11.07.2015 Views

VBG Bijlage 1a ADN - RBV advies

VBG Bijlage 1a ADN - RBV advies

VBG Bijlage 1a ADN - RBV advies

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

zelfontledende stof tot een waarde die gevaarlijk is in geval van lekkage uit een verpakking, mogenniet worden gebruikt. De gebruikte verdunningsmiddelen moeten inert zijn ten opzichte van dezelfontledende stof. In dit verband gelden vaste of vloeibare verdunningsmiddelen als inert, indien zijgeen negatieve invloed hebben op de thermische stabiliteit en op het type gevaar van dezelfontledende stof. Vloeibare verdunningsmiddelen in formuleringen waarvoortemperatuurbeheersing vereist is (zie 2.2.41.1.14) moeten een kookpunt hebben van ten minste 60 Cen een vlampunt van ten minste 5 C. Het kookpunt van de vloeistof moet ten minste 50 C hoger zijndan de controle temperatuur van de zelfontledende stof.Voorschriften voor temperatuurbeheersing2.2.41.1.17 Bepaalde zelfontledende stoffen mogen alleen worden vervoerd onder voorwaarden vantemperatuurbeheersing. De controletemperatuur is de maximum temperatuur, waarbij dezelfontledende stof veilig vervoerd kan worden. Verondersteld wordt dat de temperatuur van dedirecte omgeving van een collo slechts gedurende een relatief korte tijd boven de 55 C stijgt tijdenseen periode van 24 uur. Indien de temperatuur niet meer te beheersen is, kan het nodig zijnnoodmaatregelen te treffen. De kritieke temperatuur is de temperatuur waarbij de noodmaatregelen inwerking moeten treden.De controle- en kritieke temperatuur zijn afgeleid van de SADT (zie tabel 1). De SADT moet bepaaldworden om vast te stellen of een stof moet worden onderworpen aan temperatuurbeheersing tijdenshet vervoer. De voorschriften voor de bepaling van de SADT zijn opgenomen in het Handboekbeproevingen en criteria, deel II, hoofdstuk 20 en sectie 28.4.Tabel 1: Afleiding van controle- en kritieke temperaturenSOORTHOUDERSADT aCONTROLETEMPERATUURKRITIEKETEMPERATUUREnkelvoudigeverpakkingen enIBC’s20 C of lagerhoger dan 20 C toten met 35 ºCSADT minus 20 CSADT minus 15 CSADT minus 10 CSADT minus 10 Choger dan 35 CSADT minus 10 CSADT minus 5 CTanks niet hoger dan 50 C SADT minus 10 C SADT minus 5 Ca SADT van de stof verpakt voor het vervoerZelfontledende stoffen waarvan de SADT niet hoger is dan 55 C, moeten worden onderworpen aantemperatuurbeheersing tijdens het vervoer. Voor zover van toepassing zijn de controle en kritieketemperaturen vermeld in 2.2.41.4. De werkelijke temperatuur tijdens het vervoer mag lager zijn dan decontroletemperatuur, maar moet zodanig gekozen zijn dat gevaarlijke fasenscheiding voorkomenwordt.Vaste ontplofbare stoffen in niet explosieve toestand2.2.41.1.18 Vaste ontplofbare stoffen in niet explosieve toestand zijn stoffen die zijn bevochtigd met water of metalcoholen of die zijn verdund met andere stoffen teneinde hun explosieve eigenschappen teonderdrukken.Dergelijke posities in tabel A in hoofdstuk 3.2 zijn:UN-nummers 1310, 1320, 1321, 1322, 1336, 1337, 1344, 1347, 1348, 1349, 1354, 1355, 1356, 1357,1517, 1571, 2555, 2556, 2557, 2852, 2907, 3317, 3319, 3344, 3364, 3365, 3366, 3367, 3368, 3369,3370, 3376, 3380 en 3474.<strong>ADN</strong> HOOFDSTUK 2.2 - 2011 2.2 - 43

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!