Energiebalans Vlaanderen 2010 - Emis - Vito

In volgende figuur wordt deze evolutie grafisch weergegeven.
[PJ]
250
200
150
100
50
0
-50
-100
-150
-200
-250
HOOFDSTUK 8 Energieverbruik per energiedrager
netto elektriciteitproductie in centrales primaire productie uit wind, water en zon netto zelfproductie (excl. PV)
netto invoer netverliezen andere transformatie
raffinaderijen cokesfabrieken industrie
residentieel ea transport netto zelfproductie, on site verbruikt
1990 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
Figuur 48: Evolutie van de netto elektriciteitsproductie, de primaire elektriciteitsproductie uit wind,
water en zon en het eigenverbruik van de centrales (negatieve Y-as) en het verbruik (exclusief
zelfproductie verbruikt on site) en verliezen (positieve Y-as) per sector in Vlaanderen
De netto productie in centrales is in de periode 1990-2010 met 35% gestegen, maar de
elektriciteitsverbruiken (exclusief de elektriciteit on site geproduceerd en verbruikt) en de verliezen
te samen stegen in dezelfde periode met 49%.
De residentiële en gelijkgestelde sectoren en de industrie zijn qua absolute stijging (2010 t.o.v.
1990) van het verbruik de belangrijkste sectoren:
+ 35 PJ (+67%) in de residentiële en gelijkgestelde sectoren,
+ 27 PJ (+38%) in industrie.
Om aan de vraag te voldoen die niet gedekt is met productie op Vlaams grondgebied, is er een
netto invoer uit andere gewesten of het buitenland. Dit is voor Vlaanderen een berekend getal. De
netto productie is in 2010 met 0,9% gestegen ten opzichte van 2009, maar het verbruik is wel sterk
toegenomen (+7%). Hierdoor is de berekende invoer van elektriciteit in Vlaanderen in 2010
gestegen tot 18,1 PJ in vergelijking met 8,1PJ in 2009.
103