(1992) n°3 - Royal Academy for Overseas Sciences
(1992) n°3 - Royal Academy for Overseas Sciences
(1992) n°3 - Royal Academy for Overseas Sciences
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
— 376 —<br />
2. De hervormingen in de industriële sector<br />
2.1. Na december 1978, toen Deng Xuao Peng weer op de voorgrond was<br />
getreden, geraakten belangrijke hervormingen op gang in de industriële sector.<br />
Er weze daarbij aan herinnerd dat na de dood van Mao Tse Tung (september<br />
1976), in de landbouwsector het institutionele kader snel en fundamenteel werd<br />
gewijzigd. Met name werd de collectivisatie van de landbouw die Mao in<br />
1958, via de oprichting van de ‘volkscommunes’ had ge<strong>for</strong>ceerd, opgeheven.<br />
De grond bleef weliswaar eigendom van de rurale, collectieve instanties, maar<br />
de boerengezinnen konden voortaan het in vruchtgebruik toegewezen land naar<br />
eigen inzichten bewerken. Niet langer was de landbouwuitbating uitgeoefend<br />
door, en binnen produktieploegen, die een aantal huisgezinnen groepeerden.<br />
2.2. Deze hervormingen in de landbouw hadden zich reeds als een strovuur<br />
verspreid, vooraleer de communistische gezagsdragers deze decollectivisatie<br />
bekrachtigden (Roux 1984). Het «responsabiliseringssysteem» stond daarbij<br />
centraal. Een boerengezin verbond er zich contractueel toe een gegeven hoeveelheid<br />
produkten aan een voorafbepaalde prijs aan de overheid te leveren.<br />
Het overschot boven deze verplichte levering mocht dan tegen een hogere<br />
prijs in een vrije markt of via een officieel distributiekanaal worden verkocht.<br />
2.3. Alhoewel de decollectivisatie ook wel nadelige neveneffecten vertoonde<br />
— o.m. verwaarlozing van de voorheen collectief-verzorgde infrastructurele<br />
werken — heeft de indrukwekkende stijging van de landbouwproduktie (althans<br />
tot 1985) de welstand van het platteland aanzienlijk verbeterd en de<br />
rurale sector in vele gebieden effenaf gemetamorfoseerd. Deze hogere koopkracht<br />
was mede een spoorslag voor de opbloei van de industriële bedrijfjes<br />
op gemeentelijke en dorpsniveaus [2],<br />
2.4. In de industriële sector, op het terrein, werden reeds heel wat hervormingen<br />
geïnitieerd vooraleer in oktober 1984 een officiële blauwdruk over<br />
stedelijke hervormingen werd goedgekeurd — meer een intentieverklaring dan<br />
een gedetailleerd plan. Volgens typisch-Chinese aanpak, werden daarbij nogal<br />
wat experimenten op lokaal of sectorieel vlak door de hogere overheid gepromoveerd,<br />
of, meer frekwent, gedoogd. De aanzienlijke graad van variatie,<br />
en trial and error in de verschillende hervormingspogingen, laten zich derhalve<br />
niet in detail weerspiegelen in een globaal overzicht.<br />
2.5. Vooral de financiële prikkels tot een meer efficiënt en verzelfstandigd<br />
ondernemingsbeleid eisen hier onze aandacht op. Andere aspecten zijn er<br />
evenwel nauw mede verwant. Aldus werd ook het eigendomsstatuut van de<br />
ondernemingen in discussie gebracht. Toelating werd verleend tot de oprichting<br />
en uitbating van private en collectieve bedrijven in de industriële en de<br />
dienstensector. Deze hebben overigens sinds het begin van de jaren tachtig<br />
een veel snellere produktiegroei waargemaakt dan de grotere overheidsonder-