11.07.2015 Views

VBG Bijlage 1a ADN - RBV advies

VBG Bijlage 1a ADN - RBV advies

VBG Bijlage 1a ADN - RBV advies

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Categorie Chronisch 2:96-uurs LC 50 (voor vissen)48-uurs EC 50 (voor schaaldieren)72- of 96-uurs ErC 50 (voor algen of anderewaterplanten)>1 maar 10 mg/l en/of>1 maar 10 mg/l en/of>1 maar 10 mg/l(zie Opmerking 3)en de stof is niet snel afbreekbaar en/of de experimenteel bepaalde BCF is 500(of, indien niet beschikbaar de log K ow 4 is) (zie Opmerkingen 4 en 5).Categorie Chronisch 3:96-uurs LC 50 (voor vissen)48-uurs EC 50 (voor schaaldieren)72- of 96-uurs ErC 50 (voor algen of anderewaterplanten)>10 maar 100 mg/l en/of>10 maar 100 mg/l en/of>10 maar 100 mg/l(zie Opmerking 3)en de stof is niet snel afbreekbaar en/of de experimenteel bepaalde BCF is 500(of, indien niet beschikbaar de log K ow 4 is) (zie Opmerkingen 4 en 5).(c)“Vangnet”classificatieCategorie: Chronisch 4Stoffen die nauwelijks oplosbaar zijn en waarbij geen acute toxiciteit werd vastgesteld in de concentraties tot hunoplosbaarheid in water, die niet snel afbreekbaar zijn en waarvan de K ow ≥ 4 aangeeft dat ze zich in levendeorganismen kunnen accumuleren, worden geclassificeerd onder deze categorie tenzij ander wetenschappelijkbewijsmateriaal bestaat dat aantoont dat classificatie niet noodzakelijk is. Zulk bewijsmateriaal zou moetenomvatten: een experimenteel bepaalde BCF < 500 of de NOEC voor de chronische toxiciteit is > 1 mg/l of bewijsvan snelle afbreekbaarheid in het milieu.Stoffen die uitsluitend vallen onder de Categorie chronische toxiciteit 4 zijn geen milieugevaarlijke stoffen in de zinvan het <strong>ADN</strong>.Opmerking 1: De organismen vissen, schaaldieren en algen worden onderzocht als plaatsvervangendesoorten die een reeks van trofische niveaus en taxa omvatten, en de beproevingsmethoden zijn in hoge mategenormaliseerd. Gegevens over andere organismen mogen ook in beschouwing worden genomen, onder voorwaardedat zij equivalente soorten en omslagpunten van de beproeving weergeven.Opmerking 2: Indien stoffen als Acuut 1 en/of Chronisch 1 worden geclassificeerd, is het noodzakelijk tegelijkertijdeen overeenkomstige factor M aan te geven (zie 2.4.4.6.4) om de sommatiemethode toe te passen.Opmerking 3: Indien de toxiciteit voor algen ErC 50 [= EC 50 (groeisnelheid)] meer dan 100 maal lager wordt dan dievan de volgende meest gevoelige soort en de resultaten in een classificatie alleen op dit effect zijn gebaseerd, danmoet worden overwogen of deze toxiciteit representatief is voor de toxiciteit voor waterplanten. Indien kan wordenaangetoond dat dit niet het geval is, moet gebruikgemaakt worden van professionele beoordeling bij het besluit ofclassificatie zal worden toegepast. De classificatie moet gebaseerd zijn op de ErC 50. Onder de omstandighedenwaarbij de basis van de EC 50 niet is aangegeven en geen ErC 50 is geregistreerd, moet de classificatie wordengebaseerd op de laagst beschikbare EC 50.Opmerking 4: Een tekort aan snelle afbreekbaarheid is ofwel gebaseerd op een tekort aan gemakkelijke biologischeafbreekbaarheid dan wel andere bewijzen van een tekort aan snelle degradatie. Indien geen bruikbare gegevens,ofwel experimenteel bepaalde dan wel geschatte gegevens, over de afbreekbaarheid beschikbaar zijn, moet de stofals niet snel afbreekbaar worden beschouwd.Opmerking 5: Het vermogen tot bioaccumulatie, gebaseerd op een experimenteel afgeleide BCF 500 of, indien nietvoorhanden, een log K ow 4 onder voorwaarde dat de log K ow een geschikt identificerend element is voor hetvermogen tot bioaccumulatie van de stof. Gemeten waarden van de log K ow gaan vóór de geschatte waarden engemeten waarden van de BCF gaan vóór waarden van de log K ow.<strong>ADN</strong> HOOFDSTUK 2.4 – 2011 2.4 - 5

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!