Gehoor in onderzoek 2011 - Fenac
Gehoor in onderzoek 2011 - Fenac
Gehoor in onderzoek 2011 - Fenac
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Corticale auditieve potentialen kunnen wellicht gebruikt worden om de toestand van de auditieve baan <strong>in</strong> de hersenen<br />
te karakteriseren. In dit project willen we die potentialen gebruiken als voorspellers en <strong>in</strong>dicatoren van de dynamische<br />
toestand van de auditieve baan voor en na cochleaire implantatie en willen we die potentialen <strong>in</strong> verband brengen met<br />
de effectiviteit van de implantatie.<br />
“Het voorspellen van de effectiviteit van cochleaire implantatie <strong>in</strong> een <strong>in</strong>dividuele patiënt blijft een hachelijke zaak.<br />
Het meten van corticale auditieve potentialen kan hier wellicht bij helpen. Ook kan de ontwikkel<strong>in</strong>g van de auditieve<br />
baan na implantatie (plasticiteit) met dit <strong>in</strong>strument gekarakteriseerd worden en misschien <strong>in</strong>gezet worden voor<br />
bijstell<strong>in</strong>g van de postoperatieve rehabilitatie.”<br />
Spraakherkenn<strong>in</strong>g met CI: welk e<strong>in</strong>dresultaat is haalbaar?<br />
Officiële titel: De predictie van spraakherkenn<strong>in</strong>g door CI-dragers<br />
Uitvoerende organisaties: KNO/Audiologie, VUmc, Amsterdam<br />
Looptijd: 06/2009 -0 06/2013<br />
Aard en omvang: promotie<strong>onderzoek</strong>; 4 mensjaren<br />
Contactpersoon: Mw. Ir. M.W. Kaandorp, mw.kaandorp@vumc.nl<br />
De vaardigheid om spraak te verstaan varieert aanzienlijk tussen CI-gebruikers. Met betrekk<strong>in</strong>g tot adviser<strong>in</strong>g, kandidaatstell<strong>in</strong>g<br />
voor CI en evaluatie van het revalidatieproces is er daarom grote behoefte aan meer gedetailleerde kennis<br />
en begrip van het e<strong>in</strong>dresultaat dat iemand kan bereiken. Een dergelijk vraag wierp zich eerder op bij de revalidatie met<br />
hoortoestellen. Er is op dat gebied echter <strong>in</strong> de afgelopen jaren veel kennis vergaard, o.a. over de <strong>in</strong>vloed op het<br />
spraakverstaan van de auditieve gevoeligheid, de spectrale en temporele resolutie en niet-auditieve factoren als<br />
taalbegrip. Spraakherkenn<strong>in</strong>g met CI lijkt echter m<strong>in</strong>der eenvoudig te verklaren. Er spelen factoren mee die met de CI<br />
zelf te maken hebben, zoals het aantal elektroden en de gewenn<strong>in</strong>g aan bewerkte spraak, maar ook taalvaardigheid,<br />
zeker na een lange periode van auditieve deprivatie, speelt een belangrijke rol. In dit <strong>onderzoek</strong> wordt de spraakherkenn<strong>in</strong>g<br />
met CI nauwkeuriger onder de loep genomen.<br />
Voorspellen van de meerwaarde van CI<br />
Officiële titel: K<strong>in</strong>deren met meervoudige beperk<strong>in</strong>gen en CI<br />
Uitvoerende organisaties: KNO/Audiologie, UMC St. Radboud, Nijmegen; Donders Institute for Bra<strong>in</strong>, Cognition and<br />
Behaviour, Centre for Neuroscience, Nijmegen<br />
Looptijd: S<strong>in</strong>ds 03/2008 doorlopend<br />
Aard en omvang: overig R&D-project; 0,1 mensjaar per jaar<br />
Contactpersoon: Mw. Dr. M.C. Langereis, m.langereis@kno.umcn.nl<br />
Dr. E.A.M. Mylanus, e.mylanus@kno.umcn.nl<br />
Het <strong>onderzoek</strong> richt zich op de vraag wat een cochleair implantaat kan betekenen voor k<strong>in</strong>deren die naast hun doofheid<br />
ook andere problemen hebben. Op dit moment is nog relatief we<strong>in</strong>ig bekend over het effect van CI bij deze zeer<br />
heterogene groep k<strong>in</strong>deren. Het is van groot belang meer zicht te krijgen op deze mogelijkheden, gezien het feit dat<br />
zo’n 30% tot 40% van de dove k<strong>in</strong>deren naast de doofheid aanvullende problemen heeft. Het <strong>onderzoek</strong> is longitud<strong>in</strong>aal<br />
en richt zich op de auditieve, communicatieve en taalvaardigheden. B<strong>in</strong>nen het <strong>onderzoek</strong> worden k<strong>in</strong>deren geïncludeerd<br />
die naast een auditieve handicap een IQ hebben lager dan 80, dan wel andere nevenhandicaps hebben waar een<br />
beperkende <strong>in</strong>vloed van te verwachten is op de communicatie (bv. autisme, spasticiteit). Het accent van huidig<br />
<strong>onderzoek</strong> zal komen te liggen op de <strong>in</strong>dividuele data, met als doel meer zicht te krijgen op factoren die relevant zijn<br />
voor het voorspellen van een meerwaarde van CI bij deze groep k<strong>in</strong>deren.<br />
50 <strong>Gehoor</strong> <strong>in</strong> Onderzoek <strong>2011</strong>