Energiebalans Vlaanderen 2010 - Emis - Vito

PJ
350
300
250
200
150
100
50
0
Figuur 16: Evolutie van het niet-energetisch verbruik in Vlaanderen
Het niet-energetisch verbruik is in 2010 met 18,7% gestegen ten opzichte van 2009.
HOOFDSTUK 5 Industrie
1990 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
chemie: aardgas 4,7 18,9 18,4 18,7 19,4 17,6 21,2 21,7 17,7 20,8 26,5 28,8 30,0 28,6 33,0 33,2 29,2 36,2
chemie: petroleumproducten 58,3 160,3 169,9 176,5 188,0 179,1 186,4 201,2 195,4 203,6 186,4 204,9 223,1 197,4 193,6 218,3 182,0 220,5
chemie: vaste brandstoffen 5,7 6,8 8,5 8,6 8,2 7,1 7,6 7,9 8,5 7,5 7,2 8,4 8,5 8,5 8,4 9,1 8,0 9,0
totaal andere sectoren 17,4 15,5 16,1 15,8 15,4 15,0 17,8 14,7 9,5 6,8 8,9 11,0 22,2 26,5 29,2 29,2 29,2 29,2
Totaal 86,1 201,5 212,8 219,6 230,9 218,8 233,1 245,5 231,1 238,6 229,0 253,1 283,8 261,1 264,2 289,8 248,4 294,8
Zowel bij BASF als Fina Antwerp Olefins is de input in de kraker eenheden opnieuw gestegen. Ook
het gebruik van aardgas als grondstof is sterk gestegen.
Ten opzichte van 1990 bedraagt de stijging van het niet-energetisch verbruik in 2010 242%. De
oorzaak is de uitbreiding van deze industrietak in het begin van de jaren negentig.
9,9%
90,1%
Figuur 17: Verdeling van het niet-energetisch verbruik in Vlaanderen 2010
Binnen het niet-energetisch verbruik neemt de chemische sector 90% voor haar rekening. In
volgende figuur wordt voor 2010 weergegeven welk deel van het bruto grondstofverbruik
uiteindelijk als energiebron gerecupereerd werd. Het verschil tussen bruto grondstofverbruik en de
gerecupereerde brandstoffen wordt weergegeven als netto grondstofverbruik.
3,0%
74,8%
12,3%
totaal andere sectoren
chemie: vaste
brandstoffen
chemie:
petroleumproducten
chemie: aardgas
27