0248;mestvergisting op boerderijniveau.pdf - BiogaS
0248;mestvergisting op boerderijniveau.pdf - BiogaS
0248;mestvergisting op boerderijniveau.pdf - BiogaS
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
'Mestvergisting <strong>op</strong> <strong>boerderijniveau</strong>'<br />
Gasdetectie<br />
In de inrichting dient een (draagbaar c.q. mobiel) gasdetectiesysteem voor methaan<br />
(CH 4 ) en zwavelwaterstof (H 2 S) aanwezig te zijn. Op geschikte plaatsen dient met<br />
het gasdetectiesysteem regelmatig te worden gemeten naar de aanwezigheid van<br />
zwavelwaterstof en methaan. De resultaten van de metingen dienen in een logboek<br />
te worden bijgehouden.<br />
Gevarenzone-indeling<br />
Voor de inrichting dient, met betrekking tot gasontploffinggevaar van het aanwezige<br />
biogas, een gevarenzone-indeling te worden <strong>op</strong>gesteld. Hiervoor dient de<br />
Nederlandse Praktijkrichtlijn 7910 (NPR 7910; Gevarenzone-indeling met betrekking<br />
tot gasontploffingsgevaar) te worden gehanteerd. De constructievormen van het<br />
elektrisch materieel moeten worden afgestemd <strong>op</strong> de mate van gasontploffingsgevaar<br />
in de nabijheid van de vergister en de WKK.<br />
Werkzaamheden zoals onderhoud, reparatie en nieuwbouw binnen de gevarenzones<br />
mogen slechts met toestemming van de bedrijfsleiding plaatsvinden. Bij deze<br />
toestemming moet zijn aangegeven:<br />
• welke maatregelen moeten worden getroffen teneinde brand en/of explosies<br />
te voorkomen;<br />
• welke middelen moeten worden gebruikt om brand te bestrijden en andere<br />
ongewenste situaties ongedaan te maken;<br />
• welke werkzaamheden verricht mogen worden;<br />
• de duur van de werkzaamheden;<br />
• de uit te voeren controles voordat met de werkzaamheden mag worden<br />
begonnen;<br />
• hoe een veilige situatie gedurende de werkzaamheden wordt gewaarborgd.<br />
Brandpreventie<br />
De initiatiefnemer dient ter goedkeuring van het bevoegd gezag een soort<br />
brandpreventieplan te overleggen. In dit plan dient aandacht te zijn besteed aan:<br />
• Aard, uitvoering en situering van:<br />
- blusmiddelen;<br />
- systemen voor detectie, melding en bestrijding;<br />
- bluswatervoorziening en –voorraad;<br />
- <strong>op</strong>vang van verontreinigd bluswater.<br />
• De plaatsen waar <strong>op</strong>en vuur en roken verboden is.<br />
• De wijze en frequentie van inspectie <strong>op</strong> werking, staat en situering van<br />
blusmiddelen, detectie- en bestrijdingssystemen.<br />
Alle brandblusmiddelen, brandbestrijdings- en brandbeveiligingssystemen moeten<br />
steeds:<br />
• voor onmiddellijk gebruik gereed zijn;<br />
• in goede staat van onderhoud verkeren;<br />
• goed bereikbaar zijn;<br />
• als zodanig herkenbaar zijn.<br />
Het terrein en het wegenstelsel dienen zodanig te zijn ingericht en de<br />
toegankelijkheid moet zodanig te zijn bewaakt, dat elke deel van de inrichting ten alle<br />
tijde goed te bereiken is.<br />
In de gehele inrichting moeten die plaatsen en die gebouwen, waar <strong>op</strong>en vuur en<br />
roken verboden is, zoals binnen de gevarenzones, duidelijk zijn aangegeven door<br />
middel van <strong>op</strong>schriften of pictogrammen conform NEN 3011 (NEN 3011 heeft<br />
betrekking <strong>op</strong> Veiligheidskleuren en tekens).<br />
'Vergunningverlening en haalbaarheid van vergisting van mest en biomassa' 56