudering van de verspreiding van de ziekte<br />

bekend dat zowel omgevings- als erfelijke factoren de kans op het krijgen van <strong>MS</strong> beïnvloeden. Het<br />

feit dat deze factoren nog steeds niet bekend zijn, wordt veroorzaakt doordat er vermoedelijk een<br />

combinatie van vele factoren een rol speelt en dat bovendien deze factoren waarschijnlijk voor<br />

verschillende personen anders kunnen zijn. Mogelijk kunnen omgevings- en erfelijke factoren ook<br />

het verloop van de ziekte beïnvloeden. Het feit dat erfelijke factoren een rol spelen bij de gevoeligheid<br />

voor het krijgen van <strong>MS</strong> betekent overigens niet dat <strong>MS</strong> erfelijk is in de gebruikelijke zin van het<br />

woord. De kans dat kinderen van personen met <strong>MS</strong> ook <strong>MS</strong> ontwikkelen is heel klein en mensen met<br />

precies hetzelfde erfelijk materiaal (eeneiige tweelingen) ontwikkelen vaker niet dan wel allebei <strong>MS</strong>.<br />

Wel kan de kans op <strong>MS</strong> in sommige families hoger zijn dan het gemiddelde van 1 op 1000.<br />

In dit hoofdstuk worden een aantal onderzoeken naar mogelijke omgevings- en erfelijke factoren<br />

beschreven. Hoewel er nooit een virus of ziekteverwekker is gevonden, die de oorzaak zou kunnen zijn<br />

van <strong>MS</strong>, zijn er wel aanwijzingen dat infecties invloed kunnen hebben op het ontstaan of het verloop van<br />

de ziekte. Recent onderzoek, beschreven in het <strong>Wetenschapskatern</strong> 2002-2003, heeft laten zien dat<br />

infecties de kans op opflakkeringen van <strong>MS</strong> verhogen. Sommige algemeen voorkomende virussen<br />

kunnen hersencellen besmetten. In het <strong>Wetenschapskatern</strong> 2004-<strong>2005</strong> wordt onderzoek beschreven<br />

naar de invloed van dergelijke infecties op de hersencellen. In tegenstelling tot wat verwacht werd, bleek<br />

infectie met het virus HHV-6 geen stimulerend effect te hebben op ontstekingen. De infectie lijkt juist bij<br />

te dragen aan het natuurlijke mechanisme in de hersenen om ontstekingen zoveel mogelijk te dempen.<br />

In paragraaf 6.2.4 wordt onderzoek beschreven naar een stof afkomstig van bacteriën, die mogelijk<br />

<strong>MS</strong>-ontstekingen kan bevorderen. Meer onderzoek naar een mogelijke rol van bacteriën en virussen<br />

bij <strong>MS</strong> wordt beschreven in paragraaf 3.3 van dit <strong>Wetenschapskatern</strong>.<br />

Zwangerschap heeft een duidelijke invloed op <strong>MS</strong>. Vooral tijdens de laatste drie maanden van de<br />

zwangerschap is de kans op opflakkeringen van <strong>MS</strong> verlaagd. Daarentegen is in de periode na de<br />

zwangerschap de kans op opflakkeringen hoger. In het in paragraaf 6.2.1 beschreven project wordt<br />

onderzocht welke veranderingen tijdens de zwangerschap verantwoordelijk zijn voor de invloed op<br />

<strong>MS</strong>. In dit project zijn eerste aanwijzingen verkregen, dat vooral de productie van eiwitten van het<br />

afweersysteem sterk beïnvloed wordt door zwangerschap.<br />

In paragraaf 6.2.2 wordt een onderzoek beschreven naar een mogelijke invloed van vitamine D op<br />

<strong>MS</strong>. Op dit moment zijn er aanwijzingen dat een gebrek aan vitamine D een rol zou kunnen spelen bij<br />

<strong>MS</strong>. Een bewijs hiervoor dient echter nog geleverd te worden. In het in paragraaf 6.2.2 beschreven<br />

onderzoek werden bij <strong>MS</strong>-patiënten gemiddeld geen lagere hoeveelheden van werkzame stoffen van<br />

vitamine D gevonden dan bij gezonde controlepersonen. Wel lijkt vitamine D een licht beschermend<br />

effect te hebben voor vrouwen.<br />

Myeline – de beschermende laag om de zenuwvezels - is opgebouwd uit verschillende eiwitten en<br />

lipiden (vetachtige stoffen). Bij <strong>MS</strong> wordt deze myeline afgebroken. <strong>MS</strong> begint meestal tussen het 20e<br />

en 40e levensjaar. Bovendien wordt niet alle myeline afgebroken, maar beperkt de afbraak zich tot<br />

kleine gebieden. Het doel van het in het in paragraaf 6.2.3 beschreven project was om te zoeken naar<br />

een mogelijk verband tussen de samenstelling van de myeline en het verloop van een <strong>MS</strong>-achtige<br />

ziekte en de plaats van <strong>MS</strong>-ontstekingen. Het onderzoek heeft uitgewezen, dat de samenstelling van<br />

myeline verschilt tussen gebieden van het centrale zenuwstelsel. Daarnaast bleek de samenstelling<br />

van myeline te veranderen bij het ouder worden en bij het optreden van ontstekingen. Muizen van<br />

verschillende leeftijden bleken een verschillende gevoeligheid hebben voor de <strong>MS</strong>-achtige ziekte EAE.<br />

22

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!