11.07.2015 Views

VBG Bijlage 1a ADN - RBV advies

VBG Bijlage 1a ADN - RBV advies

VBG Bijlage 1a ADN - RBV advies

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

4.2 worden ingedeeld, indien zij bij een val van 1 meter hoogte of binnen 5 minuten ontbranden;b) vloeistoffen die voor zelfontbranding vatbaar (pyrofoor) zijn, moeten in klasse 4.2 wordeningedeeld:i) indien zij, gegoten op een inert dragermateriaal, binnen 5 minuten ontbranden, ofii) bij een negatief beproevingsresultaat volgens i), indien zij, gegoten op een droog ingescheurdfiltreerpapiertje (Whatmanfilter no. 3), dit binnen 5 minuten doen ontbranden of verkolen;c) stoffen waarbij in een monster in de vorm van een kubus met ribben van 10 cm, bij eenbeproevingstemperatuur van 140 °C binnen 24 uren een zelfontbranding of eentemperatuurverhoging tot hoger dan 200 °C wordt waargenomen, moeten worden ingedeeld inklasse 4.2. Dit criterium is gebaseerd op de zelfontbrandingstemperatuurvan houtskool, die 50 °Cbedraagt voor een monster in de vorm van een kubus van 27 3 . Stoffen met eenzelfontbrandingstemperatuur hoger dan 50 °C voor een volume van 27 m 3 mogen niet in klasse 4.2worden ingedeeld.Opmerking 1: Stoffen die in colli met een inhoud van ten hoogste 3 m 3 worden vervoerd, zijn nietonderworpen aan klasse 4.2, indien bij beproeving van een monster, in de vorm van een kubus metribben van 10 cm, bij een temperatuur van 120 °C binnen 24 uur geen zelfontbranding oftemperatuurverhoging tot boven 180 °C optreedt.Opmerking 2: Stoffen die in colli met een inhoud van ten hoogste 450 l worden vervoerd, zijn nietonderworpen aan klasse 4.2, indien bij beproeving van een monster, in de vorm van een kubus metribben van 10 cm, bij een temperatuur van 100 °C binnen 24 uur geen zelfontbranding oftemperatuurverhoging tot boven 160 °C optreedt.Opmerking 3: Aangezien metaalorganische stoffen afhankelijk van hun eigenschappen in klasse 4.2of 4.3 met aanvullende bijkomende gevaren kunnen worden ingedeeld, is in 2.3.5 een speciaalbeslissingsschema voor de classificatie van deze stoffen opgenomen.2.2.42.1.6 Indien stoffen van klasse 4.2 als gevolg van toevoegingen overgaan naar andere gevaarscategorieëndan die waartoe de met name in tabel A van hoofdstuk 3.2 genoemde stoffen behoren, moeten dezemengsels worden ingedeeld in de posities waartoe zij op grond van dergelijke gevaarseigenschappenbehoren.Opmerking: Voor de indeling van oplossingen en mengsels (zoals preparaten, formuleringen enafvalstoffen) zie ook 2.1.3.2.2.42.1.7 Op grond van de beproevingsmethoden in het Handboek beproevingen en criteria, deel III, sectie 33.3en de criteria van 2.2.42.1.5, kan ook worden vastgesteld of de aard van een met name genoemdestof zodanig is, dat deze stof niet is onderworpen aan de voorwaarden van deze klasse.Indeling in verpakkingsgroepen2.2.42.1.8 Stoffen en voorwerpen ingedeeld in de onder de verschillende posities in tabel A van hoofdstuk 3.2moeten op grond van de beproevingsmethoden overeenkomstig het Handboek beproevingen encriteria, deel III, sectie 33.3 zijn ingedeeld in de verpakkingsgroepen I, II en III, overeenkomstig devolgende criteria:a) stoffen die voor zelfontbranding vatbaar (pyrofoor) zijn moeten worden ingedeeld inverpakkingsgroep I;b) stoffen en voorwerpen die voor zelfverhitting vatbaar zijn en waarbij in een monster, in de vormvan een kubus met ribben van 2,5 cm, bij een beproevingstemperatuur van 140 °C binnen 24 ureneen zelfontbranding of een temperatuurverhoging tot hoger dan 200 °C wordt waargenomen,moeten worden ingedeeld in verpakkingsgroep II. Stoffen met een zelfontbrandingstemperatuurhoger dan 50 °C voor een volume van 450 liter moeten niet in verpakkingsgroep II wordeningedeeld;c) stoffen die weinig voor zelfverhitting vatbaar zijn, waarbij in een monster, in de vorm van eenkubus met ribben van 2,5 cm, de verschijnselen genoemd onder b) onder de gegevenomstandigheden niet worden waargenomen, maar waarbij in een monster, in de vorm van eenkubus met ribben van 10 cm, bij een beproevingstemperatuur van 140 °C binnen 24 uren eenzelfontbranding of een temperatuurverhoging tot hoger dan 200 °C wordt waargenomen, moetenworden ingedeeld in verpakkingsgroep III.<strong>ADN</strong> HOOFDSTUK 2.2 - 2011 2.2 - 53

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!