Energiebalans Vlaanderen 2010 - Emis - Vito
Energiebalans Vlaanderen 2010 - Emis - Vito
Energiebalans Vlaanderen 2010 - Emis - Vito
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
HOOFDSTUK 6 Residentieel en gelijkgestelde sectoren<br />
42<br />
verhouding ‘graaddagen 199x / graaddagen 1995’; de 15% die niet klimaatsafhankelijk is werd<br />
hierbij opgeteld; zo ook het energieverbruik dat niet voor verwarming wordt aangewend.<br />
5) Omdat voor de energiedrager ‘andere brandstoffen’ (andere energiedrager dan elektriciteit,<br />
aardgas, stookolie, steenkool en propaan/butaan) geen gemiddeld verbruik per huishouden te<br />
berekenen was, werd het energieverbruik van deze categorie, geschat als volgt:<br />
[percentage van de huishoudens dat hoofdzakelijk met ‘andere brandstoffen’ verwarmt] /<br />
[totaal percentage van de huishoudens dat hoofdzakelijk niet met ‘andere brandstoffen<br />
verwarmt] x [totaal verbruik van alle energiedragers uitgezonderd ‘andere brandstoffen’]<br />
Voor elektriciteit en aardgas werden respectievelijk de gegevens van BFE [62] en FIGAS [63]<br />
genomen.<br />
Herrekening van het energieverbruik van de huishoudens in <strong>Vlaanderen</strong> in<br />
2000 en 2001 op basis van gegevens uit de enquête energie- en<br />
energiezuinig gedrag 2001<br />
In 2001 werd een enquête uitgevoerd in opdracht van het VEA naar het energiezuinig gedrag van<br />
de huishoudens in <strong>Vlaanderen</strong> [59]. Ongeveer 1.000 huishoudens werden bevraagd. Op basis van<br />
de gemiddelde verbruiken uit de enquêtes en statistieken van het NIS over het aantal huishoudens<br />
en een schatting van het percentage dat verwarmt met een bepaalde energiedrager, werd het<br />
verbruik van 2000 bepaald. Voor elektriciteit en aardgas werden respectievelijk data overgenomen<br />
van BFE [62] en Figas [63]. Voor 2001 werd het verbruik berekend op basis van dezelfde<br />
enquêteresultaten. De extrapolatie naar <strong>Vlaanderen</strong> gebeurde voor 2001 op basis van een<br />
schatting van het aantal woningen in <strong>Vlaanderen</strong> en op basis van cijfers van de procentuele<br />
verdeling van woningen naar hun energiedrager voor verwarming uit de socio-economische<br />
enquête van 2001 [64]. Er werd een correctie uitgevoerd op basis van het aantal graaddagen voor<br />
het verbruik van stookolie, steenkool, propaan en butaan en andere brandstoffen. Hierbij werd<br />
85% van het verbruik klimaatsafhankelijk genomen. Cijfers voor aardgas en elektriciteit werden<br />
eveneens voor 2001 overgenomen van Figas en BFE.<br />
Berekening van het energieverbruik van de huishoudens in <strong>Vlaanderen</strong> in<br />
2002 - <strong>2010</strong><br />
In de loop van 2003 werd er in opdracht van het VEA gewerkt aan een verbetering van de<br />
methodologie voor het bepalen van het energieverbruik in de huishoudens [60]. In het kader van<br />
deze studie voerde VITO zelf een web-enquête uit bij de huishoudens.<br />
De uitgewerkte methode berekent eerst het aantal huishoudens in <strong>Vlaanderen</strong> met als<br />
hoofdverwarming aardgas, stookolie, steenkool en andere (op basis van gegevens van het NIS).<br />
Het aardgasverbruik voor verwarming per huishouden wordt bepaald op basis van de statistieken.<br />
Het aardgasverbruik van 2002 werd nog gepubliceerd door Figas, voor 2003 is een schatting<br />
gemaakt op basis van gegevens van Figas. Vanaf het verbruiksjaar 2004 is het cijfer zonder<br />
correctie overgenomen van de rapportering van de aardgasnetbeheerders aan het VEA.<br />
Het stookolieverbruik per huishouden wordt berekend aan de hand van een gemiddeld verbruik<br />
per huishouden op basis van enquêtegegevens.<br />
Voor 2002: het gemiddelde van de enquêtes van verbruiksjaren 2000 en 2002 die in opdracht van<br />
VEA werden uitgevoerd [59,65]. Het gemiddelde verbruik van 2000 werd aan de hand van de