11.07.2015 Views

VBG Bijlage 1a ADN - RBV advies

VBG Bijlage 1a ADN - RBV advies

VBG Bijlage 1a ADN - RBV advies

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

worden ingedeeld overeenkomstig het overheersende bijkomende gevaar. In hetvervoersdocument moet de stof zijn omschreven met het UN-nummer en de juistevervoersnaam, van toepassing op de andere klasse, aangevuld met de benaming vantoepassing op het radioactieve vrijgestelde collo overeenkomstig kolom (2) van Tabel A vanhoofdstuk 3.2, en de stof moet worden vervoerd in overeenstemming met de bepalingen vantoepassing op dat UN-nummer. Een voorbeeld van de informatie te zien op hetvervoersdocument is:“UN 1993, Brandbare vloeistof, n.e.g. (mengsel van ethanol en tolueen), radioactieve stof,vrijgesteld collo gelimiteerde hoeveelheid stof, 3, VG II”.Bovendien zijn de voorschriften van 2.2.7.2.4.1 van toepassing.c) De bepalingen van hoofdstuk 3.4 voor het vervoer van gevaarlijke goederen verpakt ingelimiteerde hoeveelheden zijn niet van toepassing op de stoffen, ingedeeld inovereenstemming met onderdeel b);d) Indien de stof voldoet aan een bijzondere bepaling die deze stof vrijstelt van alle bepalingenvoor gevaarlijke stoffen van de andere klassen, dan moet deze worden ingedeeldovereenkomstig het UN-nummer van Klasse 7 dat van toepassing is en alle voorschriftenvastgelegd in 1.7.1.5 zijn van toepassing.291 Brandbare, vloeibaar gemaakte gassen moeten zich bevinden in onderdelen van koelmachines.Deze onderdelen moeten worden ontworpen en beproefd voor een druk van ten minste driemaal de bedrijfsdruk van de machines. De koelmachines moeten zodanig zijn ontworpen envervaardigd dat het vloeibaar gemaakte gas niet kan vrijkomen en dat het gevaar van barsten ofscheuren van de onder druk staande bestanddelen onder normale vervoersomstandigheden isuitgesloten. Koelmachines en onderdelen van koelmachines zijn niet onderworpen aan devoorschriften van het <strong>ADN</strong>, indien zij minder dan 12 kg gas bevatten.292 (Geschrapt).293 De volgende definities zijn van toepassing op lucifers;a) Stormlucifers zijn lucifers waarvan de koppen zijn geprepareerd met een wrijvingsgevoeligontstekingsmengsel en een pyrotechnisch mengsel dat met een kleine of geen vlam, maarmet een intense hitte brandt;b) Veiligheidslucifers zijn lucifers die gecombineerd zijn of bevestigd aan het doosje, boekje ofstukje karton en die alleen kunnen worden ontstoken door middel van wrijving op eengeprepareerd oppervlak;c) Wrijvingslucifers zijn lucifers die kunnen worden ontstoken door middel van wrijving op eenstevig oppervlak;d) Waslucifers zijn lucifers die kunnen worden ontstoken door middel van wrijving op zowel eengeprepareerd oppervlak als een stevig oppervlak.295 De accumulatoren hoeven niet afzonderlijk van een opschrift en een gevaarsetiket te zijnvoorzien, indien de gepalletiseerde lading van het juiste opschrift en gevaarsetiket is voorzien.296 Deze posities zijn van toepassing op reddingsmiddelen zoals reddingseilanden of -vlotten,drijflichamen en automatisch opblaasbare glijbanen. Het UN-nummer 2990 is van toepassingop automatisch opblaasbare reddingsmiddelen, het UN-nummer 3072 op niet automatischopblaasbare reddingsmiddelen. Reddingsmiddelen mogen bevatten:a) seinmiddelen (klasse 1), die rook- en lichtkogels mogen bevatten en die in verpakkingen zijnverpakt, die ze tegen een onopzettelijke activering beschermen;b) alleen voor UN-nummer 2990, patronen - aandrijfinrichtingen van de subklasse 1.4,compatibiliteitsgroep S - ten behoeve van het automatisch opblaasbare mechanisme, ondervoorwaarde dat de hoeveelheid ontplofbare stof per reddingsmiddel niet groter is dan 3,2 g;c) samengeperste gassen van klasse 2, groep A of O overeenkomstig 2.2.2.1.3;d) accumulatoren (batterijen) (klasse 8) en lithiumbatterijen (klasse 9);e) sets voor eerste hulp of reparatiesets, die kleine hoeveelheden gevaarlijke goederenbevatten (bijv. stoffen van klasse 3, 4.1, 5.2, 8 of 9) off) wrijvingslucifers, die in verpakkingen zijn verpakt, die ze tegen een onopzettelijke activeringbeschermen.300 Vismeel of visafval mag niet worden geladen, indien de temperatuur op het moment vanbelading hoger is dan 35 o C of meer dan 5 o C boven de omgevingstemperatuur ligt, al naargelang welke temperatuur het hoogst is.302 Gegaste laadeenheden die geen andere gevaarlijke stoffen bevatten zijn alleen onderworpen<strong>ADN</strong> DEEL 3 - 2011 3 - 54

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!