11.07.2015 Views

VBG Bijlage 1a ADN - RBV advies

VBG Bijlage 1a ADN - RBV advies

VBG Bijlage 1a ADN - RBV advies

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Monsters van nieuwe of reeds bestaande ontplofbare stoffen of voorwerpen, met uitzondering vaninleispringstoffen, die onder meer worden vervoerd voor doeleinden van beproeving, classificatie,onderzoek en ontwikkeling, voor kwaliteitscontrole of als handelsmonster, mogen worden ingedeeldonder de positie UN 0190 ONTPLOFBARE STOF, MONSTER.De indeling van in hoofdstuk 3.2 tabel A niet met name genoemde stoffen en voorwerpen in eenn.e.g.-positie of in de positie UN 0190 ONTPLOFBARE STOF, MONSTER, alsmede de indeling vanbepaalde stoffen waarvan het vervoer is onderworpen aan een speciale toestemming van debevoegde autoriteit overeenkomstig kolom (6) van tabel A van hoofdstuk 3.2, moet worden uitgevoerddoor de bevoegde autoriteit van het land van herkomst.Deze autoriteit moet ook schriftelijk akkoord gaan met de vervoersvoorwaarden van deze stoffen envoorwerpen.Indien het land van herkomst geen Overeenkomstsluitende Partij van het <strong>ADN</strong> is, moeten de indelingen de vervoersvoorwaarden worden erkend door de bevoegde autoriteit van de eersteOvereenkomstsluitende Partij van het <strong>ADN</strong>, die bij de zending betrokken is.2.2.1.1.4 Stoffen en voorwerpen van klasse 1 moeten zijn ingedeeld in een subklasse volgens2.2.1.1.5 en een compatibiliteitsgroep volgens 2.2.1.1.6.De subklasse moet op grond van de in sectie 2.3.0 en 2.3.1 aangegeven beproevingen en ondergebruikmaking van de definities in 2.2.1.1.5 zijn vastgesteld. De compatibiliteitsgroep moet zijnvastgesteld volgens de definities in 2.2.1.1.6. De classificatiecode bestaat uit het nummer van desubklasse en de letter van de compatibiliteitsgroep.2.2.1.1.5 Definitie van de subklassenSubklasse 1.1Stoffen en voorwerpen met gevaar voor massa-explosie (een massa-explosie iseen explosie die praktisch op hetzelfde ogenblik plaatsvindt in nagenoeg degehele lading).Subklasse 1.2Subklasse 1.3Subklasse 1.4Subklasse 1.5Subklasse 1.6Stoffen en voorwerpen met gevaar voor scherfwerking, maar niet met gevaar voormassa-explosie.Stoffen en voorwerpen met gevaar voor brand en met een gering gevaar voorluchtdruk- of scherfwerking of met gevaar voor beide, maar niet met gevaar voormassa-explosie,a) waarvan de verbranding aanleiding geeft tot een aanzienlijke warmtestraling,ofb) die één voor één uitbranden, waarbij een geringe luchtdruk- of scherfwerkingof beide optreden.Stoffen en voorwerpen die slechts een gering explosiegevaar opleveren indien zetijdens het vervoer tot ontsteking of inleiding komen. De gevolgen blijven inhoofdzaak beperkt tot het collo en leiden niet tot scherfwerking van enige omvangof reikwijdte. Een van buitenaf inwerkende brand mag niet leiden tot een explosieop praktisch hetzelfde ogenblik van vrijwel de gehele inhoud van het collo.Zeer weinig gevoelige stoffen met gevaar voor massa-explosie, die zo weiniggevoelig zijn dat er onder normale vervoersomstandigheden een zeer geringekans bestaat op inleiding of op de overgang van verbranding naar detonatie. Alsminimum voorwaarde geldt dat ze niet mogen exploderen bij de uitwendigebrandproef.Extreem weinig gevoelige voorwerpen, zonder gevaar voor massa-explosie. Dezevoorwerpen bevatten alleen extreem weinig gevoelige springstoffen en vertoneneen verwaarloosbare kans op een onbedoelde inleiding of voortplanting.Opmerking: Het gevaar dat uitgaat van de voorwerpen van subklasse 1.6 is beperkt tot de explosievan één enkel voorwerp.<strong>ADN</strong> HOOFDSTUK 2.2 - 2011 2.2 - 2

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!