11.07.2015 Views

VBG Bijlage 1a ADN - RBV advies

VBG Bijlage 1a ADN - RBV advies

VBG Bijlage 1a ADN - RBV advies

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

2.2.1.1.7 Indeling van vuurwerk in de subklassen2.2.1.1.7.1 Vuurwerk moet normaliter worden ingedeeld in de subklassen 1.1, 1.2, 1.3 en 1.4 op grond vangegevens van beproevingen ontleend aan beproevingsserie 6 van het Handboek beproevingen encriteria. Aangezien echter de verscheidenheid van dergelijke voorwerpen zeer uitgebreid is en debeschikbaarheid van inrichtingen voor de beproevingen mogelijk beperkt is, kan ook in de subklassenworden ingedeeld in overeenstemming met de procedure in 2.2.1.1.7.2.2.2.1.1.7.2 Vuurwerk kan onder UN-nummers 0333, 0334, 0335 en 0336 worden ingedeeld op grond vananalogie, zonder de noodzaak van beproevingen overeenkomstig beproevingsserie 6, inovereenstemming met de defaulttabel voor de classificatie van vuurwerk in 2.2.1.1.7.5. Een dergelijkeindeling moet de instemming genieten van de bevoegde autoriteit. Artikelen die niet zijn genoemd inde tabel, moeten worden ingedeeld op grond van beproevingsgegevens, ontleend aanbeproevingsserie 6.Opmerking 1: Andere typen vuurwerk mogen alleen aan kolom 1 van de tabel worden toegevoegdop grond van volledige beproevingsgegevens, die ter beoordeling zijn voorgelegd aan het “Sub-Committee of Experts on the Transport of Dangerous Goods” van de Verenigde Naties.Opmerking 2: Beproevingsgegevens afkomstig van bevoegde autoriteiten, die de indeling van typenvuurwerk, gespecificeerd in kolom 4 van de tabel in 2.2.1.1.7.5 in de subklassen in kolom 5bevestigen of tegenspreken, behoren ter informatie te worden voorgelegd aan het “Sub-Committeeof Experts on the Transport of Dangerous Goods” van de Verenigde Naties.2.2.1.1.7.3 Indien typen vuurwerk van meer dan één subklasse in hetzelfde collo zijn verpakt, moetenDeze worden ingedeeld op grond van de meest gevaarlijke subklasse,tenzij beproevingsgegevens, ontleend aan beproevingsserie 6, anders aangeven.2.2.1.1.7.4 De classificatie aangegeven in tabel 2.2.1.1.7.5 is alleen van toepassing op voorwerpen verpakt inkartonnen dozen (4G).2.2.1.1.7.5 Defaulttabel voor de classificatie van vuurwerk 1Opmerking 1: Percentages in deze tabel hebben, tenzij anders aangegeven, betrekkingop de totale massa pyrotechnische stoffen (bijvoorbeeld: vuurpijlmotor, voortdrijvendelading, breeklading en effectlading).Opmerking 2: In deze tabel heeft “flitspoeder” betrekking op pyrotechnische stoffen in poedervorm ofop pyrotechnische eenheden zoals voorkomend in vuurwerk, die worden gebruikt om een akoestischknaleffect te veroorzaken, of die worden gebruikt als breeklading of voortdrijvende lading, tenzij wordtbewezen dat de tijd voor de drukstijging meer bedraagt dan 8 ms voor 0,5 g van de pyrotechnischestof genoemd in de HSL Flash Composition Test in Aanhangsel 7 van het Handboek beproevingenen criteria.Opmerking 3: Afmetingen in mm verwijzen:- in het geval van bolvormige vuurwerkbommen en gestapelde vuurwerkbommen naar dediameter van de bol van de bom;- in het geval van cilinderbommen naar de lengte van de bom,- in het geval van vuurwerkbommen in mortier, Romeinse kaarsen, enkelschotsbuizen ofmijnen, naar de inwendige diameter van de buis die het vuurwerk bevat of waaruit hetvuurwerk bestaat,- in het geval van een losse mijn (bag mine) of cilindervormige mijn, de inwendige diametervan de mortier die bedoeld is de mijn te bevatten.1 Deze tabel bevat een lijst van classificaties van vuurwerk, die gebruikt kunnen worden indien gegevens van beproevingsserie 6niet aanwezig zijn (zie 2.2.1.1.7.2).<strong>ADN</strong> HOOFDSTUK 2.2 - 2011 2.2 - 5

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!