12.07.2015 Views

Evidence based richtlijn voor de initiële ... - Kwaliteitskoepel

Evidence based richtlijn voor de initiële ... - Kwaliteitskoepel

Evidence based richtlijn voor de initiële ... - Kwaliteitskoepel

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

R ICHTLIJN DIAGNOSTIEK MENTALE RETARDATIE3. Disruptie: een vormafwijking van (een <strong>de</strong>el van) het lichaam door het verloren gaan ervan door invloe<strong>de</strong>nvan buitenaf. Ook hier moeten er eerst normale structuren aanwezig geweest zijn. Meestal gaan erstructuren verloren met (embryologisch gezien) een verschillen<strong>de</strong> oorsprong en gevormd uit verschillen<strong>de</strong>celtypes. Een <strong>voor</strong>beeld is het afwezig zijn van een of meer vingers ten gevolge van cocaïnegebruikvan moe<strong>de</strong>r tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> zwangerschap.Vormen van min<strong>de</strong>r ernstige varianten wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>finieerd als stoornissen in <strong>de</strong> vorming van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>lenvan het lichaam, nadat <strong>de</strong> basisvorm gereed is, dwz na <strong>de</strong> 8 e week van <strong>de</strong> zwangerschap. Men spreekt welvan phenogenese. Er zijn 2 vormen, die <strong>voor</strong>al door hun frequentie van <strong>voor</strong>komen on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n:a. Min<strong>de</strong>r frequente afwijking: afwijkingen met een frequentie van <strong>voor</strong>komen on<strong>de</strong>r 4% in <strong>de</strong> normalepopulatie. Een bifi<strong>de</strong> neuspunt is een <strong>voor</strong>beeld.b. Frequente variant: afwijkingen die <strong>voor</strong>komen in <strong>de</strong> bevolking met een frequentie boven 4%. Eenbre<strong>de</strong> neuspunt is hier een <strong>voor</strong>beeld van.Het herkennen van kenmerken uit elk van <strong>de</strong>ze subgroepen vergt dat men weet welke kenmerken bestaan,en waaraan <strong>de</strong>ze herkend kunnen wor<strong>de</strong>n (Aase 1990). In <strong>de</strong> hier<strong>voor</strong> genoem<strong>de</strong> publicatie over <strong>de</strong> in<strong>de</strong>lingvan aangeboren afwijkingen (Merks et al 2003) is een lijst opgenomen waarin het menselijk lichaamon<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld wordt in 29 gebie<strong>de</strong>n, samen on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld in 98 subgebie<strong>de</strong>n, en die weer in 683 symptomenwaarmee gewoonlijk <strong>de</strong> uiterlijke kenmerken van het menselijk lichaam beschreven kunnen wor<strong>de</strong>n.Er loopt sinds zomer 2004 een internationaal project om van elk van <strong>de</strong>ze symptomen een <strong>de</strong>finitievast te leggen en door een groep experts te laten accor<strong>de</strong>ren.Bij het beoor<strong>de</strong>len van iemands uiterlijk spelen gelijkenissen tussen familiele<strong>de</strong>n ook een rol. Een uiterlijkkenmerk kan soms goed als een familietrek beschouwd wor<strong>de</strong>n, en los staan van <strong>de</strong> ontwikkelingsproblematiekbij het kind. Er moet evenwel ook altijd rekening gehou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n dat ook zo’n ‘familietrek’ weleen betekenis heeft: er zijn entiteiten die een sterk wisselend beeld kunnen tonen, en waarvan <strong>de</strong> een alleeneen aantal uiterlijke kenmerken toont en een an<strong>de</strong>r <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> kenmerken maar ook <strong>de</strong> ontwikkelingsachterstand.Voorbeel<strong>de</strong>n hiervan zijn hypochondroplasie of Saethre-Chotzen syndroom. In een <strong>de</strong>rgelijkesituatie blijft <strong>de</strong> gelijkenis tussen familiele<strong>de</strong>n bestaan, maar geeft <strong>de</strong>ze aan