Zijspanrijden
Zijspanrijden
Zijspanrijden
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Afbeelding 3: achterloop verschillende types voorvorken<br />
Bij een motorfiets hebben we in iets gewijzigde vorm evenwel, met<br />
hetzelfde te maken. Kijk maar eens naar afbeelding 3. Hoe verschillend van<br />
uitvoering ook, ze hebben alle één ding geemeen: ACHTERLOOP.<br />
We kunnen bij onze eigen fiets (solo zowel als zijspan) iets van het effekt<br />
van deze achterloop konstateren, als we met stil- en rechtopstaande machine<br />
het stuur langzaam draaien. De motorfiets blijft dan niet op zijn plaats staan;<br />
draait het stuur naar rechts, dan beweegt hij ook iets naar rechts en<br />
omgekeerd. We kunnen ons dit nu beter voorstellen als we afbeelding 1 en 2<br />
bekijken. Nu is het zo dat, hoe groter de achterloop wordt (a in 1 en 2) hoe<br />
sterker het wiel achter het draaipunt aan wiI lopen, zoals we al zagen bij het<br />
zwenkwiel. M.a.w. hoe groter de achterloop, des te beter de<br />
rechtuitrijkwaliteiten. Maar ook hoe moeilijker de hoek om! Er moet dan nl.<br />
ook meer kracht uitgeoefend worden om het stuur te verdraaien.; het voorwiel<br />
wiI sterker achter zijn draaipunt (balhoofd) aan gaan. En het draaipunt wordt<br />
gestuwd door het achterwiel, in het verlengde van de fiets,dus rechtuit.<br />
Om nu toch de hoek om te kunnen, zijn bij de solo-fiets balhoofds hoek en<br />
sprong van belang. Zoals in het begin al gezegd zullen we deze twee laatste<br />
begrippen, als niet van belang voor ons zijspanrijders, laten rusten. Is de<br />
achterloop groot, dan moet bij de solofiets de machine goed schuin in de<br />
bocht gelegd worden om toch rond te komen. De op het stuur tegenwerkende<br />
krachten worden dan gecompenseerd door het schuinleggen. Omgekeerd:<br />
7