0248;mestvergisting op boerderijniveau.pdf - BiogaS
0248;mestvergisting op boerderijniveau.pdf - BiogaS
0248;mestvergisting op boerderijniveau.pdf - BiogaS
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
'Mestvergisting <strong>op</strong> <strong>boerderijniveau</strong>'<br />
De hoofdlijnen voor vestiging van een centrale <strong>mestvergisting</strong>sinstallatie zijn:<br />
• Installaties voor centrale <strong>mestvergisting</strong> worden in eerste instantie gevestigd <strong>op</strong><br />
bedrijventerreinen. De provincies geven in het streekplan, een Reconstructieplan<br />
of een uitwerking van deze plannen, locaties voor <strong>mestvergisting</strong> aan. De<br />
provincie bepaalt in het streekplan of in het reconstructieplan, in welke kernen<br />
centrale <strong>mestvergisting</strong> kunnen worden benut, c.q. in welke kernen een<br />
bedrijfsterrein wordt bestemd.<br />
• Indien er aantoonbaar onvoldoende mogelijkheden zijn <strong>op</strong> een bedrijventerrein is<br />
het mogelijk dat een centrale <strong>mestvergisting</strong>sinstallatie wordt gevestigd in<br />
vrijkomende agrarische bebouwing (vab) of perspectief locaties. Dit is echter<br />
alleen mogelijk als het betreffende gebied volgens de Reconstructiewet is<br />
aangewezen als landbouwontwikkelingsgebied. Het is hierbij belangrijk dat de<br />
kwaliteit van de ruimte er niet <strong>op</strong> achteruit gaat. Dat houdt in dat er geen<br />
bebouwing buiten het bouwblok bij mag komen. Centrale<br />
<strong>mestvergisting</strong>sinstallaties kunnen ook worden toegestaan in deze gebieden als<br />
er ook buiten een vab geen mogelijkheden voor vestiging bestaan. Borging van<br />
de kwaliteit van de ruimte weegt hierbij nog zwaarder dan bij vestiging in een vab.<br />
• In verwervingsgebieden zoals aangegeven in de Reconstructiewet is alleen<br />
vestiging van centrale <strong>mestvergisting</strong> toegestaan in een vab <strong>op</strong> een zogenaamde<br />
sterlocatie. Hierbij is ook de inhoudelijke borging van de kwaliteit van de ruimte<br />
van belang.<br />
• Vestiging van een centrale <strong>mestvergisting</strong>sinstallatie binnen de<br />
extensiveringsgebieden of de groene contourgebieden volgens de Vijfde Nota<br />
ruimtelijke ordening is niet toegestaan.<br />
(Infomil, 2001)<br />
De Reconstructiewet is echter van toepassing <strong>op</strong> 1/3de deel van Nederland.<br />
Bovenstaande punt 2 en 3 zijn dus niet van toepassing <strong>op</strong> inrichtingen die buiten een<br />
reconstructiegebied vallen.<br />
Bij de hiervoor genoemde vestigingsmogelijkheden wordt vooruit gel<strong>op</strong>en <strong>op</strong> de<br />
uitvoeringsregeling van de Reconstructiewet. Deze wet is 1 juni 2002 in werking<br />
getreden. Sindsdien zijn regionale commissies bezig gebiedsaanduidingen <strong>op</strong> te<br />
stellen. De plannen van de commissies moeten door Gedeputeerde Staten van de<br />
betreffende provincie en door de ministers van VROM en LNV goedgekeurd worden,<br />
alvorens rechtsgeldig te zijn. Zolang deze gebiedsaanduidingen niet definitief<br />
rechtsgeldig zijn, kan worden overwogen om in plaats van de<br />
landbouwontwikkelingsgebieden en de sterlocaties de huidige<br />
bestemmingsplancategorie “agrarisch gebruik met niet-grondgebonden productie” te<br />
hanteren. De mogelijkheden die er zijn voor vestiging van een centrale<br />
<strong>mestvergisting</strong>sinstallatie in een vab in deze gebieden zullen wel door de provincie<br />
nader onderzocht moeten worden. Wanneer een geschikte locatie is gevonden, dient<br />
een bouwvergunning en milieuvergunning aangevraagd te worden voor de bouw van<br />
een vergistingsinstallatie.<br />
8.3 Vergunningverlening m.b.t. Wet milieubeheer<br />
Voor centrale <strong>mestvergisting</strong> is net als voor <strong>mestvergisting</strong> <strong>op</strong> <strong>boerderijniveau</strong> een<br />
vergunning nodig volgens de Wet milieubeheer. Aan de hand van figuur 8.1 is te<br />
achterhalen volgens welke artikelen en bij welk bevoegd gezag er een Wmvergunning<br />
aangevraagd dient te worden. De eisen die de Wm-vergunning aan een<br />
centrale <strong>mestvergisting</strong>sinstallatie stelt zijn vergelijkbaar met de eisen die aan een<br />
mestvergister <strong>op</strong> <strong>boerderijniveau</strong> worden gesteld. Deze kunnen eventueel aangevuld<br />
worden conform de richtlijnen die gelden voor bedrijven <strong>op</strong> bedrijventerreinen. Het<br />
voert te ver om deze hier allemaal te behandelen, de gestelde eisen kunnen bekeken<br />
'Vergunningverlening en haalbaarheid van vergisting van mest en biomassa' 85