0248;mestvergisting op boerderijniveau.pdf - BiogaS
0248;mestvergisting op boerderijniveau.pdf - BiogaS
0248;mestvergisting op boerderijniveau.pdf - BiogaS
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
'Mestvergisting <strong>op</strong> <strong>boerderijniveau</strong>'<br />
5 Milieuwetgeving<br />
Mestvergisting is een ideaal procédé voor schoon hergebruik van biomassa en<br />
<strong>op</strong>wekking van duurzame energie uit mest. Maar het is ook een extreem voorbeeld<br />
van innovatie die vastlo<strong>op</strong>t in een moeilijk te doorgronden complex van wetten en<br />
regels. Allereerst zal onder andere het begrip “inrichting” uitgewerkt worden (§5.1),<br />
vervolgens wordt het stroomschema toegelicht waarin aangegeven wordt welke<br />
vergunning is vereist en wie hierbij het bevoegd gezag is (§5.2), de inhoud van de<br />
milieuvergunning komt in §5.3 aan de orde. §5.4 beschrijft de emissierichtlijnen die<br />
gesteld worden aan de WKK om tenslotte de eisen van de Meststoffenwet weer te<br />
geven ten aanzien van het <strong>op</strong>- of in de bodem brengen van het digestaat (§5.5).<br />
5.1 Vergunningverlening m.b.t. de Wet milieubeheer<br />
Voor de milieuvergunning dienen enkele belangrijke juridische vragen beantwoordt te<br />
worden, namelijk: (Infomil, 2001)<br />
1. Is <strong>mestvergisting</strong>, een Wm-vergunningplichtige activiteit of niet?<br />
2. Is er sprake van <strong>mestvergisting</strong> of van afvalstoffenvergisting in de zin van het<br />
Inrichtingen- en vergunningenbesluit Wm (Ivb)?<br />
Landbouwbedrijven zijn inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer, daarom<br />
vallen zij onder de systematiek van vergunningen en algemene regels. Er is sprake<br />
van een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, wanneer aan twee eisen wordt<br />
voldaan:<br />
A. De activiteit moet gedekt worden door de begripsomschrijving van “inrichting”.<br />
Als één inrichting wordt beschouwd: de tot een zelfde onderneming of instelling<br />
behorende installaties die onderling technische, organisatorische of functionele<br />
binding hebben en in elkaars onmiddellijke nabijheid zijn gelegen. (Infomil, 2001)<br />
In de praktijk wordt onder “inrichting” verstaan: alle bouwwerken en installaties<br />
die gevestigd zijn <strong>op</strong> één bouwblok. Stallen <strong>op</strong> een andere locatie kunnen wel tot<br />
één bedrijf horen, maar worden over het algemeen niet tot dezelfde inrichting<br />
gerekend. Iedere inrichting heeft meestal ook een eigen Wm-vergunning. Toch is<br />
het begrip inrichting onder invloed van jurisprudentie enigszins rekbaar. Wanneer<br />
verschillende bedrijfslocaties technische, organisatorische en functionele binding<br />
met elkaar hebben, kunnen deze toch als één inrichting aangemerkt worden.<br />
Het bevoegd gezag bepaalt uiteindelijk per afzonderlijk geval of meerdere<br />
bedrijfslocaties toch tot dezelfde inrichting horen. Blijkt uit deze beoordeling dat<br />
verschillende bedrijfslocaties van één en hetzelfde bedrijf niet tot één inrichting<br />
behoren, dan kan <strong>mestvergisting</strong> <strong>op</strong> één bedrijfslocatie met mest van alle<br />
bedrijfslocaties, niet tot <strong>mestvergisting</strong> <strong>op</strong> <strong>boerderijniveau</strong> gerekend worden.<br />
B. De activiteit moet zijn aangewezen in het Inrichtingen- en vergunningenbesluit<br />
Milieubeheer.<br />
De volgende landbouwbedrijven die aan de definitie van “inrichting” voldoen zijn<br />
vergunningplichtig;<br />
• Inrichtingen voor het bewerken, verwerken, <strong>op</strong>slaan of overslaan van meer<br />
dan 10 m³/jaar dierlijke of andere organische meststoffen (bijlage I, categorie<br />
7.1 Ivb, onder a, en categorie 7.2 Ivb).<br />
• Verder kan een landbouwbedrijf met een <strong>mestvergisting</strong>sinstallatie<br />
vergunningplichtig zijn vanwege het motorisch vermogen (bijlage I, categorie<br />
1.1, Ivb). (Infomil, 2001)<br />
'Vergunningverlening en haalbaarheid van vergisting van mest en biomassa' 45