11.07.2015 Views

VBG Bijlage 1a ADN - RBV advies

VBG Bijlage 1a ADN - RBV advies

VBG Bijlage 1a ADN - RBV advies

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Verdunningsmiddelen van type B mogen worden gebruikt voor de desensibilisatie van organischeperoxiden, onder voorwaarde dat het kookpunt van de vloeistof ten minste 60 °C hoger is dan deSADT in een collo van 50 kg.2.2.52.1.12 Verdunningsmiddelen, anders dan van type A of B, mogen aan de in 2.2.52.4 genoemdeformuleringen van organische peroxiden worden toegevoegd, mits deze inert zijn. Volledige ofgedeeltelijke vervanging van verdunningsmiddelen van type A of B door een ander verdunningsmiddelmet afwijkende eigenschappen vereist echter een nieuwe beoordeling van de formulering volgens denormale procedure voor de classificatie voor klasse 5.2.2.2.52.1.13 Water mag slechts worden gebruikt voor de desensibilisatie van die organische peroxiden, waarbij insubsectie 2.2.52.4 of in de beslissing van de bevoegde autoriteit volgens 2.2.52.1.8 is aangegeven,dat water is toegevoegd of dat zij zich in een stabiele dispersie in water bevinden. Monsters vanorganische peroxiden of van formuleringen van organische peroxiden, niet genoemd in 2.2.52.4,mogen ook gedesensibiliseerd worden met water, onder voorwaarde dat aan de voorschriften van2.2.52.1.9 is voldaan.2.2.52.1.14 Organische en anorganische vaste stoffen mogen voor desensibilisatie van organische peroxidengebruikt worden indien deze inert zijn. Vloeistoffen en vaste stoffen worden als inert beschouwd,indien deze geen nadelige invloed hebben op de thermische stabiliteit en op het type gevaar van deformulering van het organische peroxide.Maatregelen voor temperatuurbeheersing2.2.52.1.15 Bepaalde organische peroxiden mogen alleen vervoerd worden onder omstandigheden vantemperatuurbeheersing. De controletemperatuur is de maximum temperatuur, waarbij het organischeperoxide veilig vervoerd kan worden. Verondersteld wordt dat de temperatuur van de directeomgeving van het collo slechts gedurende een relatief korte tijd per etmaal boven de 55 C stijgt.Indien de temperatuur niet meer te beheersen is, kan het nodig zijn noodmaatregelen te treffen. Dekritieke temperatuur is de temperatuur waarbij de noodmaatregelen in werking moeten treden.2.2.52.1.16 De controle- en kritieke temperatuur zijn afgeleid van de SADT, gedefinieerd als de laagstetemperatuur waarbij een zichzelf versnellende ontleding kan optreden van een stof, in de verpakkingzoals gebruikt tijdens het vervoer (zie tabel 1). De SADT moet bepaald worden om vast te stellen ofeen stof moet worden onderworpen aan temperatuurbeheersing tijdens het vervoer. De voorschriftenvoor de bepaling van de SADT zijn opgenomen in het Handboek beproevingen en criteria, deel II,hoofdstuk 20 en sectie 28.4.Tabel 1: Afleiding van controle- en kritieke temperaturenSOORT HOUDER SADT a CONTROLE-TEMPERATUURKRITIEKETEMPERATUUREnkelvoudigeverpakkingen enIBC’s20 C of lagerhoger dan 20 C tot enmet 35 CSADT minus 20 CSADT minus 15 CSADT minus 10 CSADT minus 10 Choger dan 35 CSADT minus 10 CSADT minus 5 CTanks niet hoger dan 50 C SADT minus 10 C SADT minus 5 CaSADT van de stof verpakt voor het vervoer2.2.52.1.17 De volgende organische peroxiden moeten worden onderworpen aan temperatuurbeheersing tijdenshet vervoer:• organische peroxiden van type B en C, met een SADT 50 C;• organische peroxiden van type D, die bij verwarming onder opsluiting een middelmatige reactievertonen, met een SADT 50 C, of die bij verwarming onder opsluiting een geringe of geen reactievertonen, met een SADT 45 C; en• organische peroxiden van type E en F, met een SADT 45 C.<strong>ADN</strong> HOOFDSTUK 2.2 - 2011 2.2 - 67

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!