Energiebalans Vlaanderen 2010 - Emis - Vito
Energiebalans Vlaanderen 2010 - Emis - Vito
Energiebalans Vlaanderen 2010 - Emis - Vito
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
HOOFDSTUK 7 Transport<br />
Voor het verbruik van gas- en dieselolie door spoorvervoer wordt gebruik gemaakt van de<br />
resultaten van het EMMOSS-model van VMM [95].<br />
Een beschrijving van de methode wordt per vervoersmodus opgegeven.<br />
Methodologie voor energieverbruik treinvervoer<br />
Het gasolieverbruik van treinvervoer wordt vanaf dit rapport overgenomen van het EMMOSS<br />
model [95]. Voor baanlocomotieven en motorwagens, wordt 1 formule gebruikt:<br />
totaal energieverbruik = bruto tonkilometer x specifiek energieverbruik<br />
In de formule wordt de term bruto tonkilometer in detail opgesplitst per treintype en per<br />
diensttype. Er wordt rekening gehouden met een extra energieverbruik voor rangeeractiviteiten.<br />
De activiteiten van andere operatoren dan de NMBS, worden in het model ingeschat door een<br />
toeslagpercentage voor de extra tonkilometers.<br />
De NMBS publiceert jaarlijks cijfers over het elektriciteitsverbruik van treinen in België. Deze<br />
gegevens zijn beschikbaar voor de totalen van de verschillende vervoersmodi<br />
(goederenvervoer/personenvervoer elektrisch of op diesel aangedreven en motorwagens of<br />
locomotieven) [96,97]. Op basis van de Belgische gegevens voor het elektriciteitsverbruik en de<br />
beschikbare regionale gegevens over de gereden trein- en tonkilometers van het reizigers- en<br />
goederenvervoer in <strong>Vlaanderen</strong> wordt een inschatting gemaakt van het totale elektriciteitsverbruik<br />
van het treinvervoer in <strong>Vlaanderen</strong>. Vanaf het jaar 2002 worden de gegevens van de netbeheerders<br />
[22] gebruikt voor het totale spoorvervoer. Er gebeurt wel steeds een controle van het<br />
elektriciteitsverbruik dat opgegeven wordt door de netbeheerders met het verbruik voor treinen,<br />
trams en trolleybussen dat kan afgeleid worden uit de NMBS-statistieken en statistieken van De<br />
Lijn en MIVB. Voor de jaren 2004 – <strong>2010</strong> lag het cijfer van elektriciteitsafname voor ‘vervoer per<br />
spoor’ van de netbeheerders onverklaarbaar laag, en werden deze cijfers aangepast aan de hand<br />
van de bottom-up cijfers van de NMBS, De Lijn en de MIVB. De vermelde methodologie voor het<br />
elektriciteitsverbruik wordt dus als controle gebruikt (2002 en 2003) en voor de herindeling (2004-<br />
<strong>2010</strong>) van de gegevens van de netbeheerders, maar eveneens voor de bepaling van het<br />
elektriciteitsverbruik in de voorafgaande jaren (1990, 1994-2001).<br />
Methodologie voor energieverbruik tramvervoer<br />
Voor het energieverbruik van het tramvervoer (uitsluitend elektriciteit) in <strong>Vlaanderen</strong> wordt vanaf<br />
het jaar 2002 gebruik gemaakt van de elektriciteitsverbruiken die door de<br />
elektriciteitsnetbeheerders worden opgegeven voor het totale spoorvervoer (= trein + tram +<br />
trolleybus) [22]. Er gebeurt wel steeds een controle van het elektriciteitsverbruik dat opgegeven<br />
wordt door de netbeheerders met het verbruik voor treinen, trams en trolleybussen dat kan<br />
afgeleid worden uit de NMBS-statistieken [96, 97], gegevens van De Lijn [98] en MIVB [99]. Voor de<br />
jaren 2004-<strong>2010</strong> lag het cijfer van de elektriciteitsafname voor ‘vervoer per spoor’ van de<br />
netbeheerders onverklaarbaar laag, en werden deze cijfers aangepast aan de hand van de bottomup<br />
cijfers van de NMBS, De Lijn en de MIVB.<br />
De beschikbare statistieken van De Lijn en de MIVB worden eveneens voor de bepaling van het<br />
elektriciteitsverbruik van trams in de jaren 1990, 1994-2001 gebruikt. De methodologie wordt hier<br />
kort beschreven.<br />
88