0248;mestvergisting op boerderijniveau.pdf - BiogaS
0248;mestvergisting op boerderijniveau.pdf - BiogaS
0248;mestvergisting op boerderijniveau.pdf - BiogaS
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
'Mestvergisting <strong>op</strong> <strong>boerderijniveau</strong>'<br />
7.2 Bedrijfsgegevens<br />
Voordat het rekenmodel de haalbaarheid van een <strong>mestvergisting</strong>sinstallatie van een<br />
specifiek bedrijf kan doorrekenen, is het noodzakelijk een aantal bedrijfsgegevens in<br />
te vullen in het rekenschema “Bedrijfsgegevens. Een voorbeeld van het rekenmodel<br />
is te vinden in bijlage 5.<br />
MESTPRODUCTIE<br />
Als eerste wordt de drijfmestproductie berekend van het gemiddeld aantal aanwezige<br />
dieren. De drijfmestproductie per jaar is de hoeveelheid mest die in de mest<strong>op</strong>slag<br />
terechtkomt. Bij melkvee is dus de mestproductie in de wei niet meegenomen bij<br />
beperkt of onbeperkt weiden. Deze hoeveelheid mest is namelijk niet beschikbaar<br />
voor vergisting.<br />
In dit rekenmodel is uitsluitend gerekend met dierlijke mest, afkomstig van de<br />
rundvee- en varkenshouderij. Op de eerste plaats zijn dit de twee meest<br />
voorkomende mestsoorten in de Nederlandse veehouderij. Op de tweede plaats<br />
vormen deze mestsoorten een goede basis voor wat betreft drogestofpercentage en<br />
organische stofgehalte, zodat de methaanvormende bacteriën zich goed kunnen<br />
ontwikkelen. Daarnaast is het mogelijk om kippenmest toe te voegen: dit wordt<br />
echter niet als basisgrondstof voor <strong>mestvergisting</strong> gezien. Kippenmest wordt wel<br />
meegenomen als zijnde co-product. Ten eerste is kippenmest te droog om<br />
onverdund aan drijfmest afkomstig van bijvoorbeeld de rundvee- of varkenshouderij<br />
toegevoegd te worden aan een vergistingsinstallatie. Ten tweede heeft kippenmest<br />
een hoger energetisch rendement ten <strong>op</strong>zichte van rundvee- en varkensmest.<br />
Daarom lijkt vergassing of verbranding een betere <strong>op</strong>tie voor deze mestsoort.<br />
Rundvee<br />
Voor de berekening van de mestproductie van het rundvee moet als eerste, bij het<br />
toegepaste voedersysteem (zoals beperkt weiden, onbeperkt weiden,<br />
zomerstalvoedering of summerfeeding), het aantal dagen ingevuld worden dat dit<br />
systeem per jaar wordt toegepast (dus maximaal 365 dagen). Hierbij moet ook een<br />
keuze gemaakt worden naar de gemiddelde 305-dagenproductie van het melkvee.<br />
De 305-dagenproducties moet liggen tussen de 6.000 en de 10.000 kg. Er kan<br />
slechts in stappen van 1.000 kg een melkproductie per dier gekozen worden, omdat<br />
de invloed van de hoogte van de melkproductie <strong>op</strong> de mestproductie niet van dien<br />
aard is dat dit grote consequenties heeft voor het eindresultaat. Vervolgens moet in<br />
de volgende kolom het aantal stuks vee worden aangegeven waar<strong>op</strong> dit<br />
voedersysteem van toepassing is. Aan de hand van deze gegevens wordt dan de<br />
drijfmestproductie in de <strong>op</strong>slag berekend. In de volgende kolom moet het percentage<br />
mest dat beschikbaar komt voor vergisting, ingevuld worden. Aan de hand hiervan<br />
wordt het aantal m³ mest dat per jaar beschikbaar is voor de vergisting berekend. Dit<br />
kan alle mest zijn, maar dat is niet noodzakelijk. Het is belangrijk om te weten dat het<br />
aantal dagen van <strong>op</strong>stallen in de winter automatisch berekend wordt aan de hand<br />
van het aantal weidedagen. Hierbij dient er<strong>op</strong> gelet te worden, dat het aantal dagen<br />
van de beweiding en de <strong>op</strong>stalling samen 365 bedraagt.<br />
Bij het jongvee en de kalveren dient het aantal staldagen ingevuld te worden,<br />
evenals het betreffende aantal stuks vee. Bij de vleesstieren dient het aantal stuks,<br />
dat gemiddeld over een jaar aanwezig is, ingevuld te worden. (Praktijkonderzoek<br />
Veehouderij, 2002; Van Lent en van Dooren, 2001 )<br />
'Vergunningverlening en haalbaarheid van vergisting van mest en biomassa' 73