11.07.2015 Views

VBG Bijlage 1a ADN - RBV advies

VBG Bijlage 1a ADN - RBV advies

VBG Bijlage 1a ADN - RBV advies

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

HOOFDSTUK 2.4CRITERIA VOOR STOFFEN DIE GEVAARLIJK ZIJN VOOR HET AQUATISCH MILIEU2.4.1 Algemene definities2.4.1.1 Milieugevaarlijke stoffen omvatten onder andere vloeibare of vaste stoffen, die verontreinigend zijnvoor het aquatisch milieu, alsmede oplossingen en mengsels van dergelijke stoffen (zoals preparatenen afvalstoffen).In de zin van dit Hoofdstuk betekent ‘stof’ chemische elementen en verbindingen daarvan innatuurlijke toestand of verkregen door productieprocessen, met inbegrip van additieven, noodzakelijkom de stabiliteit van het product te behouden en verontreinigingen, afkomstig uit het gebruikte proces,maar met uitzondering van oplosmiddelen, die afgescheiden kunnen worden zonder de stabiliteit vande stof te beïnvloeden of de samenstelling te veranderen.2.4.1.2 Het aquatisch milieu kan worden beschouwd in de zin van aquatische organismen die in het waterleven, en het aquatische ecosysteem waarvan zij deel uitmaken. 1 Derhalve is de basis voor hetidentificeren van het gevaar de aquatische toxiciteit van de stof of het mengsel, alhoewel deze kanworden gemodificeerd op grond van nadere informatie over het degradatie- en bioaccumulatiegedrag.2.4.1.3 Terwijl de hierna volgende classificatieprocedure bedoeld is van toepassing te zijn op alle stoffen enmengsels, wordt erkend dat in sommige gevallen, bijv. metalen of slecht oplosbare anorganischeverbindingen, een speciale leidraad nodig zal zijn. 22.4.1.4 De volgende definities zijn van toepassing voor acronymen of termen gebruikt in deze sectie:– BCF: bioconcentratiefactor;– BOD: biochemisch zuurstofverbruik;– COD: chemisch zuurstofverbruik;– GLP: goede laboratoriumpraktijkEC x: De concentratie verbonden met x% van de reactie;– EC 50 : de effectieve concentratie van de stof die 50% van de maximale reactie veroorzaakt;– ErC 50 : EC 50 in de zin van reductie van groei;– K ow: verdelingscoëfficient octanol/water;– LC 50 (letale concentratie voor 50%): de concentratie van een stof in water, die leidt tot de doodvan 50% (de helft) in een groep van proefdieren;– L(E)C 50 : LC 50 of EC 50;NOEC (Concentratie waarbij geen effect wordt waargenomen): de beproevingsconcentratieonmiddellijk onder de laagste beproefde concentratie met statistisch significant negatief gevolg.De NOEC heeft geen statistisch negatief gevolg vergeleken met de controle;– OESO Beproevingsrichtlijnen (“Test Guidelines”): beproevingsrichtlijnen gepubliceerd door deOrganisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).2.4.2 Definities en eisen aan de gegevens2.4.2.1 De basiselementen voor de classificatie van milieugevaarlijke stoffen (aquatisch milieu) zijn:a) acute aquatische toxiciteit;b) chronische aquatische toxiciteit;c) vermogen tot of werkelijke bioaccumulatie; end) afbraak (biotisch of abiotisch) van organische chemicaliën1 Dit betreft niet waterverontreinigende stoffen waarvoor het nodig kan zijn om effecten te beschouwen die verder gaan dan hetaquatisch milieu, zoals de beïnvloeding van de menselijke gezondheid etc.2 Zie <strong>Bijlage</strong> 10 van het GHS.<strong>ADN</strong> HOOFDSTUK 2.4 – 2011 2.4 - 1

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!