0248;mestvergisting op boerderijniveau.pdf - BiogaS
0248;mestvergisting op boerderijniveau.pdf - BiogaS
0248;mestvergisting op boerderijniveau.pdf - BiogaS
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
'Mestvergisting <strong>op</strong> <strong>boerderijniveau</strong>'<br />
Uit voorafgaande kan geconcludeerd worden dat een <strong>mestvergisting</strong>sinstallatie die<br />
meer dan 10 m³/jaar aan dierlijke of andere organische meststoffen verwerkt een<br />
vergunningplichtige activiteit is. Wanneer het motorisch vermogen van de<br />
verbrandingsmotor in de WKK groter is dan 1,5 kW, is de <strong>mestvergisting</strong>sinstallatie<br />
vergunningsplichtig. (Koeman, 1998/1999)<br />
Een milieuvergunning bestaat uit een <strong>op</strong>richtingsvergunning met eventuele<br />
aanvullende veranderingsvergunningen. Wordt door een vergunde inrichting enkel en<br />
alleen een milieuvergunning aangevraagd voor een <strong>mestvergisting</strong>sinstallatie, dus<br />
kan in de meeste gevallen volstaan worden met een wijzigingsvergunning.<br />
Een revisievergunning is bedoeld voor situaties waarbij in de lo<strong>op</strong> der jaren meerdere<br />
vergunningen zijn verleend (een <strong>op</strong>richtingsvergunning en allerlei<br />
wijzigingsvergunningen), waarin door de bomen het bos niet meer zichtbaar is. De<br />
revisievergunning moet overzicht brengen; deze komt in plaats van alle eerder<br />
verleende vergunningen. Bij een revisievergunning worden de voorschriften <strong>op</strong>nieuw<br />
geformuleerd. Het bevoegd gezag bepaalt of een revisievergunning nodig is. De<br />
wettekst stelt daarvoor als voorwaarden dat een wijzigingsvergunning als bedoeld in<br />
artikel 8.1, lid 1, onder b, Wm is aangevraagd en dat voor die inrichting al eerder een<br />
of meer milieuvergunningen zijn verleend.<br />
De vergunningsplicht geldt niet voor de inrichtingen die in een AMvB <strong>op</strong> basis van<br />
artikel 8.40 Wm zijn aangewezen. Het plaatsen van een <strong>mestvergisting</strong>sinstallatie is<br />
hierboven beschreven als mestverwerking en is derhalve een vergunningplichtige<br />
activiteit. Een vergunningplichtige activiteit valt daarom echter buiten de<br />
werkingssfeer van de AMvB’s. Binnen de AMvB melkrundveehouderijen is slechts<br />
mestbewerking toegestaan, in de vorm van het mengen of roeren van dierlijke of<br />
overige organische meststoffen. Door het plaatsen van een vergistingsinstallatie kan<br />
het bedrijf niet meer voldoen aan de richtlijnen van de AMvB, met het gevolg dat er<br />
voor de gehele inrichting een compleet nieuwe milieuvergunning <strong>op</strong>gesteld moet<br />
worden. (Infomil, 2001)<br />
In de AMvB mestbassins (1997) staat beschreven dat mest<strong>op</strong>slagen waarin geen<br />
beluchting, geforceerde vergisting of een andere be- of verwerking van dunne mest<br />
plaatsvindt, behoudens mengen of roeren, valt onder de besluitvoering van deze<br />
AMvB. Mest<strong>op</strong>slagen die gebruikt worden voor <strong>op</strong>slag van verse mest vóór de<br />
vergister of voor digestaat<strong>op</strong>slag ná de vergister (zonder navergistingsgas<strong>op</strong>vang),<br />
vallen dus onder de werkingssfeer van het besluit mestbassins Milieubeheer. De<br />
<strong>mestvergisting</strong>sinstallatie zelf, is dus niet te plaatsen onder dit besluit.<br />
Om de vergunningverlening van een <strong>mestvergisting</strong>sinstallatie te vergemakkelijken is<br />
het aan te raden om de installatie te toetsen aan de richtlijnen zoals beschreven in<br />
de AMvB mestbassins. In de aanbevelingen zal beschreven worden, in hoeverre het<br />
relevant is om <strong>mestvergisting</strong>sinstallaties te toetsen aan de uitvoeringsregels van het<br />
besluit mestbassins.<br />
De Wm-vergunning komt tot stand volgens de zogenaamde “uitgebreide<br />
voorbereidingsprocedure” van afd. 3.5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb),<br />
aangevuld met de bijzondere bepalingen van afd. 13.2 van de Wm. In essentie<br />
komen de bepalingen er<strong>op</strong> neer dat tegen de besluiten bezwaar en beroep<br />
aangetekend kan worden door de belanghebbenden. Bezwaar wordt ingediend bij<br />
het bevoegd gezag, een beroep daarentegen bij de rechter (Afdeling<br />
Bestuursrechtspraak van de Raad van State). (Infomil, 2001)<br />
'Vergunningverlening en haalbaarheid van vergisting van mest en biomassa' 46