11.07.2015 Views

VBG Bijlage 1a ADN - RBV advies

VBG Bijlage 1a ADN - RBV advies

VBG Bijlage 1a ADN - RBV advies

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Opmerking: Mengsels die meer dan 20% doch ten hoogste 55% nitrocellulose met eenstikstofgehalte van ten hoogste 12,6% in de droge stof bevatten, zijn stoffen van UN-nummer 2059.Mengsels met een vlampunt lager dan 23 C:- met meer dan 55% nitrocellulose ongeacht het stikstofgehalte, of- met ten hoogste 55% nitrocellulose met een stikstofgehalte van meer dan 12,6% in de droge stofzijn stoffen van klasse 1 (UN-nummers 0340 of 0342) of van klasse 4.1 (UN-nummers 2555, 2556of 2557).2.2.3.1.5 Niet giftige, niet bijtende en niet millieugevaarlijke oplossingen en homogene mengsels met eenvlampunt van 23 C en hoger (viskeuze stoffen, zoals verven en lakken, uitgezonderd stoffen die meerdan 20% nitrocellulose bevatten) verpakt in houders met een inhoud van ten hoogste 450 liter, zijnniet onderworpen aan de voorschriften van het <strong>ADN</strong>, indien bij de beproeving van afscheiding vanoplosmiddel (zie het Handboek beproevingen en criteria, deel III, subsectie 32.5.1) de hoogte van deafgescheiden laag oplosmiddel kleiner is dan 3% van de totale hoogte, en indien deze stoffen in deuitloopbeker volgens ISO-norm 2431:1993 met een uitloopopening van 6 mm diameter bij 23 C eenuitlooptijda) van ten minste 60 seconden, ofb) van ten minste 40 seconden bezitten en niet meer dan 60% stoffen van klasse 3 bevatten.2.2.3.1.6 Indien stoffen van klasse 3 als gevolg van toevoegingen overgaan naar andere gevaarscategorieëndan die waartoe de met name genoemde stoffen in tabel A van hoofdstuk 3.2 behoren, moeten dezemengsels of oplossingen worden ingedeeld in de posities waartoe zij op grond van hun werkelijkegevaarseigenschappen behoren.Opmerking: Zie voor de indeling van oplossingen en mengsels (zoals preparaten, formuleringen enafvalstoffen) ook sectie 2.1.3.2.2.3.1.7 Op grond van de beproevingen van subsectie 2.3.3.1 en sectie 2.3.4 en de criteria van 2.2.3.1.1 kanook worden vastgesteld of de aard van een met name genoemde oplossing of een met namegenoemd mengsel, respectievelijk een oplossing of een mengsel, die/dat een met name genoemdestof bevat, zodanig is, dat deze oplossing of dit mengsel niet is onderworpen aan de voorwaarden vandeze klasse (zie ook sectie 2.1.3).2.2.3.2 Niet ten vervoer toegelaten stoffen2.2.3.2.1 Stoffen van klasse 3, die gemakkelijk peroxiden kunnen vormen (zoals ethers of bepaaldeheterocyclische zuurstofhoudende stoffen) zijn niet ten vervoer toegelaten, indien het peroxidegehalte,berekend als waterstofperoxide (H 2O 2), hoger is dan 0,3%. Het peroxidegehalte moet worden bepaaldzoals aangegeven in subsectie 2.3.3.3.2.2.3.2.2 De chemisch instabiele stoffen van klasse 3 zijn niet ten vervoer toegelaten, tenzij de noodzakelijkemaatregelen zijn getroffen om een gevaarlijke ontleding of polymerisatie tijdens het vervoer teverhinderen. Daartoe moet er in het bijzonder zorg voor worden gedragen, dat de houders en tanksgeen stoffen bevatten, die deze reacties kunnen bevorderen.2.2.3.2.3 Vloeibare ontplofbare stoffen in niet explosieve toestand, die niet met name zijn genoemd in tabel Avan hoofdstuk 3.2, zijn niet als stoffen van klasse 3 ten vervoer toegelaten.<strong>ADN</strong> HOOFDSTUK 2.2 - 2011 2.2 - 36

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!