dat verschillen<strong>de</strong> familiele<strong>de</strong>naangedaan zijn. Het beoor<strong>de</strong>len hiervan en inschatten wat <strong>de</strong> betekenis is van een familiekenmerk vergtover het algemeen veel ervaring (zie paragraaf III). Het maakt dat een bijzon<strong>de</strong>r uiterlijk kenmerk dat nietalleen bij <strong>de</strong> proband maar ook bij familiele<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>komt, niet als niet terzake doend van <strong>de</strong> hand gewezenmag wor<strong>de</strong>n.Een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re uiterlijke kenmerken kunnen bij lichamelijk on<strong>de</strong>rzoek objectief vastgesteldwor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong>ze te meten. De kenmerken waar dit het meest gebruikelijk bij is, zijn lengte, zithoogte,spanwijdte, hoofdomtrek, afstand tussen binnen- en buitenooghoeken, oorgrootte, hand- en palmgrootte,en lengte van <strong>de</strong> voet. Naast <strong>de</strong>ze zijn er echter nog een groot aantal an<strong>de</strong>re kenmerken, waar normaalwaar<strong>de</strong>n<strong>voor</strong> beschikbaar zijn. Voor <strong>de</strong> wijze van meten en <strong>voor</strong> normaalwaar<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong>ze kenmerkenwordt verwezen naar <strong>de</strong> handboeken (Hall et al 1989).III.PatroonherkenningNa het beoor<strong>de</strong>len en benoemen van <strong>de</strong> uiterlijke kenmerken en het on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>len in <strong>de</strong> belangrijkstehoofdgroepen, volgt het or<strong>de</strong>nen en groeperen van <strong>de</strong> kenmerken. Sommige symptomen zullen bij hetdiagnostisch proces van weinig belang zijn, zoals bij<strong>voor</strong>beeld een verkromming van <strong>de</strong> pink (clinodactylie).An<strong>de</strong>re symptomen, zoals een duimagenesie, zullen veel houvast geven, en een dui<strong>de</strong>lijke richtingkunnen aangeven van ver<strong>de</strong>r diagnostisch on<strong>de</strong>rzoek. In veel situaties zal het gaan om patroonherkenning:zelfs een entiteit als Down syndroom wordt niet zozeer herkend op basis van een malformatie zoals eenaangeboren hartafwijking, maar meer door <strong>de</strong> specifieke combinatie van vele min<strong>de</strong>r ernstige afwijkingen.Ervaring blijkt in <strong>de</strong>ze van uiterst grote waar<strong>de</strong> te zijn (Gorlin et al 2001). Indien <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rarts in <strong>de</strong> algemenepraktijk bij een kind met mentale retardatie bijzon<strong>de</strong>re uiterlijke kenmerken vaststelt, maar het patroonniet herkent, kan het van grote waar<strong>de</strong> zijn het kind te presenteren aan een collega met veel ervaringin <strong>de</strong>ze. Veelal betreft dit een klinisch geneticus of een kin<strong>de</strong>rarts met als subspecialisatie Erfelijke enAangeboren Aandoeningen. Het presenteren geschiedt bij <strong>voor</strong>keur in vivo, maar kan zeker in eerste instantieook door <strong>de</strong> uiterlijke kenmerken fotografisch vast te leggen (Aase 1990).Er is gepoogd door mid<strong>de</strong>l van een systematisch beoor<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> literatuur <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van ditdysmorfologisch on<strong>de</strong>rzoek vast te leggen (Shevell et al 2003; Van Karnebeek et al 2005; zie ook hoofdstuk3). Er werd door verschillen<strong>de</strong> auteurs beschreven hoe vaak 2 of meer dysmorfe kenmerken wer<strong>de</strong>n56 gevon<strong>de</strong>n bij kin<strong>de</strong>ren met een verstan<strong>de</strong>lijke handicap; <strong>de</strong> gevon<strong>de</strong>n waar<strong>de</strong>n varieer<strong>de</strong>n van hoog

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!