11.09.2013 Views

(1992) n°3 - Royal Academy for Overseas Sciences

(1992) n°3 - Royal Academy for Overseas Sciences

(1992) n°3 - Royal Academy for Overseas Sciences

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

— 378 —<br />

en grotendeels werd gemarchandeerd. Deze heffing vond in wezen haar bestaansreden<br />

in het feit dat, ingevolge de centrale planning, en o.m. wegens<br />

de administratieve vaststelling van de prijzen, het <strong>for</strong>mele winstcijfer de doelmatigheid<br />

van de ondernemingen niet kan weerspiegelen. Sectoren met een<br />

hoge winstmarge (vooral sommige consumptiegoederen) boekten inderdaad<br />

een relatief hoge winst, die door de «aanpassingsbelasting» zou worden afgeroomd.<br />

3.6. Toentertijd waren reeds stappen gezet tot de liberalisering van een<br />

aantal prijzen, vooral dan van finale consumptieprodukten. Het aantal<br />

goederen, die nog aan rechtstreekse allocatie en aan prijszetting door de plan-<br />

autoriteiten waren onderworpen, werden geleidelijk gereduceerd. Aldus waren<br />

in 1979 nog 86% van de brutowaarde van de productie in de machinebouw-<br />

sector vervat in het stramien van de bevelsplanning ; in 1981 was dit cijfer<br />

reeds geslonken tot 20% [5]. De toelevering van de inputs via de plannings-<br />

instanties (het systeem van de zgn. «materiële balansen») werd ook afgebouwd :<br />

in 1984 werden nog 256 basismaterialen centraal gepland, per eind 1987 nog<br />

slechts 26 (Hsu 1991).<br />

3.7. Zodoende ontstond een dubbelsporig allocatie- en prijszettingsysteem.<br />

Enerzijds, goederen (vooral dan grondstoffen en basismaterialen) die door de<br />

planbureaus werden gealloceerd en waarvan de prijs meestal relatief laag werd<br />

gesteld ; anderzijds, goederen die op initiatief van de onderneming zelf mochten<br />

worden verkocht, hetzij tegen gemajoreerde officiële prijzen, of tegen de prijs<br />

die in een (min of meer) vrije markt tot stand komt.<br />

3.8. Vanaf 1986, en vrij veralgemeend in 1987-88, werden de zgn. contractuele<br />

management-responsabiliseringssystemen in werking gesteld. Zij beoogden<br />

sommige nadelen van het vroegere economisch responsabiliseringssysteem te<br />

cureren, alhoewel ook hier de basisfilosofie bestond in een contractuele verbintenis<br />

vanwege de bedrijfsleider of de ondernemingsgemeenschap t.a.v. de<br />

overheid. Een andere beweegreden was blijkbaar dat de winstbelasting, alhoewel<br />

in beginsel op meer objectieve parameters gebaseerd, samen met de<br />

eventuele «aanpassingsbelasting» een te hoge last en een te zwakke financiële<br />

bemoediging constitueerde voor de ondernemingen ( C h i n a N e w s A n a l y s i s<br />

1987). Terwijl de invoering van de winstbelasting beoogde de verhouding tussen<br />

de overheid en de bedrijven te grondvesten op objectieve en onpersoonlijke<br />

maatstaven, keerde men nu echter terug naar een genegotieerde en contractueel<br />

vastgelegde overdracht van financiële middelen vanwege de ondernemingen<br />

aan de overheid. Indien deze verbintenissen worden overschreden, kan het<br />

overschot door de bedrijfsleiding zelf worden aangewend voor bonusuitkeringen,<br />

sociale prestaties of investeringen. Wanneer daarentegen de contractuele<br />

verplichtingen niet worden waargemaakt, zou de onderneming of zelfs de bedrijfsleider<br />

uit eigen fondsen moeten bijpassen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!