FAMILIETEKEN NEVENPROJECT EEN COCKTAIL VAN EIGEN TAAL VERMENGD MET EEN STEVIGE SCHEUT ROCK EN FAMILIEBLOED LEVERT NEVENPROJECT OP. EEN BAND UIT DE PEEL DIE GESTOELD IS OP JARENZEVENTIG- EN JARENTACHTIGROCK DIE DAAR ALTIJD AL POPULAIR WAS. LIEDJES VAN DIK HOUT DIE METEEN BEKEND IN DE OREN KLINKEN, MAAR ALLERMINST NIEMENDALLETJES ZIJN. LAAT DAT MAAR OVER AAN OOM EN LIEDSCHRIJVER JACK POELS. TEKST LUDO DIELS FOTO HUGO THOMASSEN Voor de voorman van Rowwen Hèze is Nevenproject letterlijk op te vatten, want Jack Poels realiseert dit project samen met zijn neven Sander Stappers, John Neessen en de tot achterachterneef verklaarde Jules Fransen. “We genieten ervan, dat staat voorop. Voor de volle honderd procent gaan we ervoor. En verder: het is wat het is.” En wat is het eigenlijk? In ieder geval geen Rowwen Hèze. Geen polka’s, smeuïge ballades en weemoedige opgewektheid. Nevenproject is een rockband. De overeenkomst met de band waar Limburg trots op is, is dat de liedjes in het dialect worden gezongen. Maar helemaal een far cry van Rowwen Hèze is het evenmin. Kan ook niet wanneer de zanger ook in dit project zijn materiaal vindt in en rond zijn dorp America. Het is dezelfde pasvorm gestoken in een volslagen ander jasje. En dat pakt wonderwel goed uit. De twaalf nummers klinken nooit geforceerd, eerder als ongezochte vondsten tijdens een muzikale wandeling door dat Noord-Limburgse dorp met opdoemende herinneringen, mijmeringen en weemoedige verlangens. Met Totempoal, de enige ballad op het album dat in juni verschijnt, heeft Nevenproject meteen een nummer in handen dat zich kan meten met sommige van Poels’ beste liedjes. Samen met de inmiddels prijsgegeven nummers Binnekort en Sleutels krijg je een aardige indruk van de muzikale spanwijdte van Nevenproject. Het laat zich beluisteren als een liefdesverklaring aan het dorp, aan het schijnbaar onveranderlijke in een tijd en levensfase waarop alles op losse schroeven staat, waarin vergetelheid toeslaat maar het theater altijd doorgaat, ook met andere spelers. Als er al weemoed doorklinkt dan vrolijk en upbeat. Een rockalbum in de puurste traditie met een hoofdrol voor gitaar, bas en drums. Power Het verhaal moest niet over Jack Poels gaan. Begrijpen we. Hij is er immers de man niet naar om alle licht te willen vangen. Zeker nu niet, nu hij met een nieuwe band juist ook de andere leden naar voren wil schuiven. Immers, wat heeft Poels nog te bewijzen? Sympathiek, zeker weten, die kenmerkende bescheidenheid. Maar ja, hij is nu eenmaal wel de persoon zonder wie er geen Nevenproject zou zijn. Aan de telefoon wordt duidelijk dat Nevenproject geen hapsnap-bandje is ter verstrooiing. Poels doet namelijk iets goed of hij ziet ervan af. Die werkethiek blijkt niet alleen uit zijn twee soloalbums die hij, voordat hij de studio indook, minstens een decennium rijpingstijd gaf, maar ook in zijn schilderkunst en schrijfsels. Terwijl gewone mensen de klok hanteren schijnt Poels de tijd te bezitten. Nevenproject sluimerde een paar jaar voordat de daad bij het woord werd gevoegd. “Al zo’n drie jaar speelde ik met de gedachte dit te doen. Op familiefeestjes zag ik John en Sander wel eens. Ik kende ze als echte rockliefhebbers. We spraken uiteraard veel over muziek. Mijn achtergrond ligt ook in de rockmuziek. Mijn eerste serieuze band, Bad Edge, was een stevige rockband. De Peel, dat is van oudsher hardrockgebied. Uiteindelijk dreef ik weg van de rock. Voelde me meer op mijn plek bij Rowwen Hèze. Toch is dat gevoel bij de rock, met bands als Thin Lizzy, Metallica, ZZ Top, AC/DC en Grandaddy nooit helemaal overgegaan. Alle- 16 HEAVEN MRT/APR 2024 Shane MacGowan Voor Jack Poels behoort de op 30 november vorig jaar overleden Shane MacGowan tot het illustere rijtje musici dat de vergetelheid weet te ontspringen. Van zijn liefde voor MacGowan en diens band The Pogues heeft hij meermaals kond gedaan, zoals in 2011 bij DWDD waar hij A Rainy Night In Soho ten gehore bracht. Van iemand die zijn Ierse setter MacGowan noemt mag je terecht zeggen dat hij een fan is. “The Pogues is de rode draad in mijn bestaan en in dat van Rowwen Hèze. Als mens was Shane door zijn alcoholgebruik vaak de richting kwijt. Men moest hem soms letterlijk naar het podium brengen en hem ervan af geleiden. Maar als hij zong ging het gevoel meteen van de rem. Shane MacGowan was waarachtig, ongepolijst, iemand zonder opsmuk. Wat hij zong kwam uit zijn wezen. IF I SHOULD FALL FROM GRACE uit 1988 was voor mij en de band zijn standaardwerk, het ijkpunt. Veel van onze muziek is daarop geënt. Live zag ik hem een paar keer. Telkens memorabel, zelfs toen hij, zoals in Utrecht, anderhalf uur te laat opkwam en het publiek uitkafferde voor ‘fucking nazi’s’. Het publiek nam het hem niet kwalijk. Shane was in kennelijke toestand. In Antwerpen zag ik hem in topvorm. Voelde soms tranen opwellen. Voor mij hoort hij thuis in de lijst met namen als Van Morrison en Bruce Springsteen. Hij heeft het met zijn liederlijke levensstijl eigenlijk nog wel best lang uitgehouden. Zijn uitgezonden begrafenis was een weerspiegeling van zijn leven. Mensen dansten in de kerk. Naar het schijnt waren zijn laatste woorden aan zijn vrouw: Try not to cry.”
17 HEAVEN MRT/APR 2024