12.07.2015 Views

Evidence based richtlijn voor de initiële ... - Kwaliteitskoepel

Evidence based richtlijn voor de initiële ... - Kwaliteitskoepel

Evidence based richtlijn voor de initiële ... - Kwaliteitskoepel

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

R ICHTLIJN DIAGNOSTIEK MENTALE RETARDATIEgebruik ervan aan te ra<strong>de</strong>n of te ontra<strong>de</strong>n. De bruikbaarheid van <strong>de</strong>ze dure techniek is beperkt en gebruikervan kan door <strong>de</strong> werkgroep niet aangera<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n.Voor een aantal ziektebeel<strong>de</strong>n kan chromosomenon<strong>de</strong>rzoek wor<strong>de</strong>n verricht, specifiek <strong>voor</strong> <strong>de</strong> aandoening,door mid<strong>de</strong>l van FISH. Voorbeel<strong>de</strong>n hiervan zijn Williams syndroom en velocardiofaciaal syndroom,waarbij micro<strong>de</strong>leties van een specifieke regio van een chromosoom aangetoond kunnen wor<strong>de</strong>n.Indien een <strong>de</strong>rgelijke micro<strong>de</strong>letie aanwezig is, zullen er altijd klinische kenmerken van het bijbehorendsyndroom aanwezig zijn.MLPA (Multiplex Ligation-<strong>de</strong>pen<strong>de</strong>nt Probe Amplification) (Rooms et al 2004; Schoutenet al 2002 ,) ,MAPH (Multiplex Amplifiable Probe Hybridization)( Kriek et al 2004; Sismani et al 2001) en array CGH(Comparative Genomic Hybridization)(Vissers et al 2003; Shaw-Smith et al 2004), zijn nog nieuweretechnieken, die gericht zijn op het vin<strong>de</strong>n van afwijkingen in het aantal copieën (<strong>de</strong>leties en duplicaties) enwaarvan nu nog onvoldoen<strong>de</strong> gegevens bekend zijn om aan te geven wat <strong>de</strong> precieze plaats in <strong>de</strong>patiëntenzorg zal zijn. De werkgroep stemt in met het vigeren<strong>de</strong> beleid dat <strong>de</strong> indicatiestelling <strong>voor</strong> <strong>de</strong>zenieuwe technieken <strong>voor</strong>alsnog is <strong>voor</strong>behou<strong>de</strong>n aan klinisch genetici en kin<strong>de</strong>rartsen die in diagnostischon<strong>de</strong>rzoek bij kin<strong>de</strong>ren met MR gespecialiseerd zijn.Aanbeveling:1. In alle gevallen van mentale retardatie zon<strong>de</strong>r beken<strong>de</strong> oorzaak is chromosomenon<strong>de</strong>rzoek aangewezen,onafhankelijk van <strong>de</strong> ernst, het geslacht en <strong>de</strong> aan- of afwezigheid van dysmorfieën en/ofaangeboren afwijkingen.2. On<strong>de</strong>rzoek naar specifieke micro<strong>de</strong>leties behoort alleen bij klinische aanwijzingen hier<strong>voor</strong> verricht tewoor<strong>de</strong>n.6.1.2. Fragiele X SyndroomTen aanzien van het fragiele X syndroom is <strong>de</strong> situatie veel min<strong>de</strong>r hel<strong>de</strong>r. Shevell et al (2003) komen toteen geschatte opbrengst met DNA on<strong>de</strong>rzoek on<strong>de</strong>r MR patiënten van 2,6%, terwijl Van Karnebeek(2005) uitkomt op 2,0% (range 0-13,6%). Gegevens van on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> tabel komen uit Van Karnebeek(2005).Bor<strong>de</strong>rline-mil<strong>de</strong> retardatie Matig ernstige-diepe retardatie Mate van retardatieonbekendInstituut Geen data 0,7% Geen dataPolikliniek 2,8% 2,7% 3,1%School 1% 2,3% 3,5%Populatie Geen data Geen data 13,6%Gemengd Geen data Geen data 1,6%Totaal 1,0% 2,7% 3,1%Uit <strong>de</strong> verzamel<strong>de</strong> cijfers blijken enkele trends:- hogere opbrengst bij ernstiger MR: bor<strong>de</strong>rline-mild = 1,0% en matig ernstig-diep = 2,7% (VanKarnebeek et al 2005).- aanzienlijk hogere opbrengst bij mannelijk patiënten dan bij vrouwelijke patiënten: 2,0% en 0,2%respectievelijk (Van Karnebeek et al 2005).De opbrengst met cytogenetische technieken (tot 1991-1992 <strong>de</strong> enige mogelijkheid) ligt in <strong>de</strong> or<strong>de</strong> van5,4% (range 0-28,6%) (Van Karnebeek et al 2005). Deze hogere opbrengst wordt verklaard uit foutpositieve uitslagen en het niet kunnen differentiëren met an<strong>de</strong>re fragiele sites in <strong>de</strong> regio Xq27-q28.DNA diagnostische laboratoria rapporteren on<strong>de</strong>r mannelijke MR patiënten een opbrengst die ligt in <strong>de</strong>or<strong>de</strong> van 1-2% (Curry et al 1997; Hunter 2000). Dit betreft groepen patiënten, die in het algemeen niet30

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!