01.05.2013 Views

Energiebalans Vlaanderen 2010 - Emis - Vito

Energiebalans Vlaanderen 2010 - Emis - Vito

Energiebalans Vlaanderen 2010 - Emis - Vito

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

HOOFDSTUK 4 Transformatiesector<br />

16<br />

Elektriciteit en warmte MWe<br />

* Elektriciteit 7.941<br />

publieke en autonome (thermisch) 4.936<br />

Kerncentrales 2.911<br />

Zelfproducenten (thermisch) 94<br />

* WKK 1.952<br />

publieke en autonome 1.264<br />

Zelfproducenten 688<br />

* wind (1) 249<br />

* water (1) 1,0<br />

* zonne-energie (1) 570,4<br />

Totaal 10.713<br />

Tabel 4: Netto geïnstalleerd vermogen voor elektriciteitsproductie in <strong>Vlaanderen</strong> in <strong>2010</strong><br />

(1) Afgestemd met [36]. Voor wind en waterkracht stemmen de cijfers overeen met de geïnstalleerde vermogens volgens<br />

de VREG. Voor PV werd het vermogen berekend aan de hand van de productie uit PV.<br />

Voor het gedeelte WKK is er een afstemming gebeurd met de WKK-inventaris <strong>2010</strong> [36]. Een<br />

verschil met de WKK-inventaris is dat ‘mechanische WKK’s’ (i.p.v. het produceren van elektriciteit,<br />

drijven deze installaties rechtstreeks een grote machine zoals een compressor of pomp aan) niet<br />

zijn opgenomen in Tabel 4. Hun vermogen bedroeg in <strong>2010</strong> 134,2 MW (131,8 MW stoomturbines<br />

met rechtstreekse aandrijving en 2,4 MW motoren met mechanische aandrijving).<br />

In het verleden publiceerde de BFE in de statistische jaarboeken ook het ‘netto ontwikkelbaar<br />

vermogen van de centrales’ in <strong>Vlaanderen</strong>. De definitie hiervoor was ‘het maximale vermogen dat<br />

gedurende een langere periode continu kan worden geproduceerd. Het betreft uitsluitend het<br />

actieve vermogen en de volledige installatie wordt verondersteld in dienst te zijn. Dit vermogen<br />

wordt bepaald op basis van gemiddelde klimatologische voorwaarden voor de betreffende<br />

vestigingsplaats.’ In volgende figuur werden de cijfers van de BFE aangevuld voor 2004 tot en met<br />

<strong>2010</strong> op basis van de eigen cijfers (uit Tabel 4).<br />

11.000<br />

10.500<br />

10.000<br />

9.500<br />

MWe<br />

9.000<br />

8.500<br />

8.000<br />

7.500<br />

7.000<br />

1990 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 <strong>2010</strong><br />

netto ontwikkelbaar vermogen+(Mwe) 7.639 7.961 8.003 8.037 7.954 8.901 8.679 8.870 8.755 8.713 8.763 8.830 9.257 9.517 9.622 10.036 10.415 10.713<br />

Figuur 8: Evolutie van het netto ontwikkelbaar vermogen in <strong>Vlaanderen</strong> [21, 22]<br />

Het netto ontwikkelbaar vermogen is in <strong>2010</strong> met 2,9% gestegen t.o.v. 2009. De grote sprong in<br />

1998 is te wijten aan een uitbreiding in 1998 met de STEG Herdersbrug (Electrabel) en Gent<br />

Ringvaart (SPE). De sterke stijging in 2005 was te wijten aan de in dienst stelling van Zandvliet<br />

Power en de stijging in 2006 is voornamelijk te wijten aan de ingebruikname van de Sleco en Inesco<br />

installaties. In 2008 is de stijging te wijten aan veel bijkomende motoren, en nieuwe installatie<br />

einde 2008 bij de Esso raffinaderij (vervanging) en de ingebruikname van 2 bijkomende gasturbines<br />

in november 2008 bij SPE Ham. In 2009 is de stijging te wijten aan opnieuw een groot deel nieuwe

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!